Lioris presenteert een 120 cm lange led-TL buis. Er zit behoorlijk wat intelligentie in om deze lamp dimbaar te maken in 4 standen. Zo is het mogelijk om gehele sets van lampen op hetzelfde net in 1 keer in dezelfde dimstand te zetten. Het dimmen is tevens uitgetest in dit artikel.
De lamp geeft koudwit licht en bevat 364 smd ledjes.
In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.
Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.
Samenvatting meetgegevens
parameter | meting lamp | opmerking |
---|---|---|
Kleurtemperatuur | 7603 K | Koudwit. |
Lichtsterkte Iv | 647 Cd | Gemeten recht onder de lamp. |
Stralingshoek | 121 deg | 118 graden is de stralingshoek voor het C0-C180 vlak (lengterichting vd buis). Loodrecht hierop is deze stralingshoek 121 graden (dit is vergelijkbaar, en dit is het C90-C270 vlak). |
Vermogen P | 25.8 W | |
Power Factor | 0.99 | Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 0.1 kVAhr aan reactief vermogen is geweest. |
Lichtstroom | 2009 lm | |
Efficiëntie | 78 lm/W | |
CRI_Ra | 80 | Color Rendering Index oftewel de kleurweergave-index. |
Coördinaten kleursoort diagram | x=0.3011 en y=0.3018 | |
Fitting | TL | Deze led-TL wordt direct op de 230 V aangesloten. Zo is deze ook getest. |
PAR-waarde | 6.4 μMol/s/m2 | Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp. |
S/P ratio | 2.2 | Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficienter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid). |
D x L buitenafmetingen | 30 x 1197 mm | Buitenafmetingen van de lamp (D = diameter). |
L x B afmetingen lichtruimte | 1150 x 17 mm | Diameter van het gebied waar het licht vandaan komt. Dit is gelijk aan de oppervlakte van de plaat waarop de leds gemonteerd zitten. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt. |
Algemene opmerkingen | De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van metingen was 23-25 deg C. De buisuiteinden zijn op temperatuur gemeten (37 deg C en 52 deg C waar de voeding zit).
Opwarmeffect: gedurende de opwarming nemen de verlichtingssterkte en het opgenomen vermogen af met respectievelijk 11 % en 12 %. Spanningsafhankelijkheid: het opgenomen vermogen en de verlichtingssterkte zijn lineair afhankelijk van de aangeboden spanning. De lamp is getest in de dimstanden 100, 75, 50 en 25 %. |
|
Meetrapport (PDF) | ||
Eulumdat file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. |
Overzichtstabel
Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen. Zie ook de uitleg van deze tabel.
Eulumdat lichtdiagram
Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak. Er is ook meer uitleg over dit diagram.
Het lichtdiagram en de indicatie van de planes.
Het C0-C180 vlak (lengterichting van de buis) en het C90-C270 (dwars daarop) vlak zijn niet significant verschillend.
Verlichtingsterkte E_v op 1 m afstand, of lichtintensiteit I_v
Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld. In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen.
Het stralingsdiagram van de lamp.
Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.
Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.
Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaardes verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp. Bij een kantelhoek van 40 graden zijn de gemeten intensiteiten in een range van 75-80 %.
Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaardes per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 118-121 graden. Deze gemiddelde waarde geldt voor alle denkbeeldige snijvlakken door deze lamp; de stralingshoek voor het C0-C180 vlak is vergelijkbaar met die voor het C90-C270 vlak.
Lichtstroom
Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaardes, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 2009 lm.
Efficiëntie
Een lichtstroom van 2009 lm, en een opgenomen vermogen van 25.8 Watt, levert een efficiëntie van 78 lm/Watt.
Met de powerfactor van 0.99 geldt dat voor iedere kWh aan netto vermogen, er 0.1 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.
Voedingsspanning | 230.0 V |
Voedingsstroom | 113 mA |
Vermogen P | 25.8 W |
Schijnbaar vermogen S | 26.0 VA |
PF | 0.99 |
Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen.
Spanningsvorm over de lamp en stroom door de lamp.
Nagenoeg perfect; de stroom loopt in fase met de spanning, is sinusvormig zonder pieken, wel een paar stijle hellingen. Vandaar de powerfactor van (bijna) 1.0.
Wanneer het powerspectrum van de stroom bepaald wordt, dan is het aantal hogere harmonischen zichtbaar.
Het stroom vermogensspectrum, met logaritmische schaal (in % van de grootste harmonische).
Geen noemenswaardige hogere harmonischen.
Temperatuurmetingen lamp
Temperatuursplaatje van de koude kant van de buis, na opwarmen
status lamp | > 1 uur opgewarmd |
omgevingstemperatuur | 23.5 graden C |
camera | Flir B-CAM SD |
emissiviteit | 1.00(1) |
meetafstand | 0.25 m |
IFOVgeometric | 0.8 mm |
NETD (thermische gevoeligheid) | 100 mK |
(1) De emissiviteit is zo ingesteld dat de temperatuur zo goed mogelijk overeenkomt met een temperatuur bepaald door contactmeting. De contactmeting echter mat nog 3 graden lager. Echter toen bleek dat de contactmeter zelf een verlagende invloed had op de temperatuur van de wand van de buis doordat deze warmte wegnam. Dit resultaat is een compromis tussen twee gecalibreerde temeratuursensoren.
De buis wordt aan de andere kant warmer, de voeding zal er zitten.
Temperatuur van het koellichaam
emissiviteit | 1.0(1) |
meetafstand | 0.25 m |
IFOVgeometric | 0.8 mm |
Deze zijde wordt ruim 52 graden. Hier zal de stroomdriver zitten.
Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum
Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.
De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is ongeveer 7600 K wat koelwit is.
De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.
De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.
Er is niet verder gemeten dan een kantelhoek van 80 graden, omdat de lichthoeveelheid dan teveel is afgenomen (minder dan 5 lux) en er niet meer toe doet.
Kijkende naar de stralingshoek van 121 graden (dus 55.5 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt) dan geldt dat in dit gebied de kleurtemperatuur met ongeveer 14 % afneemt.
PAR waarde en -spectrum
Uitleg over PAR, hoe de waarde te verkrijgen en de achtergrond van de gegevens is te vinden in dit artikel.
Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum
Het PAR getal voor het licht van deze lamp komt uit op 6.4 μMol/s/m2.
Deze waarde geldt op 1 m afstand van de lamp en tevens geldt deze waarde voor ruwweg het gebied (op 1 m afstand) binnen de stalingshoek.
Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 67 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.
S/P ratio
Uitleg over S/P ratio, de waarde en het verkregen spectrum is te vinden in dit artikel.
Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurves en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).
De oppervlakte onder het photopisch spectrum is flink kleiner (rode curve) dan bij het scotopisch spectrum (zwarte curve), gevolg is een hoge S/P ratio van 2.2.
Zie voor meer achtergrondinformatie het uitlegartikel over S/P ratio op de OliNo website.
Kleursoort diagram
Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.
Het lichtpunt ligt dichtbij het pad van de zwarte straler. Hier wordt op teruggekomen bij de CRI van deze lamp. De kleurcoördinaten zijn x=0.3011 en y=0.3018.
Kleurweergave-index of CRI
Hierbij het plaatje van de kleurweergave index. Deze wordt goed uitgelegd op de Wiki over kleurweergave-index. De echte relevantie van de CRI waarde wordt verder in een artikel op OliNo besproken.
De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.
Deze waarde van 80 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (onder de 5000 graden is dat een zwarte straler en daarboven het buitenlichtspectrum).
Deze waarde van 80 is gelijk aan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik, zie ook de uitleg op OliNo.
De “chromaticity difference” is 0.0082, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Deze waarde is hoger dan 0.0054 en daarmee zeggende dat de CRI berekening niet nauwkeurig is en er niet van mag worden uitgegaan.
Spanningsafhankelijkheid
De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx], de kleurtemperatuur T [K] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning.
Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.
Het opgenomen vermogen en de verlichtingssterkte variëren in lineaire mate mee met de variatie van de aangelegde voedingsspanning.
Een abrupte variatie van + of – 5 V levert een verandering van de lichtintensiteitswaardes van < 3 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar.
Opwarm-effecten
Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.
Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd
De variaties gedurende de opwarmtijd van 35 minuten zijn een afname van de verlichtingssterkte van 11 % en van het opgenomen vermogen van 12 %.
Dimbaarheid
De lamp is dimbaar. Er is een speciale procedure om de dimfunctie te gebruiken.De uitleg van de fabrikant Lioris:
Step 1. Switch on the Tubo. It will switch into it’s previous choosen setting (memory).
Step 2. Within 10 seconds switch the Tubo off and on again.
Step 3. The dimming program will start.
3 blinks to indicate program mode
Within 6 seconds the Tubo will go to 100% light output and will blink 2 times
User has 4 seconds to select 100% or can select within the previous 6 seconds.
Within 6 seconds the Tubo will go to 75% light output and will blink 2 times
User has 4 seconds to select 75% or can select within the previous 6 seconds.
Within 6 seconds the Tubo will go to 50% light output and will blink 2 times
User has 4 seconds to select 50% or can select within the previous 6 seconds.
Within 6 seconds the Tubo will go to 25% light output and will blink 2 time
User has 4 seconds to select 25% or can select within the previous 6 seconds.
Tubo switches to 100% instantly
Step 4. If within step 3, the tube is switched off: then that dim setting will be selected when it is switched on again.
Dit is makkelijk dimmen, wanneer een zaal volhangt met deze buizen en met 1 schakelaar kan dan gedimd worden.
De manier hoe dimmen getest wordt en de uitleg over interpretatie van onderstaande grafiek is op de OliNo website uitgelegd.
Dimresultaat op de lampparameters
De lamp is erg goed dimbaar. De verlichtingssterkte neemt lineair af en in dezelfde verhouding als de dimstanden 100, 75, 50 en 25 %.
Het vermogen neemt ook af, en iets sneller, waardoor de efficiëntie iets toeneemt. Zelfs bij 25 % opgenomen vermogen (dus bij 75 % dimmen) geldt dat de efficiëntie nog steeds hoger is dan bij 100 % branden. De leds worden minder warm en branden daardoor efficiënter. Het eigen opgenomen vermogen van de driver is nog steeds zo klein dat het de totaalefficiëntie niet omlaag haalt. Heel gunstig.
De kleurtemperatuur neemt iets af bij meer dimmen, wat doet vermoeden dat de leds met een lagere stroom bedreven worden (geen PWM) bij meer dimmen.
5 reacties op “Lioris Tubo T24120CWC”
Er wordt een stralingshoek aangegeven van 121 deg. Je zou zeggen de er dan in de luminantietabel van dialux vanaf het vlak C0-60 het aantal cd/m2 de lichtsterkte sterk af zou nemen. Echter zijn de waarden in Dialux nog als volgt C0-60:31889cd/m2, C0-70: 28648cd/m2, C0-80:18436cd/m2 en bij C90-85:32690cd/m2. Ik stel me zelf dan ook de vraag of deze gegevens kloppen?
Ik wil namelijk weten of dat de luminantie in cd/m2 bij plaatsing van deze buis in een TBS319 armatuur van 65gr tot 90gr onder de 1000cd/m2 blijft. Deze waarde wordt opgegeven door de NEN-EN-12464-1 om verblindingshinder bij het gebruik van beeldschermen te voorkomen.
Je zou zeggen dat als de ledbuis een stralingshoek heeft van 121 graden, dus afgerond 60 graden vanaf C0-0, dat het aantal cd/m2 vanaf de 65 graden nihil zou zijn. Echter is dit het volgens de dialux file niet.
Kan iemand mij uitleggen hoe dit precies zit?
Alvast bedankt voor de reactie!
MVG,
Stef
Hoi Stef,
De helderheid is in de Eulumdat aangegeven. Deze heeft een cosinusvorm bij groter wordende hoek. Dat kun je zien aan het Eulumdat lichtdiagram. Dus de helderheid neemt af met de cosinus van de hoek waaronder de lamp bekeken wordt.
De luminantie is de helderheid in Cd gedeeld door het zichtbare oppervlak waarvan de helderheid vandaan komt. Dit zichtbare oppervlak neemt af in grootte wanneer ik onder een groter wordende hoek kijk.
Dus de helderheid neemt af met de cosinus van de hoek, evenals het oppervlak waarvan het licht vandaan komt. Netto blijft de luminantie dan nagenoeg constant.
Beste marcel,
TL-buizen worden naar mijn weten niet statisch en trekken het vuil wat er in een bepaalde ruimte rond hangt niet aan.
Hoe zit dit met deze led-tube? Ik kan me namelijk best voorstellen dat het kunststof deel statisch geladen wordt en vuil uit de ruimte wel aantrekt wat weer nadelige gevolgen heeft op de lichtstroom.
Weet jij hoe het hiermee gesteld is?
Alvast bedankt voor je reactie.
MVG,
Stef
Geen idee Stef of led-TL behuizingen die van
kunststof zijn veel of weinig stof aantrekken. Daarvoor heb ik ze niet lang genoeg in gebruik.
Je zegt dat een TL geen stof aantrekt, dat kan zijn, echter er kan stof aangetrokken worden in de TL bakken en dat zorgt ook voor terugval.
Klopt helemaal.
Echter trekt de TL-buis en het armatuur geen stof aan maar slaat de stof hierop neer. Hier is ook rekening mee gehouden met het bepalen van de onderhoudsfactor, zie ook http://www.bbri.be/antenne_norm/energie/pdf/De_onderhoudsfactor_van_verlichtingsinstallaties.pdf.
Maar het kan best zo zijn dat de ledbuis, ipv dat er sto op neer slaat, stof aaftrekt waardoor de lichtopbrengst nog veel lager wordt dan als verwacht.
Om dit voor te zijn ben ik erg benieuwd naar de statische effecten van de ledbuis. Het moet immer niet de vervanger van de swiffer worden 😉