Wat eten we als de olie opraakt?

Geplaatst door Ilse Hoenderdos in Biologisch, Niet-duurzaam 14 Reacties»

voedselprodcutieOns voedselsysteem staat wereldwijd voor een ongekende crisis. Het leven van honderden miljoenen, mogelijk zelfs miljarden mensen is in gevaar. Vier gelijktijdig optredende dilemma’s die alle voortvloeien uit onze afhankelijkheid van eindige fossiele brandstoffen, vormen de oorzaak.

Het eerste dilemma bestaat uit de directe invloed van hogere olieprijzen op de landbouw: duurdere diesel voor de tractor, duurdere bestrijdingsmiddelen, en hogere transportkosten voor al wat de boerderij in- en uitgaat.

olievat
Gouden bergen fossiele brandstoffen

Het tweede dilemma is een indirect gevolg van hogere olieprijzen – de toegenomen vraag naar biobrandstoffen die ertoe leidt dat akkers die eigenlijk bestemd zijn voor voedselproductie worden gebruikt voor de teelt van energiegewassen, waardoor voedsel duurder wordt.

Het derde dilemma wordt bepaald door de invloed van klimaatverandering en extreme weersomstandigheden veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen door verbranding van fossiele brandstoffen.

De klimaatverandering is echt het centrale thema van onze tijd.

Evenwel het opraken van de fossiele brandstoffen bemoeilijkt de zaak en als we er niet in slagen beide problemen op te lossen, kan het zijn dat we op twee fronten falen.

Tenslotte is daar de degradatie of het verlies aan basale natuurlijke bronnen – vooral teelaarde en zoetwater – als gevolg van hoge productievolumes volgens niet duurzame methoden, die decennia lang zijn gestimuleerd door goedkope energie.
verdroging
Zoetwater is ook een natuurlijk bron die schaars zal worden

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er aan de komst van de fossiele brandstoffen ook goede kanten zaten. In de laatste jaren van de 19e eeuw stond ongeveer ¼ van al het Engelse en Amerikaanse akkerland ten dienste van de teelt van granen als paardenvoer. Door de overschakeling op mechanische paardenkrachten, de PK’s, kwam dit areaal vrij voor de teelt van menselijke voedselgewassen.

In een eeuw tijd is de inzet van fossiele brandstoffen in de landbouw uit zijn voegen gegroeid. Gemeten in calorieën is de verhouding compleet zoek. Voor de productie van één calorie voedselenergie zijn ca 10 calorieën fossiele brandstof nodig.
voedselprodcutie
De landbouw is massaproductie

We zijn nu in een fase beland dat we de top van de productie van fossiele brandstof naderen en ons gedrag moeten afstemmen op de geleidelijke daling ervan gepaard gaande met een voortdurende prijsstijging vanwege de groeiende schaarste aan deze energiebron waarvoor we in onvoldoende mate duurzame alternatieven hebben ontwikkeld. De productietop van fossiele brandstoffen wordt niet in alle landen tegelijk bereikt. In de VS ligt die al 30 jaar achter ons; olie uit de Noordzee heeft zijn top overschreden; op sommige plaatsen echter is de top nog niet bereikt. Per saldo is er volgens sommigen nog een groei, maar niet meer voor lang. De laatste piek in de winning van ruwe olie wereldwijd werd bereikt in mei 2008, dus al meer dan twee jaar geleden. De oplevende steenkooldelving moet helpen het gat te vullen.

Intussen wordt voedsel met sprongen duurder; er zijn graanvoorraden voor nog maar 57 dagen: het laagste niveau in 25 jaar. Duurder voedsel is goed voor de boeren als tenminste de meerprijs voor een evenredig deel bij hen terecht komt en deze niet wegvloeit door duurdere aankopen van brandstof, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Boeren met lage inputs zijn nu in het voordeel.

De armen in de steden lijden hoe dan ook onder de toenemende voedselprijzen.

Invloeden van biobrandstoffen

De boeren moeten bij de opkomst van de energieteelten een keuze maken: ofwel voortgaan met voedselteelten ofwel omschakelen omdat dat beter verdient. In de VS gaat al 20% van de maïs naar de productie van ethanol; men rekent erop dat dit de eerstkomende jaren toeneemt tot 25%. Gevolg: de maïsprijs is met sprongen omhoog gegaan, wat zowel de menselijke consumptie als de veeteelt raakt. [Heinsberg merkt niet op dat de bestemming van de geteelde maïs niet door de boeren wordt bepaald maar door de opkoper. Het dilemma voor de boer speelt dus alleen bij die teelten die specifiek ten dienste staan van de verwerking tot biobrandstof. Met de huidige variëteiten van maïs, sojabonen, koolzaad en suikerriet is dat nog niet het geval. Zodra variëteiten van die gewassen worden ontwikkeld die zijn toegespitst op de energiewinning, komt de boer voor een dilemma te staan.

Fosfaat

De beschikbaarheid van fosfaat uit de mijnbouw bestemd als meststof voor de akkers neemt af. De wereldproductiepiek was in 1989. Deze delfstof is nog niet op, maar de rijkste bronnen zijn ontgonnen; we zijn nu bezig aan de ontginning van de mindere soorten en tegen aanzienlijk hogere prijzen.

Biologische landbouw

We worden door omstandigheden gedwongen terug te keren naar een landbouw met weinig of geen aanwending van fossiele brandstoffen. Biologische landbouw kan een antwoord zijn; een antwoord dat ook leidt tot intensievere tewerkstelling in de landbouw. Andere aspecten dringen zich op: groeiende toepassing van de lokale kennis van de bodem, van micro-organismen, van weer en water, en van de interacties van planten, dieren en mensen.

Cuba als voorproefje

Eind jaren 1980 hebben de boeren en burgers van Cuba ervaren wat gebrek aan fossiele brandstof betekent. Het gemiddelde lichaamsgewicht nam aanzienlijk af en ondervoeding werd een algemeen verschijnsel. Slecht renderende staatsboerderijen werden opgeheven en gronden werden herverdeeld. De os verving de tractor. Biologische landbouw met dierlijke mest, met compost en met natuurlijke bestrijding van pest en plagen groeide. De Cubaan werd vegetariër uit noodzaak. Het loon van landarbeiders steeg tot boven het niveau van de kantoorwerkers. Stedelijke volkstuinen en zelfs daktuinen verschenen. Zo voorkwam men een ernstige hongersnood.
power_community_cuba_1
Hoe is Cuba acuut omgeschakeld naar een olie-vrije economie?


Power of Community: Hoe Cuba survived Peakoil

Dit is overigens waar Transition Towns zich ook mee bezig houden, door kennis uit te wisselen en mensen bewust te maken en in actie te komen door zelf aan de slag te gaan met bijvoorbeeld eigen voedsel verbouwen of verbindingen leggen met regionale boeren.

Het keerpunt in zicht

In de VS worden de eerste stappen gezet. Recent werd in Oakland in de staat Californië een politiek besluit genomen om tegen 2015 in een straal van 80 km rond het stadscentrum ten minste 40% van de groenten te kweken die in de stad geconsumeerd worden.

Heinberg verwacht zelfs dat dierlijke tractie weer in zwang zal komen met een voorkeur voor de os boven het paard omdat een rund ruwvoer beter verteert; een paard heeft liever haver en ander granen en is zo de concurrent van de mens. Naarmate de tractoren het veld ruimen voor het trekdier zal de behoefte aan grootschaligheid in de landbouw afnemen en zal ook het landschap veranderen.

Heinsberg voorziet dat de mensen over honderd jaar weer allemaal biologisch voedsel zullen gebruiken, uit noodzaak omdat de fossiele brandstof wegvalt.

Richard Heinberg hield hierover een lezing op 22 november 2007 in de Central Hall, Westminster, London.

De volledige tekst van zijn lezing is te vinden op de website van Richard Heinberg, What will we eat as the oil runs out?

Bron: Werkgroep voor Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw Wervel vzw


Ilse Hoenderdos, Eindhoven

14 reacties op “Wat eten we als de olie opraakt?”

Niet onbelangrijk te vermelden is de enorme groei van de populatie. De druk om veel voedsel te verbouwen (en over consumptie) neemt toe. Denk ook niet dat het een kwestie is van gaat het wel of niet fout, maar wanneer gaat het fout.

Heel goed om hier de aandacht op te vestigen. In discussies over duurzaamheid is voedselproductie vaak, net als transport, een ondergeschoven kindje.

Het is ook goed om op te merken dat plantaardig voedsel veel minder fossiele energie kost om te verbouwen dan dierlijk voedsel. Ik eet zelf regelmatig vlees, maar eigenlijk zou ik dat sterk moeten verminderen of zelfs stoppen, want daarmee is een grote fossiele energiebesparing mogelijk. Waarschijnlijk is de behaalbare besparing nog veel groter dan met high-tech maatregelen als zonnestroompanelen, elektrische auto’s etc.

Zoals fossiele brandstof als technologische innovatie een zegening was voor onze voedselproductie, moeten we nu het stokje doorgeven naar de volgende innovatie, waarschijnlijk gentech.
Gentech heeft alles in zich om alle problemen die zich voor doen aan te pakken; waterschaarste, bemesting en pesticiden.

Laten we vooral niet een stap terug gaan, en weer met ossen gaan zeulen.
Ook lijkt me Cuba niet te benijden als welvaartsniveau.

Hoi Victor, ik wilde toch reageren op je voorstel over gentech. Gentech of GGO’s verminderen de biodiversiteit, dit is al bekend. Maar uit een recent rapport in opdracht van Greenpeace blijkt nu ook het agronomisch en economisch falen van GGO’s. Na 15 jaar praktijk blijkt de agronomische balans negatief: zo worden bv. resistente onkruiden onbeheersbaar en kunnen Amerikaanse boeren terug met de hand gaan wieden! Het duurdere zaad rendeert dus niet.

Gentech probeert gewassen aan te passen aan liefst steriele, dode bodems. Uiteraard is er dan afweer nodig tegen allerlei kwalijke parasieten die zich tot dit ecologische slagveld aangetrokken voelen. Die afweer kan met biociden gebeuren, of ingebouwd worden in de plant, of beide.

Ecotechnologen daarentegen zetten in op het bestuderen, aanwenden en beheren van de ingenieuze ecosystemen en de relaties tussen verschillende onderdelen daarin. Je ziet het verschil onmiddellijk in de onderzoeksthema’s: functionele agrobiodiversiteit, agroforestry, mengteelten, ziektewering door bodemleven – en liefst al die dingen gecombineerd!

Mijn persoonlijk voorkeur gaat uit naar een optimale balans situatie en niet naar de scheef groei van macht en verlies van vruchtbaarheid. Bekijk ook eens de film ‘The World According to Monsanto’ ter inspiratie.

Groet,
Ilse.

@Ilse
Ik ben bekend met de wanpraktijken van Monsanto en de ongezonde monopolistische positie die het bedrijf lijkt te bezitten.
Echter, toch heb ik vertrouwen in de gedachte die achter de gentech zit. Natuurlijk, zoals elke nieuwe technologie, is het een tweesnijdend zwaard, die ook negatieve kanten heeft, ik wil echter nooit het kind met het badwater weggooien.
Greenpeace, ik zeg het niet snel, maar deze organisatie, die mensen altijd bang probeert te maken (Cornflakes met krabbengenen, kan ik mij herinneren) heeft geen enkele geloofwaardigheid meer bij mij. Biodiversiteit moet trouwens nooit een doel op zich zijn.

Waar het op neer komt, is dat ik een fundamenteel geloof heb dat de maakbare wereld beter kan zijn dan de natuurlijke, ook in het geval van Gentech.

De natuur; alhoewel het koning van de duurzame oplossingen is, is de benutting van grondstoffen verre van optimaal. De ecotechnologie die jij voorstelt is interessant en kan zeker bijdragen aan een hoger optimum. Maar de belofte van droogte-, ziekte- en ongediertevrije gewassen is te belangrijk om aan de kant te schuiven.

@ Victor

Volgens mijn gegevens moet GenTech zich nog bewijzen. Of het nu gaat om hogere opbrengsten, minder pesticiden en/of (ecologische) gezondheid.

Ook GenTech is niet de oplossing als olie schaars wordt. Grootste probleem is transport. Grote monoculturen zijn simpelweg niet vol te houden. Het gezeul met goederen (voedsel) wordt onbetaalbaar. Elektrische vrachtwagens en trekkers? Asfalt? Koeling? Plastics?

Wil het niet helemaal overboord gooien, maar waakzaamheid is geboden in deze…

Welvaart of welzijn, that’s the question, wellicht?

IMHO is GenTech niet de meest high-tech oplossing, maar is de meest high-tech oplossing een door en door begrip van alle onderdelen van het eco-systeem. Ik kan me voorstellen dat er een toekomst is waarin we de kwaliteit van de landbouwgrond constant in de gaten op allerlei factoren die van invloed zijn, zoals we tzt in kaart hebben gebracht, op de diverse gewassen. Door een fijnmazige en frequente beproeving van de landbouwgrond en uitgebreide kennis van alle onderdelen in dat specifieke eco-systeem kan een computer model een optimaal kweekplan ontwikkelen, dat past in de behoefte van de macro-economie, maar rekening houdt met de lokale variabelen en zo een optimum bereikt tussen de verschillende inputs (water, arbeid, etc) en de outputs (voedsel, meststoffen, biomassa, etc). Dat is pas high-tech.

Gentech is gewoon alles we niet helemaal begrijpen of willen begrijpen en buitensluiten om de landbouw zoveel mogelijk op een ideale proefopstelling te laten lijken waar er geen invloed is en alle inputs zoveel mogelijk door de mens op grote schaal wordt gecontroleerd.

@8
Das te veel werk (en de maatschappij kan mij iig op veel nuttigere plekken gebruiken dan met mijn handen in de aarde)

Wat dachten jullie van permacultuur? Dat gaat nog iets verder dan biologische landbouw en geeft ook hoge opbrengst.

Onze naoorlogse steden zijn verkeerd gebouwd, waardoor we olie-afhankelijk zijn geworden. Deze manier van stedebouw neemt ook veel landbouwgrond, waardoor we rond 2050 in grote problemen komen, als we met 9 miljard mensen op deze aarde ronddolen. Ik pleit voor een nieuwe vorme van stedenbouw (www.piramidestad.nl) waar wonen en werken op loopafstand plaatsvindt, en geen m2 landbouwgrond verlotren gaat.
Aad Breed

Hallo Ilse, interessant artikel. Uit welke bron komen de cijfers van deze bewering?

Voor de productie van één calorie voedselenergie zijn ca 10 calorieën fossiele brandstof nodig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *