Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt

Geplaatst door Jeroen van Agt in Windenergie 23 Reacties»

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft KEMA onderzoek gedaan naar de integratie van grote hoeveelheden windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van een Noordwest Europese elektriciteitmarkt, voor het jaar 2020. Energie uit wind wordt gezien als een grote potentiële bron van duurzame elektriciteit en kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan het verwezenlijken van Nederlandse en Europese doelstellingen voor CO2 emissiereductie en duurzame elektriciteit. Windenergie heeft de eigenschap dat de hoeveelheid elektriciteit die in het systeem moet worden geabsorbeerd sterk kan variëren in de tijd, omdat het soms wel en soms niet waait en omdat de precieze hoeveelheid wind onvoorspelbaar is. Dit maakt dat wind, met name in grote hoeveelheden, een impact heeft op het elektriciteitsysteem. De conclusies uit het rapport zijn o.a. dat 12 GW wind in 2020 inpasbaar is in het elektriciteitsnet, dat hierdoor de CO2 emmissies in Nederland dalen en dat de gemiddelde marginale kosten dalen bij toename van het opgesteld windvermogen.

Met deze studie wordt een bijdrage geleverd aan de beantwoording van de vragen die centraal staan in het EZ-project “Brandstofmix”. In het bijzonder behandelt deze studie de volgende aspecten:

  • het vermogen om grote hoeveelheden windenergie in het Nederlandse energiesysteem te combineren met het gebruik van WKK
  • de impact op de elektriciteitkosten
  • de invloed op CO2 emissies en brandstofverbruik
  • de samenhang tussen de elektriciteitproductie van WKK eenheden, windparken en kolengestookte centrales
  • Aanpak

    In deze studie is het Nederlandse elektriciteitsysteem gesimuleerd, in samenhang met de totale regionale elektriciteitmarkt in Noordwest Europa, voor het jaar 2020. De uitgevoerde simulaties zijn gebaseerd op perfecte competitie met de marginale kostprijs van de productie eenheden als biedprijs in de elektriciteitmarkt. Hiertoe is gebruik gemaakt van een chronologisch productiesimulatiemodel (PLEXOS), dat rekening houdt met de dynamische bedrijfsvoering en beperkingen van de elektriciteitscentrales en het transmissienet. Deze aanpak is een goede benadering van de inzet van opwekkingseenheden in de individuele landen en de resulterende netwerkstromen tussen verschillende markten als ook binnen enkele van de grotere landen.

    Om de eerdergenoemde aspecten te kunnen analyseren is allereerst een basisscenario geformuleerd met een aantal veronderstellingen omtrent de verwachte structuur en omvang van de elektriciteitvoorziening in 2020. De belangrijkste aannames in het basisscenario zijn:

    1. De aannames ten aanzien van productiecapaciteit (zowel duurzaam als conventioneel) en vraag naar elektriciteit in Nederland en de ons omringende landen zijn hoofdzakelijk gebaseerd op recente inschattingen van de UCTE [UCTE System Adequacy Forecast (SAF), Scenario B (december 2008)]
    2. In afwijking van de UCTE-inschatting wordt voor de elektriciteitvraag in Nederland uitgegaan van 130 TWh (deze aanname wordt door ECN en PBL gehanteerd in hun binnenkort te publiceren nieuwe referentieramingen) en van opgesteld windvermogen van 12 GW (Conform de beleidsinzet van het Kabinet zoals onder meer geformuleerd in de brief aan de Tweede Kamer van 19 april jl.)
    3. In 2020 is het overgrote deel van het opgestelde WKK-vermogen flexibel inzetbaar, omdat verondersteld wordt dat voor de meeste toepassingen alternatieve warmtebronnen beschikbaar zijn en het al dan niet inzetten van WKK een economische afweging is. Van het totaal opgesteld WKK-vermogen in 2020 ter grootte van 18,6 GW wordt in het basisscenario verondersteld dat 1.800 MW niet flexibel inzetbaar is en dus moet draaien, de zogenaamde “must-run” capaciteit.
    4. Terwijl het simulatiemodel rekening houdt met regionale loadflows en netbeperkingen, houdt het geen rekening met potentiële netbeperkingen binnen de meeste landen, maar veronderstelt het voldoende vervoercapaciteiten binnen elk netwerkgebied.

    Om de gevoeligheid van de resultaten voor de aannames in kaart te brengen is naast het basisscenario tevens een aantal varianten onderzocht. Het ging daarbij om:
    een variant met meer en een variant met minder conventioneel vermogen in Nederland.

    • twee scenario’s met minder windvermogen in Nederland (9 GW en 6 GW)
    • twee scenario’s waarbij het “must-run” aandeel van WKK in 2020 hoger ligt (3.000 MW en 6.000 MW must-run)
    • een scenario om de effecten van het uit bedrijf nemen van (oud) kolenvermogen in kaart te brengen (25 GW minder kolen in alle beschouwde landen, waarvan 7,3 GW in Nederland)
    • een scenario zonder Duitse “Kernaustieg”. In dit scenario blijft het totaal opgesteld vermogen gelijk, omdat verondersteld wordt dat het in bedrijf houden van Duitse kerncentrales een omgekeerd effect heeft op het overig conventioneel vermogen.
    • een scenario met een hogere vraag in 2020 (146 TWh in plaats van 130 TWh).

    De resultaten van de simulaties zijn in detail beschreven in hoofdstuk 5. Hieronder vatten wij de belangrijkste resultaten samen.

    Belangrijkste resultaten

    1. 12 GW wind in 2020 is inpasbaar in het elektriciteitsysteem

    In het basisscenario is het mogelijk om 12 GW windenergie in het elektriciteitsysteem te integreren zonder dat dit leidt tot het niet kunnen benutten van elektriciteit uit wind (zogenaamde wind curtailment). Slechts 0,3% van de totale productie zal verloren gaan door het terugregelen van windproductie. Ook bij scenario’s met minder flexibel WKK- vermogen, ofwel een hoger aandeel must-run, zal vrijwel de volledige hoeveelheid elektriciteit uit windenergie worden benut. In het scenario met 6.000 MW must-run zal 1,5% van de potentiële windproductie niet worden benut. Zie sectie 5.5.

    2. CO2-emmisies in Nederland dalen bij toename van het opgesteld windvermogen.

    De specifieke CO2-emissie als gevolg van de elektriciteitproductie in Nederland daalt bij een toename van het opgestelde windvermogen. We merken hierbij op dat voor de totale Europese CO2-uitstoot het ETS-plafond bepalend is. Reductie in een bepaald land leidt waarschijnlijk tot handel over de grens en niet tot echte vermindering van de uitstoot in Europa. In het basisscenario met 12 GW wind gaat het om een emissie van 387 g/kWh, terwijl het in de scenario’s met 9 GW en 6 GW wind om respectievelijk 423 en 468 g/kWh. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat conventionele centrales vaker in deellast en daardoor minder efficiënt draaien. Voor zover dat WKK-vermogen betreft, is het eventuele extra inzetten van warmteketels niet gemodelleerd. Zorgvuldige modellering hiervan vergt meer inzicht in de warmtekracht situatie dan binnen het kader van deze studie aanwezig was en kon worden verkregen. Zie sectie 5.3.

    3. De gemiddelde marginale kosten dalen bij toename van het opgesteld windvermogen.

    In een optimaal werkende markt zal de marktprijs van elektriciteit bepaald worden door de marginale kosten van de duurste productie-eenheid die op enig moment wordt ingezet. Wanneer we het basisscenario met 12 GW wind vergelijken met de scenario’s met 9 GW en 6 GW wind, dan blijkt dat de jaargemiddelde marginale kosten in de twee scenario’s met minder wind resp. 5% en 10% hoger liggen. De opwekkosten per MWh stijgen met 9% en 20% bij de scenario’s met 9 en 6 GW wind. Hieruit mag niet worden geconcludeerd dat een scenario met meer wind in totaal goedkoper is dan een scenario met minder wind. Investeringskosten en vaste kosten zijn bijvoorbeeld niet meegenomen, omdat deze niet relevant zijn voor de hoogte van de marginale kosten. Aan de andere kant zijn vaste kosten natuurlijk wel bepalend voor de totale kosten van de betreffende scenario’s (Voor een verdere toename van de hoeveelheid wind blijft het gelet op de totale kosten van wind noodzakelijk om investeringen in wind op de één of andere manier te stimuleren). Zie sectie 5.2.

    4. WKK zal minder worden ingezet bij toename van het opgesteld windvermogen.

    Windenergie heeft lage marginale kosten en zal daarom in zijn algemeenheid eerder worden ingezet dan eenheden met hogere marginale kosten, zoals kolengestookt vermogen, WKK-vermogen en overig gasgestookt vermogen. Dit betekent dat naarmate er meer windenergie wordt geproduceerd de draaiuren van genoemde eenheden zullen dalen. Daarbij is vooral het effect op WKK interessant gelet op het feit dat het hier in principe om een efficiënte manier van elektriciteit- en warmteproductie gaat. Een indicatie van dit effect wordt gevormd door de warmteproductie met behulp van WKK in de verschillende scenario’s. De simulaties laten zien dat de productie van warmte uit WKK lager is dan wat potentieel mogelijk is en dat dit effect toeneemt naarmate er meer windvermogen opgesteld is.

    De inzet van WKK-vermogen is ongeveer een derde van het potentieel. Dit komt voornamelijk omdat WKK-vermogen op basis van de gebruikte uitgangspunten moeilijk kan concurreren met kolengestookt vermogen. Het blijkt dat deze uitkomst erg gevoelig is de gehanteerde gas- en kolenprijzen en daarmee ook voor de CO2 prijzen. Wanneer dit verschil kleiner wordt kan WKK beter concurreren met kolen en wordt meer WKK ingezet. Bij meer wind wordt, zoals gezegd, minder WKK vermogen ingezet. In het scenario met 12 GW aan windcapaciteit gaat het om circa 4% minder warmtekracht ten opzichte van het scenario met 6 GW wind. Zie sectie 5.5.

    5. Effect van meer windvermogen op draaiuren en rentabiliteit van nieuwe en bestaande kolencentrales.

    Uit de simulaties blijkt dat een groot deel van de conventionele installaties in de verschillende scenario’s in 2020 een relatief lage inzet heeft (weinig draaiuren). Dit heeft effect op de economische rentabiliteit van deze eenheden. In deze studie hebben we dit effect bezien voor nieuwe en bestaande kolencentrales in Nederland en de ons omringende landen. Daarbij is de economische levensvatbaarheid van een nieuwe of bestaande kolencentrale afgeschat door te kijken of de operationele inkomsten de investeringskosten kunnen dekken. In het algemeen geldt dat kapitaalsintensieve centrales, zoals kolencentrales een aanzienlijk aantal draaiuren per jaar moeten hebben om winstgevend te zijn.

    Een laag aantal draaiuren kan erop wijzen dat er geen businesscase voor een nieuwe installatie is of dat bestaande eenheden, die veelal een lagere efficiency hebben, uit bedrijf kunnen worden genomen. Een van de scenario’s (scenario 3) behandelt daarom het effect van een significant lager aandeel kolen (basislastvermogen) in de brandstofmix. Deze aanvullende simulaties wijzen erop dat een significante vermindering van beschikbare (kolengestookte) capaciteit in Nederland en de omringende landen nodig is om een aantal draaiuren voor kolenvermogen te verkrijgen dat normaal geacht wordt voor basislastvermogen en waarmee voldoende economische rentabiliteit zou kunnen worden verkregen. In deze aanvullende simulaties is maximaal 17 GW minder kolenvermogen opgesteld dan in het basisscenario, waarvan 2,3 GW in Nederland.

    Deze observatie moet met de nodige voorzichtigheid worden gelezen. Ten eerste is de elektriciteitsmarkt als een perfecte markt gemodelleerd wat veelal leidt tot onderschatting van de marktprijzen. Bovendien richten de uitgevoerde simulaties zich niet op het doorrekenen van individuele businesscases en zijn derhalve niet geschikt om conclusies over die businesscases te trekken. Niettemin lijkt het logisch dat het introduceren van veel windvermogen met lage marginale kosten de marktprijzen onder druk zet. Zonder tegenkrachten kan dit, samen met het lagere aantal draaiuren, leiden tot een lagere rentabiliteit van productievermogen.

    De mogelijke lagere rentabiliteit van (basislast)vermogen noopt tot nadere analyse van de toekomstige markt en de samenstelling van het productiepark waarbij onderzocht zou kunnen worden welke tegenkrachten zouden kunnen leiden tot verbetering van deze rentabiliteit. Nader onderzoek naar de mogelijke gevolgen voor de marktpartijen van de introductie van zeer veel windvermogen en onderzoek naar een optimale samenstelling van het productiepark met veel wind wordt daarom aanbevolen.

    Het volledige KEMA rapport is hier te downloaden:
    Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt (2010) (PDF)

    Gerelateerde informatie

    23 reacties op “Integratie van windenergie in het Nederlandse elektriciteitsysteem in de context van de Noordwest Europese elektriciteitmarkt”

    Hoe zou de markt er in 2020 uit zien? Als al die britse en Duitse offshore windparken on line zijn?
    Dan hebben slecht regelbare kolen- en kerncentrales het nog moeilijker.
    Als de internationale kabels dan ook nog vooral voor duurzame stroom gebruikt gaan worden, stijgen de kosten voor fossiele opwekkers nog verder. Ook in internationaal verband krijgt duurzame stroom voorrang

    Ik schets het op http://www.duurzamebrabanders.nl/De_toekomst_van_internationale_uitwisseling_van_duurzame_elektricteit

    Overigens is de beeldvorming in de de eerste alinea verkeerd. De opbrengst van een windpark is uitstekend te voorspellen, en de opbrengst van een groot internationaal gebied met windparken, is nog veel beter te voorspellen. Bovendien varieert dat windstroom aanbod langzamer dan de dagelijkse vraag naar stroom. Alle opwekkers samen moeten die vraag volgen. Niet windparken maar kolen- en kerncentrales zijn daarbij het probleem. Omdat dat soort eenheden slechtte regelen zijn, ze zijn eigenlijk voor iedereen een blok aan het been, en dat gaat ze geld kosten. De vraag is wat gaat ze eerst geld kosten, die slechte regelbaarheid, of het slechte imago van fossiele stroom?

    Doe een voorspelling op http://bit.ly/toekomstvisies

    Mooi verhaal

    we gaan dus wkk centrales ( centrales met het hoogste rendement door het gebruik van restwarmte) vervangen door gewone stookketels zonder elektriciteitsproductie om de warmte vraag te kunnen honoreren.

    Een echte modelstudie waar je alles in kunt variëren.

    Op dit moment heeft Denemarken ongeveer 20% windenergie op hen elektriciteitsnet.
    daarvan kunnen zij zelf ongeveer 9.8% gebruiken de rest wordt naar de buren afgevoerd die voor opname van de Deense stroom op hun net hun waterkrachtcentrales terugregelen.
    In de nachtelijke uren moet Denemarken naast de geleverde windstroom ook geld betalen aan deze buren ( negatief tarief)

    Op basis van modelberekeningen zullen wij het toch beter moeten gaan doen als de Denen. De vraag is waar wij onze overtollige stroom kwijt kunnen bij dergelijke grote hoeveelheden opgesteld windvermogen.
    Bedenk ook dat voor iedere molen ook een snel startende back up centrale nodig is. Het koppelen van molenparken blijkt in de praktijk van Duitsland, Uk en Denemarken niet of onvoldoende te werken.

    We gaan er in ieder geval heel veel voor betalen.

    @Hugo Matthijssen,
    schrijft: “we gaan dus wkk centrales vervangen door gewone stookketels zonder elektriciteitsproductie”

    Ik lees dat kolen- en gasprijzen NU het wkk gebruik beperken. Ook vermindert de warmte vraag door regelgeving en betere gebouwen, is de warmtevraag deels beperkt tot koude jaargetijden en daarmee wkk minder effektief is. Warmtepompen kunnen in deze wisselende warmtevraag voorzien, dat kan gekoppeld worden aan de windmolen elektriciteit.

    Ik vind het een matig rapport.
    Vooral omdat het alleen draait om elektriciteitsproductie, met warmte als bijproduct. Het totale energie verbruik is een factor 10 hoger.

    Conclusie lijkt me duidelijk. Met wind en zonne-energie brandstof produceren in plaats van elektriciteit. Daar draaien WKK prima op.
    Elektriciteit kan uitstekend gebruikt worden voor het produceren van brandstof. En is er een buffer voor de tijden van minder zon en wind.

    @Wim,
    Nadeel van WKK is dat je tegelijk stroom en warmte levert en er niet steeds vraag naar beide is! In de praktijk gaat een deel van de warmte verloren of krijgt je teveel stroom. Warmtetransport over grote afstanden – stadsverwarming – maakt het verlies nog groter.

    “supplying 18 kWh(e) of electricity requires a fossil-fuel input of 45 kWh per day per person.” http://www.withouthotair.com blz 124 Die fossiele input is veel meer dan 10% van het totaal

    @Roland,
    Dat is een nadeel.
    Tenzij een WKK niet met fossiel gestookt word maar met bijvoorbeeld H2 en O2. Geproduceerd door zon en wind.

    Doel moet volgens mijn blijven. 0,000% fossiel. Anders is het niet duurzaam.

    @Wim,
    WKK wordt vooral voor warmte ingezet, het e-rendement is slecht. Vermits de warmtevraag daalt door de inzet van regelgeving (EPC) zal ook de noodzaak voor WKK verminderen. Voor lage temperatuur verwarming is een warmtepomp beter.
    H2 kun je met brandstofcellen in elektriciteit omzetten.

    @Roland,
    Dan ben ik slecht geïnformeerd. Ik dacht dat WKK juist bedoelt was om de restwarmte te gebruiken bij elektriciteitsproductie.
    Maar ik kan me voorstellen dat in de zomer er vrijwel geen behoefte is aan warmte is.

    Dus nogmaals de conclusie : warmte en elektriciteit omzetten in brandstof.
    Waarom krijg ik geen tegenargumenten?

    Brandstof cellen lijken me vrij duur.
    Kolen en gas centrales zijn er al. Waarom zou je die niet gebruiken?
    Infrastructuur ligt klaar. Het is alleen een andere brandstof wat erin gaat. Zodra je erin slaagt om die onder de prijs van gas en kolen te produceren maken ze nog meer winst.

    Een transitie is alleen mogelijk als er meer winst gemaakt kan worden.

    @Wim,
    Ja verwarrend! Beter om over micro-WKK te spreken (zie MacKay blz 152 over groot-kleinschalig). Grootschalige WKK in e-centrales gebruiken hun warmte voor stadsverwarming met grote buizen, een mega projekt met de nodige warmteverlies en vaak verplichte aansluiting om het dure netwerk rendabel te houden. Dat maakt isolatie in nieuwbouw minder aantrekkelijk.

    Het rendement met een brandstofcel is veel hoger dan waterstof verstoken in een centrale.

    @ Hugo:

    1) Dat, zoals jij beweert de helft van de Deense windenergie geexporteerd zou worden, is nogal overdreven. een studie van de Universiteit van Aalburg uit 2010 komt niet verder dan 1%.
    2) Als de Noren Deense windstroom kopen regelen ze natuurlijk de waterkrachtcentrales terug die bij een stuwmeer horen. Het water dat normaal door de turbine zou stromen blijft in het stuwmeer en kan later alsnog gebruikt worden om elektriciteit op te wekken. Komt eigenlijk neer op een heel efficiente manier van elektriciteitsopslag: er hoeft niet eens water omhoog gepompt te worden.
    3) Negatieve prijzen komen inderdaad af en toe voor. Maar niet zo vaak en zo lang als windenergietegenstanders doen voorkomen. Daartegenover staat dat er ook periodes zijn waarin de Denen hoge prijzen voor hun stroom kunnen vragen, vooral in periodes met weinig regen.

    @roland,
    kleinschaligheid ben ik ook een groot voorstander van.
    Maar ook op die schaal is niet altijd warmte nodig.
    Een kas hier in de buurt verbouwd niets in de zomer om dat het gewoon te warm is.
    Voor mega-WKK heb je inderdaad een infrastructuur nodig.
    Frappant voorbeeld is Moskou, waar in de winter bij -20° de raampjes open gaan omdat het te warm is in huis.

    @Pieter,
    De Noren hebben niet voldoende capaciteit. Wel voor water, maar niet aan pompen en generators. Het is een plan.
    http://www.olino.org/articles/2009/04/02/windenergie-the-sky-is-the-limit/comment-page-2#comment-122528
    Item 85.
    Er moeten dus nog heel veel fjorden gedamd worden om op Europees niveau iets te betekenen.

    Pieter

    Noren kopen normaliter geen Deense windstroom. De waterkrachtcentrales worden teruggeregeld om de pieken in Denemarken op te vangen.
    Het komt zeer sporadisch voor dat er onvoldoende water is voor de waterkrachtcentrales alleen bij zeer droge jaren dan zal de windstroom wat meer gaan opleveren.

    Kijk eens naar deze link en vergeet niet om daarbinnen de link naar het rapport van cepos te downloaden.
    Dan zal je veel duidelijk worden

    http://www.groenerekenkamer.nl/node/933

    Beste Pieter
    als je dit rapport doorleest krijg je het idee dat wetenschap een democratie is.
    kennelijk moeten velen aangeven dat iets juist is terwijl de argumenten hier en daar wat moeizaam zijn vergaard.

    Er worden appels met peren vergeleken.

    Dit is een oud probleem van de mensheid.
    Zie onderstaande tekst.

    “Bij wetenschappelijke vraagstukken weegt de autoriteit van duizenden niet op tegen de nederige argumenten van een enkel individu”
    # Galileo Galilei#

    Galileo, helemaal mee eens. Mensen blijven koppige wezens en kudde dieren.
    Plus de wirwar in cijfers, en vooral de definities daarvan. De chaoten.

    Zo lees ik op wiki :”Future parks in Denmark
    The state majority owned company DONG Energy is preparing the Anholt Offshore Wind Farm, the largest offshore windfarm in Denmark, near the island of Anholt, with a capacity of 400 MW, with 111 turbines. The park will be finished in 2013, and supply about 4% of all electric energy produced in Denmark.”
    http://en.wikipedia.org/wiki/Wind_power_in_Denmark
    Dat zou impliceren dat 16GW aan centrales hebben met 5M inwoners.

    En vervolgens lees je bij Dong:
    “The wind farm will become Denmark’s largest offshore wind farm with an overall capacity of 400MW and will cover 4% of Denmark’s total power consumption based on CO2-free power.”
    Ah, dus niet all electric energy.
    http://www.dongenergy.com/en/business%20activities/renewables/offshore_wind_farms/pages/anholt_offshore_wind_farm.aspx

    En dan lees je dat Denemarken in 2010 een installed wind capacity heeft van 3752MW. Met een gemiddelde van 938MW
    400MW is dan dus 10%.
    Een truukje wat ook vaak word uitgevoerd is alleen naar huishoudelijk gebruik kijken. Terwijl industrie een factor 20 hoger ligt.

    @Wim,
    “Een truukje wat ook vaak word uitgevoerd is alleen naar huishoudelijk gebruik kijken. Terwijl industrie een factor 20 hoger ligt” Waar haal je faktor 20 vandaan?

    Van het internet natuurlijk. Hoe betrouwbaar dat ook mag zijn.
    Volgens mij komt het van het compendium.
    Maar misschien kloppen die cijfers niet. Ik heb het over e-energie.
    Dus niet inclusief verwarming en transport. Dan ligt het aandeel veel hoger. circa 20%.

    Het KEMA rapport was een modelstudie waarbij een model van ons energiesysteem draaide met daarbinnen modellen van centrales en windmolens binnen de kaders van een aantal uitgangspunten.
    Twee daarvan zijn cruciaal:
    1e In 2020 is het overgrote deel van het opgestelde WKK-vermogen flexibel inzetbaar, omdat verondersteld wordt dat voor de meeste toepassingen alternatieve warmtebronnen beschikbaar zijn en het al dan niet inzetten van WKK een economische afweging is. Van het totaal opgesteld WKK-vermogen in 2020 ter grootte van 18,6 GW wordt in het basisscenario verondersteld dat 1.800 MW niet flexibel inzetbaar is en dus moet draaien, de zogenaamde “must-run” capaciteit.
    2e Terwijl het simulatiemodel rekening houdt met regionale loadflows en netbeperkingen, houdt het geen rekening met potentiële netbeperkingen binnen de meeste landen, maar veronderstelt het voldoende vervoercapaciteiten binnen elk netwerkgebied.

    Wat ze doen is het volgende:
    1e ze gooien de meest efficiënte centrales van het net. De restwarmte van de WKK centrales die b.v. gebruikt kan worden voor stadsverwarming of in de kassen van het westland worden niet meer meegenomen Daar worden alternatieve verwarmingsbronnen voor ingezet.
    2e Ze gaan uit van een groot europees net waar grote vermogens snel heen en weer kan worden getransporteerd wat tot op heden steeds problematische wordt. De netwerken missen al het vermogen om op regionaal niveau grotere windparken aan te sluiten laat staan onderling grote vermogens uit te kunnen wisselen.

    De praktijk blijkt dan ook anders.
    Windenergie levert niet wat was voorspeld.
    Gemiddeld genomen is windenergie niet alleen duur maar de nadelen Grote pieken en dalen op het net blijken zodanig negatief uit te werken dat wind op dit moment al nauwelijks iets bijdraagt

    zie onderstaande link
    http://climategate.nl/2012/08/22/rene-leegte-stelt-vragen-aan-verhagen-over-rendement-wind/

    Wat we hier dan ook zien is dat ons windmolenbeleid gebaseerd op 2 modelstudies van Ummels en Kema niet klopt met name omdat in die studies aannames gedaan zijn die volledig onverenigbaar zijn met de werkelijkheid.
    Het gaat zelfs zover dat hier in opdracht van het ministerie binnen de afgesproken kaders door KEMA onzin wordt verkocht omdat hier volledig voorbij gegaan wordt aan de werkelijkheid.

    Dat Hugo Matthijssen een fanatieke windtegenstander is blijkt uit:
    \netpieken en dalen blijken zo negatief uit te werken dat wind nauwelijks iets bijdraagt\. Waaruit blijkt dat, belangrijke windlanden al Denemarken of Duitsland laten anders zien.

    1. WKK centrales zijn voor de elektriciteitsproduktie niet efficiënt; ze dienen vooral voor warmteproduktie met elektriciteit als bijprodukt. Met hun goedkope gas is het voor tuinders aantrekkelijk om elektriciteit te leveren en de warmte onbenut te laten; een behoorlijke verspilling dus.
    2. Waarom mag TNO niet mag uitgaan van een verbeterd stroomnet?

    Hugo is niet tegen Wind. Hij maakt zich alleen zorgen over de overstap naar duurzame energie. Waarom denkt Roland dat in India het stroomnet is uitgevallen? Het land van duurzame energie dat hier verkocht word. Waarom krijgt TenneT koude rillingen bij dergelijke situaties in Nederland? Zij kennen toch de problemen die het oplevert.
    Dus eerst de randvoorwaarden voor duurzaam, vervolgens naar duurzaam. Uiteindelijk zullen we toch over moeten stappen omdat fossiel onbetaalbaar word. Je kan niet naar 48GWp wind of 120GWp zon zonder eerst te zorgen voor een buffer. Simpelweg omdat het niet altijd waait of de zon schijnt. En je niet zorgeloos 120GWp het net in kan pompen omdat er geen vraag is. Watt is Joules per seconde. Erger nog. Je kunt met het huidige net niet eens 120GWp transporteren laat staan verkopen.
    Dat hebben ze in Duitsland en Spanje inmiddels geleerd.

    Als tuinder doe je natuurlijk ook je rekenwerk. Je hoeft geen energie belasting te betalen mits je boven een bepaald gasverbruik komt. En dan kun je geld verdienen met fossiele verbranding. Ondertussen word wind gesubsidieerd met 3ct/kWh. Hoe gek kunnen we het nog maken?
    Als je de kosten op een rij zet van wind/kern/kolen/gas/zon dan schrik ik. Wind is nummer 1 als je op lange termijn kijkt. Zon nummer 3. En dat er nog van uitgaand dat de fossiele kosten gelijk blijven de komende decennia.

    TNO mag niet alles zeggen. Van een verbeterd stroomnet kun je niet vanuit gaan totdat het er werkelijk is. En met een verbeterd stroomnet is duurzaam nog NIET mogelijk omdat je met een Wa en een Wp zit. Zonder buffer is duurzaam NIET mogelijk. En dat schijnt de politiek te vergeten. En deze logica zouden ze toch ook moeten kunnen begrijpen op klimaat conferenties. Eeuwen en Millennia geleden begreep de mens dit al. In de zomer moet je oogsten, en opslaan voor de winter. Dito voor energie. Tenzij je een enorme voorraadschuur hebt, zoals fossiel.

    @Wim Z, De aantoonbaar onjuiste bewering dat wind nauwelijks iets bijdraagt, kan ik niet anders zien dan een afkeer van wind, laat staan een bijdrage naar duurzame energie. Een versterking van het net is wel belangrijk voor windenergie, maar niet voldoende. Grootschalige opslag is belangrijker en waterstof is daar een eerste stap met bijmenging in het bestaande gasnet. Dat hebben ze in Duitsland beter begrepen. Bij ons denken ze dat het zonder opslag kan of met kleinschalige opslag.
    Dat kostenrijtje begrijp ik niet

    Van alle energie productie middelen zijn de kosten te berekenen.
    Als je op een wat langere termijn van 30 jaar kijkt komt wind er niet eens slecht vanaf. http://bit.ly/IwpQ5t. De brandstof kosten van fossiel hakken er flink in.

    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *