De groei van zonnestroom in Nederland gaat heel hard en dit is goed en noodzakelijk om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Op dit moment is het in sommige delen van Nederland zelf moeilijk vanwege capaciteits-problemen om sommige parken aan te sluiten op ons elektriciteitsnetwerk.
Het zou zonde zijn als er nu jarenlange vertraging ontstaat van de enorme groei van zonnestroom, omdat de parken en grote zonnedaken niet meer aangesloten kunnen worden op ons elektriciteitsnet. Er zijn echter een aantal (deel)oplossingen.

Verplicht oost west opstellingen van grondgebonden zonneparken en platte daken

De moeilijkheid om grootschalig zonnestroom in te passen in het stroomnet, is de hoge stroomproductie rond het middaguur. Als de zon op het hoogste punt staat, is er bijna maximale productie van zonnepanelen die op het zuiden gericht staan. Door de panelen naar zowel de oostkant als naar de westkant te richten, top je de piekproductie een heel klein beetje af. Bovendien kan er door de zonnepanelen naar oost west te richten, er op dezelfde grondoppervlakte meer stroom geproduceerd worden. We kunnen onze schaarse ruimte zo beter benutten.

Samenwerking met energieopslagbedrijven

Met de handel in stroom is door de groei van duurzame energie een steeds beter verdienmodel te creëren. Als deze accupakketten (energieopslag) bij zonneparken worden geplaatst, kan er met een kleinere aansluitcapaciteit worden gewerkt.De netbeheerders kunnen zo meer zonneparken aansluiten zonder dat er extra capaciteit voor nodig is.

Happy hour

Zonnepark ontwikkelaars zouden een samenwerking kunnen zoeken met bedrijven die laadstations bouwen en of exploiteren. Met zonnig weer kunnen automobilisten een flinke korting tegemoet zien als zij daar dan hun auto opladen, zoals 1 kWh tanken de tweede kWh gratis. Deze laadstations zouden direct kunnen worden aangesloten naast zonneparken. De piekproductie kan worden afgevlakt, zeker als de laadstations ook wat in energieopslag investeren.

Tijdelijke curtailment

Netbeheerders kunnen vragen om (tijdelijk), bijvoorbeeld maximaal 60% van het maximale vermogen te leveren van nieuw te bouwen zonneparken. Mocht er na bijvoorbeeld 3 jaar extra capaciteit aanwezig zijn op dat gedeelte van het stroomnet, dan kan deze beperking worden opgeheven. Zo kunnen de parken nu al gebouwd worden en de verliezen blijven beperkt, omdat zonnepanelen maar een klein deel van de 8760 uur per jaar op maximaal vermogen presteren.

Vraag en aanbod van zonnestroomproductie van consumenten beter op elkaar afstemmen

Om grootschalige productie zonnestroom te kunnen implementeren kunnen we van 11:00 uur tot 16:00 uur een extra daltarief (ook wel het lage of nachttarief genoemd) invoeren. Met dit extra daltarief kunnen we een deel van ons stroomgebruik verleggen van de namiddag / begin avond naar de tijden met de hoogste zonnestroomproductie. Op deze manier, kunnen we nog heel wat meer zonnestroomvermogen opstellen. De energiebelasting in het daltarief moet ~5 cent omlaag per kWh en buiten de daltarieven ~2 cent omhoog. Ook huiseigenaren die geen panelen kunnen plaatsen, kunnen op deze manier een klein beetje profiteren van buurmans zonnepanelen.
Deze maatregel zorgt er ook voor dat salderen betaalbaar blijft.

Met een energiebelastingtarief van bv 40% op de kale marktstroomprijs, loont het nog meer om stroom te gebruiken bij veel aanbod, omdat op die momenten de stroomprijzen inclusief belasting heel laag zullen zijn.

Regionale netbeheerders

De regionale netbeheerders zullen komende jaren nog heel wat koper in de grond moeten stoppen om de energietransitie mogelijk te maken. Ook zullen slimme oplossingen moeten worden gevonden om vraag en aanbod van stroom op elkaar af te stemmen. In sommige wijken kan er bijvoorbeeld gekeken worden of de transformator huisjes geschikt zijn om accu’s te plaatsen voor energieopslag.

TenneT

De landelijk en internationale netbeheerder TenneT zal het komende jaren bijzonder druk krijgen. Naast de vele stroomkabels voor de aansluitingen met de windparken op zee, zullen ze moeten blijven werken aan internationale verbindingen. Na het gereed komen van de stroomverbinding met Denemarken, is het noodzakelijk om met Noorwegen extra capaciteit te kunnen uitwisselen. Met al over enkele jaren 30 GWp aan zonnestroomvermogen, zoals sommige deskundigen voorspellen, is het noodzakelijk om duurzame stroom te kunnen exporteren en bij windstil donker weer, weer te kunnen importeren uit Noorwegen met haar grote opslagcapaciteit van stuwmeren.

Conclusie

De energietransitie is geen sinecure. Er is veel werk aan de winkel en er is zeker extra capaciteit nodig om de elektrificatie van ons energiehuishoudens in goede banen te leiden. Er zijn al wel vele slimme oplossingen aanwezig om een duurzame energie samenleving te creëren.