Jac’s Koopman – INTERlight AR111 met GU10 voet IL_11X1225P4LD

Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen, Ledlampen Geen reacties»

Jac's Koopman presenteert een AR111 led met GU10 voet. De lamp heeft 7 leds aan boord, en die geven een warmwit licht. Tevens is de lamp dimbaar.

In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.

Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.

Samenvatting meetgegevens

parameter meting lamp opmerking
Kleurtemperatuur 2705 K Warmwit
Lichtsterkte Iv 1861 Cd Gemeten recht onder de lamp.
Verlichtingssterkte-modulatie-index 48 % Gemeten recht onder de lamp. Is een maat voor de mate van knipperen.
Stralingshoek 28 deg 28º is de stralingshoek voor alle C-vlakken daar deze lamp symmetrisch is over de 1ste as.
Vermogen P 11.0 W Volg de link voor meer elektrische en temperatuureigenschappen.
Power Factor 0.93 Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 0.4 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.
THD 25 % Total Harmonic Distortion.
Lichtstroom 471 lm
Efficiëntie 43 lm/W
EU-label klassificatie B De energieklasse, van A (meest efficiënt) tot en met G (minst efficiënt).
CRI_Ra 83 Color Rendering Index oftewel de kleurweergave-index.
Coördinaten kleursoort diagram x=0.4566 en y=0.4049
Fitting GU10 Deze lamp wordt direct aangesloten op de 230 V AC.
PAR-waarde 18.7 μMol/s/m2 Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp en ge-extrapoleerd naar 1 m² oppervlak.
PAR-fotonrendement 0.4 μMol/s/We Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp.
S/P ratio 1.2 Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficienter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid).
D x H buitenafmetingen 110 x 70 mm Buitenafmetingen van de lamp (inclusief pennen van de GU10 aansluiting).
D afmetingen lichtruimte 34 mm Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Dit is gelijk aan de diameter van de kleinste circel rondom de  ledlampen aan de voorkant. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt.
Algemene opmerkingen De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingssterkte metingen was 23.3-25.3 deg C.

De lamp wordt aan de buitenkant maximaal ongeveer 36 graden warmer dan omgevingstemperatuur.

Opwarmeffect: gedurende de opwarming neemt de verlichtingssterkte 9 % af en het opgenomen vermogen ongeveer 7 %.

Spanningsafhankelijkheid: er is een lineaire afhankelijkheid van de verlichtingsssterkte en opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200-250 V varieert.

Van deze lamp is ook de dimbaarheid onderzocht en de lamp is dimbaar. Het resultaat varieert met de gekozen dimmer.

Aan het eind van het artikel een extra foto.

Meetrapport (PDF) olino-pdf
Eulumdat file olino_eulumdat Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.

Overzichtstabel

Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen. Zie ook de uitleg van deze tabel op de OliNo site.

Noot: de minimale afstand waarvoor de berekende resultaten in E (lux) geldig zijn, is 5 x 34 mm ≈ 175 mm. De resultaten van E (lux) binnen deze afstand zijn te hoog, en een meting met een goede luxmeter zal minder aangeven omdat deze zich in het nabije veld bevindt van de lamp.

EU Energielabel klassificatie

Met de meting van de lichtstroom en het opgenomen vermogen is de klassificatie te geven van deze lamp. Dit wordt voor een aantal lampen verplicht gesteld in de EU, zie ook de OliNo site waar uitleg staat voor welke lampen het geldt, hoe het label eruit ziet en wat het moet bevatten aan informatie.

Hierbij de labels voor deze lamp in kleur en zwart-wit.

EU energielabel van deze lamp

Label in zwart-wit.

Eulumdat lichtdiagram

Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak. Er is ook meer uitleg over dit diagram op de OliNo site.

Het lichtdiagram en de indicatie van de planes.

Het lichtdiagram van het C0-C180 vlak is gelijk aan het C90-C270 vlak vanwege de symmetrie.

Verlichtingsterkte E_v op 1 m afstand, of lichtintensiteit I_v

Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld. In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen.

Het stralingsdiagram van de lamp.

Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.

Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.

Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaardes verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.

Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaardes per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 28º.

Lichtstroom

Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaardes, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 471 lm.

Efficiëntie

Een lichtstroom van 471 lm, en een opgenomen vermogen van 11.0 Watt, levert een efficiëntie van 43 lm/Watt.

Elektrische eigenschappen

Met de powerfactor van 0.93 geldt dat voor iedere kWh aan netto vermogen, er 0.4 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.

Voedingsspanning 230.0 V
Voedingsstroom 52 mA
Vermogen P 11.0 W
Schijnbaar vermogen S 11.9 VA
PF 0.93

Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen. Hoe dat is gebeurd wordt uitgelegd op de OliNo site.

Spanningsvorm over de lamp en stroom door de twee lampen (plus voedingseenheid).

Deze stroom is gechecked tegen de eisen gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2006 met amendement 2:2009 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties <= 25 W en voor > 25 W. Zie voor meer uitleg de OliNo website.

De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2006 A2:2009

Voor vermogens <= 25 W gelden er geen limieten voor de harmonischen.

De Total Harmonic Distortion van de stroom is berekend en bedraagt 25 %.

Temperatuurmetingen lamp

Voorkant van de lamp.

De tape is nauwelijks zichtbaar. Daarmee is de emissiviteit van het materiaal van de behuizing van de lamp hoog en kan de behuizing goed de warmte uitstralen.

De zijkant van de lamp.

De zijkant van de lamp heeft ook een hoge emissiviteit daar er bij een groot temperatuursverschil met de omgeving toch de tape nauwelijks zichtbaar was.

status lamp > 2 uur aangestaan
omgevingstemperatuur 23 graden C
gereflecteerde schijnbare temperatuur 23 graden C
camera Flir T335
emissiviteit 0.95(1)
meetafstand 0.4 m
IFOVgeometric 0.5 mm
NETD (thermische gevoeligheid) 50 mK

(1) Zie tekst voor uitleg.

Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum

Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.

De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is ongeveer 2700 K wat warmwit is.

De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.

De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.

De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 70 graden. Daarbuiten is de verlichtingssterkte zo laag (< 5 lux) dat deze niet meer is meegenomen voor de kleurbepaling van het licht.

Kijkende naar de stralingshoek van 28 graden (dus 14 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt) dan geldt hiervoor dat het gootste gedeelte van de totale lichtstroom in dit gebied valt. De variatie in kleurtemperatuur in het grootste gedeelte van dit gebied is ≈ 1 %.

PAR waarde en -spectrum

Uitleg over PAR, hoe de waarde te verkrijgen en de achtergrond van de gegevens is te vinden in dit artikel op de OliNo site.

Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum

parameter waarde eenheid
PAR-getal 18.7 μMol/s/m²
PAR-fotonstroom 4.7 μMol/s
PAR-fotonrendement 0.4 μMol/s/W

Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 65 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.

S/P ratio

Uitleg over S/P ratio, de waarde en het verkregen spectrum is te vinden op de OliNo site.


Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurves en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).

De S/P ratio van deze lamp is 1.2.

Zie voor meer achtergrondinformatie het uitlegartikel over S/P ratio op de OliNo website.

Kleursoort diagram

Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.

Het lichtpunt ligt in het gebied aangeduid met klasse B (geelwit). De gebieden gelden voor signaallampen, zie verder ook de uitleg op de OliNo website.

De kleurcoördinaten zijn x=0.4566 en y=0.4049.

Kleurweergave-index of CRI

Hierbij het plaatje van de kleurweergave index. Deze wordt goed uitgelegd op de Wiki over kleurweergave-index. De echte relevantie van de CRI waarde wordt verder in een artikel op OliNo besproken.

De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.

Deze waarde van 83 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor < 5000K een zwarte straler en voor > 5000K de zon/buitenlicht).

Deze waarde van 83 is hoger dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik, zie ook de uitleg op OliNo.

De “chromaticity difference” is 0.0018, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er is echter nog geen norm die aangeeft wat de maximale afwijking van wit licht mag zijn. Een referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.

Spanningsafhankelijkheid

De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.

Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.

De lampparameters variëren op een lineaire manier mee wanneer de spanning varieert tussen de 200 – 250 V.

Een abrupte variatie van + of – 5 V levert een verandering van de lichtintensiteitswaardes van ≈ 2 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.

Opwarm-effecten

Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.

Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd

De warmup tijd is ongeveer 35 minuten en gedurende die tijd neemt de verlichtingssterkte af met 9 % en het opgenomen vermogen met 7 %.

Mate van knipperen

Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp. Zie voor meer uitleg over de meetopstelling en achtergrond de uitlegartikelen op OliNo.

De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp

parameter waarde eenheid
Knipperfrequentie 100 Hz
Verlichtingssterkte-modulatie 48 %

Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev). Zie tevens meer uitleg op de OliNo website.

Dimbaarheid

De lamp is getest met de volgende dimmers: de elimpo, de Gira RL, de Berker RC en de laagvermogen LRC dimmer. Zie voor de dimmers en hun spec het praktische dimmer uitlegartikel op OliNo.

De elimpo dimmer.


Dimmen met de elimpo dimmer.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 10-100 %. Er is dus zo’n 90 % van het mechanische instelgebied bruikbaar. Onder de 10 % dimt het licht niet meer.

Het opgenomen vermogen neemt langzaam af en iets minder snel dan de lichtopbrengst. Daardoor neemt de efficiëntie langzaam af.

De variatie van de verlichtingssterkte is tussen de bijna 0 en 100 %.

De afname van de verlichtingssterkte recht onder de lamp gemeten, wanneer de elimpo er tussengezet wordt en op 100 % stand, is verwaarloosbaar (< 5 %).

Het vermogen zonder dimmer was 11.6 W en met dimmer op 100 % is 12.2 W (5 % meer).

De GIRA LR dimmer


Dimmen met de Gira LR dimmer

Hier blijkt de dimfunctie te werken van 0 % to 100 % mechanisch instelbereik.

De intensiteit loopt van 0 % to 100 %.

Bij het invoegen van de dimmer en de dimmer op geen dimmen ingesteld (100 % waarde) is de verlichtingssterkte met 6 % afgenomen en het vermogen ook ongeveer met 6%.

Er is een rest-verbruik bij geheel dimmen, van 27 % * 10.7 W is een kleine 3 W.

De laagvermogen universeeldimmer LCR


Dimmen met de universeel dimmer voor laagvermogens

Het instelbereik voor de dimfunctie loopt van 20-100 %.

De intensiteit blijkt instelbaar van 100 % tot 0 %.

Bij het invoegen van de dimmer en de dimmer op geen dimmen ingesteld (100 % waarde) is de verlichtingssterkte met 18 % afgenomen en het vermogen ongeveer met 10%.

Er is een rest-verbruik bij geheel dimmen, van 17 % * 10.2 W is een kleine 2 W.

De Berker RC dimmer


Dimmen met de Gira LR dimmer

Hier blijkt de dimfunctie te werken van 0 % to 100 % mechanisch instelbereik.

De intensiteit loopt van 25 % (nog best veel licht) to 100 %. Bij het teruglopen van de verlichtingssterkte blijkt dat het opgenomen vermogen net zo snel terugloopt, dus de efficiëntie blijft gelijk.

Bij het invoegen van de dimmer en de dimmer op geen dimmen ingesteld (100 % waarde) is de verlichtingssterkte met 8 % afgenomen en het vermogen ongeveer met 9%.

Er is een rest-verbruik bij geheel dimmen, van 25 % * 10.2 W is een kleine 3 W. Maar dan is er ook nog steeds 25 % van de verlichtingssterkte.

Extra foto


Achterkant van de lamp

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *