Wie heeft de kennis voor wetten over licht?

Geplaatst door Henk Stolk in Lampen 5 Reacties»

wetgevingIn Europa heeft zich het unieke en merkwaardige proces voorgedaan dat er wetgeving is gemaakt voor het uitfaseren van bepaalde lichtbronnen. De rechtvaardiging daarvoor is gebaseerd op een algemeen besef dat energiebesparing voor onze aarde en de toekomstige mensheid een levensnoodzaak is geworden na een ongebreidelde groei van de behoefte aan energie in de mensheid.

Wijsheid betekent sinds de Grieks-Delphische cultuur, voor alles, zelfkennis. Lichtexperts die regels moesten opstellen voor licht, verenigden zich daartoe nationaal en internationaal in lang gevestigde, gerenommeerde organisaties als CIE, LitG, NSVV en vele andere met aanzienlijke reputatie.

Wie in het duister loopt verheugt zich over zijn verdwenen schaduw. Wie de moed heeft zijn schaduw onder ogen te zien wandelt in het licht.1

Wetenschap en producenten van kunstlicht reikten elkaar binnen die organisaties de hand om regels voor lichtniveaus, gelijkmatigheid, veiligheid, lichthinder etc. op te stellen. Hoewel commerciële belangen op de achtergrond geen onbelangrijke rol speelden werd in zijn algemeenheid toch een maatschappelijk zeer aanvaardbaar evenwicht gevonden en voortdurend geëvalueerd in de uitgave van nieuwe richtlijnen en aanbevelingen. Politici en rechters hebben van deze vakkennis in hun publicaties steeds dankbaar gebruik gemaakt bij aanbestedingen, geschillen e.d. De ontmoeting tussen wetenschap en lichtproducenten heeft een grondslag van onderlinge verrijking die de wederzijdse kennis voortdurend omhoogstuwt in voortschrijdend inzicht en nieuwe technologie.

De wetgevende macht heeft ook haar fundamenten in de Griekse cultuur en heeft zich politiek geëvolueerd op grond van het principe van gelijkheid met respect voor de eigenheid van het individu en minderheden. Er is tegelijkertijd een historische, tot in onze tijd bestaande neiging tot het onderdrukken met wettelijke machtsmiddelen van specifieke kenmerken van individuen en van minderheden. Wanneer kenmerken van individuen of minderheden gevaren of overheersing van de medemens of andere groepen omvatten heerst er een algemene consensus dat wettelijke machtsmiddelen gerechtvaardigd kunnen worden ingezet. Het evenwicht dat door de wetgever moet worden gevonden geldt het belang van de individu in zijn sociale context.

Wetgeving voor lichtbronnen

In Europa heeft zich het unieke en merkwaardige proces voorgedaan dat er wetgeving is gemaakt voor het uitfaseren van bepaalde lichtbronnen2 . De rechtvaardiging daarvoor is gebaseerd op een algemeen besef dat energiebesparing voor onze aarde en de toekomstige mensheid een levensnoodzaak is geworden na een ongebreidelde groei van de behoefte aan energie in de mensheid. Aanwending van de meest veelbelovende kunstmatige lichtbron, de LED, is voor de noodzakelijke energiebesparing als vervanger van de (halogeen)gloeilamp beschouwd, hoewel deze lichtbron nog in haar kinderschoenen stond. Nu de ontwikkelingen van de LED geen gelijke tred blijken te houden met de vooruitzichten in de wetgeving is een deel van de uitfasering van bepaalde lampen 2 jaar uitgesteld tot 2018.

Wetgeving voor verlichtingsarmaturen?

Op grond van een vermeende succesvolle uitfasering van bepaalde lampen liggen er voorstellen voor wetgeving in Brussel om ook onrendabele armaturen in drie fases te gaan uitfaseren3. Een onderzoek van de Duitse Umwelt Bundes Amt4 heeft bestaande verlichtingsarmaturen onderzocht en vastgesteld dat vrijwel alle fluorescentie- en hogedruk natrium armaturen, maar ook zeer veel nieuwe LED armaturen de voorgestelde regels niet gaan overleven en uitgefaseerd zullen worden op basis van dit ontwerp wetsvoorstel. Een werkelijk onvoorstelbare verspilling van bestaande lichtmiddelen, voorraden, onderdelen, productiefaciteiten en nog veel meer bedreigt onze maatschappij. De verspilling gebeurt ten gunste van lichtmiddelen die nog nauwelijks bestaan, laat staan werden onderzocht met een zorgvuldige evenwichtige afweging. Het uitstel bij het uitfaseren van (halogeen)gloeilampen brengt de ijver bij wetgevende krachten niet tot een zichzelf regulerende zelfkennis onder de alles bedekkende schaduw van de paraplu voor energiebesparing. Een veel te hard lopende amateur in de lichtwereld, de politicus, holt, in zijn wetgevende ijver voor energiebesparing, lichttechnische ontwikkelingen en wetenschappelijk inzicht uit. Een uniek fenomeen omdat wetgeving historisch achter maatschappelijke ontwikkelingen tot stand komt. Het evenwicht wat door de wetgever voor individu, minderheid en maatschappij moet worden gevonden is in ernstig gevaar geraakt.

Na de introductie van reeksen nieuwe LED lichtbronnen ter vervanging van de vele soorten (halogeen) gloeilampen komen in wetenschap en lichttechniek steeds meer zeer ernstige vragen en gezondheidstechnische zorgen aan het daglicht.

Voortschrijdend en genegeerd inzicht

Na de introductie van reeksen nieuwe LED lichtbronnen ter vervanging van de vele soorten (halogeen) gloeilampen komen in wetenschap en lichttechniek steeds meer zeer ernstige vragen en gezondheidstechnische zorgen aan het daglicht. De omvang daarvan is zo groot dat ze hier slechts summier aan de orde kunnen komen.

Blauw licht van 400 – 500 nm

De kracht van de thans ontwikkelde LED diodes berust vooral op een hoog gehalte aan blauw HEV (high energy visible) licht dat ten koste van het rendement kan worden omgevormd door RGB menglicht en fluorescentie fosfors naar warme lichttinten voor aangenamere kleurtemperaturen en zich als zodanig versluierd.
Vast staat dat blauw licht schade kan veroorzaken aan de retina, de slaap onderdrukt, onbehaaglijkheid en vermoeidheid veroorzaakt en andere systeem invloeden bewerkt als obesitas, hartstoornissen, kanker en psychische aandoeningen

Infrarood en NIR licht van 700 nm – 15 ꙡm

Het ontbreken van voldoende infrarood bestanddelen en Near Infra Rood golflengtes door hun lage of ontbrekende rendement in het bereik van het zichtbare licht voor het oog vermindert het gevoel van behaaglijkheid, ATP en zuurstof voor talloze energieafhankelijke celprocessen en regeneratie processen.

Radio Frequentie – elektromagnetische straling – netvervuiling

De energiebesparing die vooral wordt bereikt door het dimmen van de LED met drivers veroorzaakt een problematiek die als electro hypersensitiviteit kan worden samengevat. Chronische pijn en vermoeidheid, slaapproblematiek, stemming verwarring, cognitieve verwarring, hartbewustzijn, tinnitus en huidirritaties vormen het spoor dat deze elektrische en stralingsverschijnselen achterlaten.

De huid als zintuig naast het oog

In de foto-endocrinologie is een sterk toegenomen inzicht ontstaan en aangetoond omtrent de invloed van licht op hormoonprocessen van hypo- en epifyse. De ontdekking van een nieuwe optische receptor werd in september 2016 nog gepubliceerd. Het gaat in veel onderzoek over retina fotoreceptoren in het oog die in complexe bio-chemische processen electronenstromen genereren naar de epi- en hypofyse voor vele en veelal cyclische, lichtafhankelijke lichaamsfuncties en processen.

De rol van de huid als grootste zintuig en de resultaten van de bevindingen van de foto-endocrinologie zijn in lichttechniek door het accent op het oog vrijwel onzichtbaar gebleven en vraagt dringend om een evaluatie van de werkingen van IR/NIR bestanddelen van het kunstlicht die in de (halogeen) gloeilamp zo zeer gelijkwaardig aan het zonlicht vertegenwoordigd zijn.

ir-nir
De IR/NIR bestanddelen van zonlicht en diverse lampsoorten5

Wie heeft de lichtkennis voor wetten?

De benodigde vakkennis voor licht-wetgeving loopt dwars door een zeer groot aantal wetenschappelijke vakdisciplines en wordt nog altijd meegedragen door de technische mogelijkheden die in de lichtindustrie worden gerealiseerd. Het is inmiddels gebruikelijk dat veel en complex onderzoek de afwegingen in de besluiten van wetgevers moet meedragen en politici zoeken daarom vaak steun voor het onderbouwen van hun oordeel bij de beschikbare wetenschappelijke en technische inzichten. Het anticiperen van de wetgever op lichttechnische ontwikkelingen in de toekomst blijkt een onverantwoorde stap, die kwalitatieve belangen van individuen en kwetsbare groepen in de samenleving op onevenwichtige gronden basisvoorzieningen ontneemt. Kwantitatief vormt het een uitdaging aan de lichtindustrie die deze kans gretig heeft aangenomen, maar op haar beurt met onevenwichtige, maar goed bedoelde producten de markt tracht te veroveren terwijl vaak het gezochte uitgangspunt van energiebesparing in continue lekstromen, overdaad en ongeremdheid uit het oog wordt verloren. Een opmerkelijk detail in het thans voorliggende voorstel van Brussel illustreert dit met het niet van toepassing verklaren van “elektronische displays” en “kunstwerken” op toekomstige energie rendementen van armaturen. Alsof al die lichtreclame en lichtaccenten om ons heen een dwingende noodzaak vormen die niet onderhevig is aan de noodzakelijke energiebesparing.

Recycling

De producten die in drivers, elektronica in en rondom de huidige en toekomstige LED het milieu zullen gaan belasten bij einde levensduur zijn allerminst zorgvuldig en evenwichtig in kaart gebracht. Toekomstige toepassing in diodes van nano-emitters en quantum dots lijken de herwinning van zeldzame metalen alleen maar te bemoeilijken.

Richtlijnen of wetten?

De lichtorganisaties waarin zich de kennis en de zelfkennis van de lichttechniek vele jaren hebben gebundeld bieden de politiek met haar goede bedoelingen rondom energiebesparingen een lichtend voorbeeld hoe het wél zou kunnen. Zij publiceren in aanbevelingen en richtlijnen op basis van menselijke en wetenschappelijke inzichten én beperkingen. Wetgevers verwijzen daarnaar waarna er bij geschillen jurisprudentie op gang kwam.

Wetgevers, politici en voor hen werkende ambtenaren kunnen wel op een lichttechnische stoel gaan zitten, maar bevinden zich daar `out of order`. Hun bevelen en macht zijn daar ongepast en ongewenst. Toegegeven kan worden dat het innemen van die ongepaste positie door de wetgever de verlichtingsindustrie een enorme ontwikkelimpuls heeft gegeven, maar die mag nu niet verder worden doorgezet naar toekomstige uitfasering van armaturen. Integendeel, evenwichtige beschouwing van wat thans voorhanden is, komt niet alleen tot uitstel van wetgeving, maar deze dient te worden teruggedraaid naar het niveau van een richtlijn. Verstandige 21e eeuw burgers kunnen zelf prima aan de hand van hun energiekosten bepalen welke lamp zij geschikt vinden in welke toepassing. Ingrepen in hun vrijheidssfeer met generaliserende machtsregels in de honderdduizenden lichtvariëteiten in de maatschappij zijn wel een kwantitatieve verleiding, maar ongrijpbaar voor de handhaving ten opzichte van een burger die zijn belangen ziet aangetast.

De wetgeving bij de wietregulering van Nederland is Europees aangemerkt als een onding. Het verbieden van de ingang van goederen aan de achterdeur van de winkel zonder de inhoud van de winkel en het gebruik te verbieden wordt nu, waarschijnlijk onbewust, door Europese regelgeving voor verlichtingsproducten op dezelfde manier opgeroepen. In winkels zijn de uitgefaseerde lampen nog steeds beschikbaar. Dat kan de wetgever toch allerminst tevreden stellen voor de continuering en de uitbouw van zijn wetgevende opvatting? Niet Europese producenten zullen al dan niet met hulp van criminaliteit en ondanks import- en productie verboden de lichtproducten blijven aanvoeren met of zonder versluiering van hun aard en namen.

De wetgeving bij de wietregulering van Nederland is Europees aangemerkt als een onding.

Een appèl voor energiebesparing aan de burger met een richtlijn en een ontmoediging in de aanschafprijs van energieonvriendelijke producten zal een evenwicht in gebruik van nieuwe en oude producten vanzelfsprekend tot stand brengen.

Wie het geheel tracht te overzien, ziet dat de ontwikkelingen in de lichtindustrie spotten met de uitgangspunten van de wetgever voor energiebesparing. Sensoren en communicatie elektronica in LEDs kunnen gemakkelijk 4 kW per jaar lekvermogen per lichtpunt verbruiken. Breeduit worden de voordelen van al die sensoren en bedieningsmogelijkheden in de markt gepusht. Als je geluk hebt vermeldt een lampspecificatie 0,5 milli ampère lekstroom, maar welke consument let op delen van duizenden van een enkele stroomeenheid? Gezondheidsaspecten in de mens worden omwille van hoge lumenstromen genegeerd. Nieuwe wetgeving kan al die losgemaakte technologie wolven niet temmen. Alleen een bewuste consument met een kosten- en gezondheidsbewustzijn en een richtlijn van een verantwoorde overheid voor producent, handelaar en consument kunnen het evenwicht scheppen waarnaar krachtig zal moeten worden gestreefd.

Wie het geheel tracht te overzien, ziet dat de ontwikkelingen in de lichtindustrie spotten met de uitgangspunten van de wetgever voor energiebesparing.


Henk Stolk
Voorzitter werkgroep lichthinder Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde
(op persoonlijke titel)

Bronnen

  1. J. Meijs Een cirkel van leven (18 november) ISBN 978 94 91748 09 7 Cichorei Amsterdam
  2. 2 EG/EU regeling
    244/2009 EG
    245 /2009 EG
    1194/ 2012 EU
    2015/ 1428 EU wijzigingen op de voorgaande 3
    874/ 2012 EU
    518/ 2015 EU wijzigingen op de voorgaande verordening
  3. Preliminary draft implementing Directive 2009/125/EC of the European Parliament and of the Council with regard to ecodesign requirements for lighting products
  4. Offenes Forum EU-Regelungen zur Beleuchtung (PDF)
  5. Alexander Wunsch Light Symposium Wismar 2016 1-58

5 reacties op “Wie heeft de kennis voor wetten over licht?”

@: “wetgeving bij de wietregulering van Nederland is een onding.
Het verbieden van goederen aan de achterdeur zonder het gebruik te verbieden wordt nu door regelgeving op dezelfde manier opgeroepen”
– Vreemde vergelijking met verslavende wiet. Zijn lampen verslavend en hoe moet je het gebruik verbieden?

Ik vind het goed dat de EU deze wetgeving inzet. Waarom zou je de ouderwetse lampen gebruiken als je precies dezelfde licht (of nog beter) krijgt met hetzelfde hoeveelheid aan energieverbruik.

“[…] komen in wetenschap en lichttechniek steeds meer zeer ernstige vragen en gezondheidstechnische zorgen aan het daglicht”
Het artikel is beter op waarde te schatten als bij de summiere opsomming bronnen te vinden waren.

3)
Alexander Wunsch is als bron onder punt 5 genoemd. Maar ook het voorafgaande artikel “Hoe verlicht is het licht” vermeldt bronnen. Een verzameling bronnen en evenwichtig beeld tot 2015 is te vinden in: “Kunstlicht und Mobilfunk – Wirkungen und Nebenwirkungen aus ganzheitlicher Sicht” E. Hübner en J. Hagen-Karow ISBN 978-3-935679-99-2. Verder is er in Wismar een presentatie van Dr. W. Geier te vinden met nog ongepubliceerde resultaten, waarover ik ook spreek in mijn PowerPoint presentatie op het laatstgehouden OV Lichtcongres in Eindhoven j.l. elders op internet. interne onder de titel “Swat the Led”.
1)Lampen zijn natuurlijk niet verslavend maar sommige zijn verboden te produceren net als wiet.

Al die onzinnige wetten van de EU. Het moet eens een keer ophouden, zelfs voor verlichting hebben ze duizenden wetten. Het moet niet gekker worden..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *