In dit artikel wordt een Gamma gloeilamp van 40 Watt gemeten. Het is een bekende en daardoor juist interessant om eens gemeten te hebben. Dan is vergelijk met andere lampen goed mogelijk. In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters.
Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.
Samenvatting meetgegevens
parameter | meting lamp | opmerking |
---|---|---|
Kleurtemperatuur | 2606 K | (Diep) warmwit. |
Lichtsterkte Iv | 31 Cd | |
Stralingshoek | 339 deg | |
Vermogen P | 42 W | |
Power Factor | 1.0 | Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 0.0 kVAhr aan reactief vermogen is geweest. |
Lichtstroom | 439 lm | |
Efficiëntie | 10 lm/W | |
CRI_Ra | 99 | Color Rendering Index oftewel de kleurweergave-index. |
Coördinaten kleursoort diagram | x=0.4697 en y=0.4150 | |
Fitting | E27 | |
D x L buitenafmetingen | 60 x 106 mm | Buitenafmetingen van de lamp. |
D x L afmetingen lichtruimte | 60 x 80 | Oppervlakte van het gebied waar het licht vandaan komt. Dit is gelijk aan de bol zelf (zonder fitting). Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt. |
Algemene opmerkingen | De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van metingen was 24-27 deg C.
Opwarmeffect: de lamp is na 5 minuten opgewarmd en geeft dan 5 % meer licht dan bij opstarten. Spanningsafhankelijkheid: het opgenomen vermogen en de verlichtingssterkte en tevens de kleurtemperatuur zijn afhankelijk van de voedingsspanning van de lamp. De afhankelijkheid is linear. Voor de Eulumdat file, volg deze link. Deze lamp is getest op dimbaarheid, en interessante parameters zijn in 1 grafiek verzameld, als functie van de dimstand. |
|
Dimbaar | ja | Volgens opgave fabrikant. |
Eulumdat lichtdiagram
Een interessante grafiek is het lichtdiagram, wat de helderheid aangeeft in het C0-C180 en het C90-C270 vlak.
Het lichtdiagram en de indicatie van de planes.
Het C0-C180 vlak en het C90-C270 vlak geven hetzelfde diagram, omdat de lamp symmetrisch is over de z-as. De lamp is een rondstraler en straalt meer licht naar de zijkanten dan naar voren. Dit omdat er meer lichtgevend oppervlak is naar de zijkanten.
Verlichtingsterkte E_v op 1 meter afstand, of lichtintensiteit I_v
Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld.
In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen en is niet geconverteerd naar Cd/1000lm zoals in het Eulumdat lichtdiagram.
Het stralingsdiagram van de lamp.
Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.
Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.
Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaardes verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp. Bij een kantelhoek van 90 graden zijn de gemeten intensiteiten in een range van 106-149 %.
Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaardes per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 339 graden.
Lichtstroom
Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaardes, is de lichtstroom te berekenen.
Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 439 lm.
Efficiëntie
Een lichtstroom van 439 lm, en een opgenomen vermogen van 42 Watt, levert een efficiëntie van 10 lm/Watt.
Met de powerfactor van 1.0 geldt dat voor iedere kWh aan netto vermogen, er 0.0 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.
Lampspanning | 230.0 V |
Lampstroom | 183 mA |
Vermogen P | 42 W |
Schijnbaar vermogen S | 42 VA |
PF | 1.0 |
Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum
Het kleurspectrum van het licht van deze lamp.
De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is ongeveer 2600 K wat (diep) warmwit is. Het spectrum laat veel licht in het rood en dieprood zien. En er wordt ook veel energie uitgestraald in het infra rood, want de lamp geeft veel warmte af.
De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.
De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.
De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot ongeveer 90 graden, verder is niet gemeten. De kleurtemperatuur blijft mooi constant binnen de 1 %.
Kleursoort diagram
Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.
Het lichtpunt ligt bovenop het pad van de zwarte straler. Hier wordt op teruggekomen bij de CRI van deze lamp.
De kleurcoördinaten zijn x=0.4697 en y=0.4150.
Kleurweergave-index of CRI
Hierbij het plaatje van de kleurweergave index. Deze wordt goed uitgelegd op deze Wiki over kleurweergave-index en deze site.
De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.
Deze waarde van 99 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron.
Deze waarde van 99 is hoger dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik, zie ook dit artikel.
De “chromaticity difference” is 0.0009, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Deze waarde is lager dan 0.0054 en daarmee zeggende dat de CRI berekening nauwkeurig is en er van mag worden uitgegaan.
Spanningsafhankelijkheid
De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx], de kleurtemperatuur T [K] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning.
Spanningsafhankelijkheid van een aantal lampparameters.
Het opgenomen vermogen en de verlichtingssterkte hangen af van de aangeboden lampspanning. Deze afhankelijkheid is lineair. Omdat de lamp, bij hogere voltages meer stroom krijgt, neemt de kleurtemperatuur toe en is te zien dat ook de kleurtemperatuur dus afhankelijk is van de lampspanning.
Bij een mogelijke variatie in spanning bij 230 V van + en – 5 V dan is de variatie in de verlichtingssterkte van deze lamp < 8 %. Bij abrupte variaties in netspanning is dit mogelijk zichtbaar.
Opwarm-effecten
Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.
Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd
Bij het opwarmen geeft de lamp na een 5 tal minuten volle lichtsterkte, wat slechts 5 % meer licht is dan juist na het opstarten.
Dimbaarheid
De lamp is op dimbaarheid getest. Hiertoe is gebruik gemaakt van een dimmer die werkt middels faseaansnijding. De dimmer wordt door de computer aangestuurd en in een stand gezet die overeenkomt met bepaalde mechanische posities (vergelijk met een dimmer in de muur, die met draaien in een bepaalde stand wordt gezet).
Lampparameters afhankelijk van de dimstand, bij stapjes waarbij de intensiteit toeneemt.
Deze grafiek is verkregen uit gegevens waarbij begonnen is in de maximale dimstand, en waarbij steeds minder gedimd werd (dus er kwam steeds meer licht). De meting waarbij begonnen werd in minimale dimstand en dan al metende steeds meer dimmen, is ook gedaan en leverde dezelfde resultaten op.
Bij de mechanische stand 100 is het dimmen minimaal en zijn de waardes voor verlichtingssterkte Ev, voor het opgenomen vermogen P en tevens voor de kleurtemperatuur maximaal. Dit is geschaald op 100 %. De efficiëntie is berekend door de verlichtingssterkte te delen door het opgenomen vermogen.
Bij de mechanische stand 75 (vergelijkbaar met een dimmer in de muur waarbij de draaiknop een kwart is gedraaid van geen dimmen richting meer dimmen) wordt er nog maar 57 % aan licht gegeven waarbij het opgenomen vermogen slechts tot 80 % gedaald is. Daarom is de efficiëntie lager geworden dan wanneer er niet gedimd werd (70 % van wat deze was bij minimale dimstand).
Bij de mechanische stand van 50 % is er nog 15 % van het maximale licht en dat bij een opgenomen van vermogen die de helft bedraagt van het maximale niveau.
En bij de 0% stand (al vanaf 20 % en lager), dat wil zeggen een dimmer die geheel dicht staat, dan blijkt dat er 2 % licht afkomt tegen 23 % van het maximale vermogen. Op dit moment is de efficiëntie het laagst.
Dit geeft aan dat dimmen gepaart gaat met een verlaging van de efficiëntie. Dit is bekend bij halogeen- en gloeilampen. De efficiëntie is hoger naarmate de lamptemperatuur hoger is, en bij dimmer verlaagt deze temperatuur waardoor de efficiëntie afneemt.
De kleurtemperatuur neemt ook af t.o.v. het normale 100 % niveau, wat zich uit in het geliger worden van het licht dat er vanaf komt.