Lemnis – Pharox 400 dimmable

Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen 2 Reacties»

Lemnis Lighting presenteert hierbij een dimbare ledlamp met E27 fitting. Er zijn 5 van deze lampen gemeten. De gemiddelde waardes van de metingen van OliNo laten zien dat de lamp een warmwit licht afgeeft met een kleurtemperatuur van 2738 K. De lamp verbruikt 7.4 W aan vermogen en geeft hiermee een lichtstroom van 450 lm. De efficiency komt hiermee op 61 lm/W. De lamp valt in de energie label categorie A.

Tevens is getest op dimbaarheid met de bij OliNo beschikbare dimmers.

In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file. De verzameltabel bevat de gemiddelde waardes en ook de maximaal gemeten en minimaal gemeten waardes. De plaatjes die erop volgen zijn bijna allen van lamp 1 daar er geen gemiddelde plaatjes voorhanden waren. Deze plaatjes zijn er om een beeld te geven.

Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.

Samenvatting meetgegevens

parameter meting lamp opmerking
Kleurtemperatuur 2738 K warmwit (max, min: 2783, 2709)
Lichtsterkte Iv 68.5 Cd Gemeten recht onder de lamp (max, min: 70.9, 65.7)
Verlichtingssterkte-modulatie-index 9 % Gemeten met een sensor gericht op de lamp (kijkhoek niet gedefinieerd). Dit getal geeft de mate van knipperen aan (max, min: 10, 9).
Stralingshoek 180 deg 180 graden is de stralingshoek voor alle C-vlakken daar deze lamp symmetrisch is over de 1ste as (max, min: 187, 176)
Vermogen P 7.4 W Volg de link voor meer elektrische en temperatuureigenschappen (max, min: 7.5, 7.3).
Power Factor 0.56 Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 1.48 kVAhr aan reactief vermogen is geweest (max, min: 0.57, 0.55).
THD 135 % Total Harmonic Distortion (137, 131).
Lichtstroom 453 lm Max, min: 461, 443.
Efficiëntie 61 lm/W Max, min: 62, 59.
EU-label classificatie A De energieklasse, van A (meest efficiënt) tot en met G (minst efficiënt).
CRI_Ra 92 Color Rendering Index oftewel de kleurweergave-index. (max, min: 92, 91)
Coordinaten kleursoort diagram x=0.4526 en y=0.4019
Fitting E27 Deze lamp wordt direct aangesloten op de netspanning
PAR-waarde 0.6 uMol/s/m2 Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp en ge-extrapoleerd naar 1 m^2 oppervlak (max, min: 0.6, 0.6)
PAR-fotonrendement 0.6 uMol/s/We Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp (max, min: 0.6, 0.5).
S/P ratio 1.2 Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficiënter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid) (max, min: 1.2, 1.2).
D x H buitenafmetingen 59 mm x 119 mm Buitenafmetingen van de lamp.
D x H afmetingen lichtruimte 59 mm x 40 mm Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Het is de oppervlakte van het witte glas. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt.
Algemene opmerkingen De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingsterktemetingen was 25.2 – 25.9 deg C.

De lamp wordt maximaal ongeveer 38 graden warmer dan omgevingstemperatuur (aanraakbare deel).

Opwarmeffect: Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 26 minuten en neemt dan 21 % af.
Gedurende de opwarming varieert het vermogen gedurende 17 minuten en neemt dan 9 % af.

Spanningsafhankelijkheid: Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.

Van deze lamp is ook de dimbaarheid onderzocht en de lamp is dimbaar, zie ook het aparte hoofdstuk.

Dimbaar ja Volgens opgave fabrikant.
Meetrapport (PDF) olino-pdf
Eulumdat file olino_eulumdat Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.
IES file olino_eulumdat Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.

De navolgende plaatjes horen bij lamp 001, tenzij anders vermeld.

Overzichtstabel

Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen. Zie ook de uitleg van deze tabel op de OliNo site.

Noot: de minimale afstand waarvoor de berekende resultaten in E (lux) geldig zijn, is 5 x 59 mm (maximale maat, eventueel diagonaal) = 295 mm. De resultaten van E (lux) binnen deze afstand zijn te hoog, en een meting met een goede luxmeter zal minder aangeven omdat deze zich in het nabije veld bevindt van de lamp.

EU Energielabel classificatie

Met de meting van de lichtstroom en het opgenomen vermogen is de classificatie te geven van deze lamp. Dit wordt voor een aantal lampen verplicht gesteld in de EU, zie ook de OliNo site waar uitleg staat voor welke lampen het geldt, hoe het label eruit ziet en wat het moet bevatten aan informatie.

Hierbij de labels voor deze lamp in kleur en zwart-wit.

EU energielabel van deze lamp

Label in zwart-wit.

De prestatie van de lamp in het energie-performance vlak.

Eulumdat lichtdiagram

Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak. Er is ook meer uitleg over dit diagram op de OliNo site. Dit is het gemiddelde lichtdiagram plaatje (gemiddelde van de 5 lampen).

Het lichtdiagram en de indicatie van de C-vlakken.

Het lichtdiagram geeft een bundel aan in het C0-C180 vlak en in het 90 graden loodrecht daarop staande C90-C270 vlak. Deze zijn gelijk vanwege de symmetrie over de 1e as (de verticale as).

Verlichtingsterkte E_v op 1 m afstand, of lichtintensiteit I_v

Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld. In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen.

Het stralingsdiagram van de lamp.

Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.

Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.

Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaarden verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.

Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaarden per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 180 graden voor het C0-C180 vlak en 180 graden voor het C90-C270 vlak.

Lichtstroom

Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaarden, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 450 lm.

Efficientie

Een lichtstroom van 450 lm, en een opgenomen vermogen van 7.4 Watt, levert een efficiëntie van 61 lm/Watt.

Elektrische eigenschappen

De powerfactor is 0.56. Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 1.48 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.

Voedingsspanning 230.0 V
Voedingsstroom 0.059 A
Vermogen P 7.4 W
Schijnbaar vermogen S 13.5 VA
PF 0.56

Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen. Hoe de spannings- en stroomvorm wordt gemeten wordt uitgelegd op de OliNo site.

Spanningsvorm over de lamp en stroom door de lamp.

Deze stroom is gechecked tegen de eisen, gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2006 met amendement 2:2009 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties <= 25 W en voor > 25 W. Zie voor meer uitleg over de IEC 61000-3-2:2006 norm de OliNo website.

De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2006 A2:2009

Voor vermogens <= 25 W gelden geen limieten voor de harmonischen.

De Total Harmonic Distortion van de stroom is berekend en bedraagt 135 %.

Temperatuurmetingen lamp

Temperatuursplaatje. Het materiaal is goed in het uistralen van de warmte want het heeft een hoge emissiviteit (0.95).

status lamp > 2 uur aangestaan
omgevingstemperatuur 26 graden C
gereflecteerde schijnbare temperatuur 26 graden C
camera Flir T335
emissiviteit 0.95
meetafstand 0.2 m
IFOVgeometric 0.136 mm per 0.1 m afstand
NETD (thermische gevoeligheid) 50 mK

Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum

Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.

De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is 2738 K wat warmwit is.

De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.

De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.

De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 90 graden. Daarbuiten is niet meer gemeten.

Voor het C0-C180 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 176 graden dan komt dit overeen met 88.2 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in de eerste 90 graden van dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 10 %.

Voor het C90-C270 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 176 graden dan komt dit overeen met 88.2 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in de eerste 90 graden van dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 9 %.

PAR waarde en -spectrum

Uitleg over PAR, hoe de waarde te verkrijgen en de achtergrond van de gegevens is te vinden in het uitlegartikel over PAR op de OliNo site.

Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum

parameter waarde eenheid
PAR-getal 0.6 uMol/s/m^2
PAR-fotonstroom 4.2 uMol/s
PAR-fotonrendement 0.6 uMol/s/W

Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 64 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.

S/P ratio

Uitleg over S/P ratio, de waarde en het verkregen spectrum is te vinden op de OliNo site.

Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurven en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).

De S/P ratio van deze lamp is 1.2.

Zie voor meer achtergrondinformatie het uitlegartikel over S/P ratio op de OliNo website.

Kleursoort diagram

Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.

Het lichtpunt ligt binnen het gebied aangeduid met klasse B. Dit gebied geldt voor signaallampen, zie verder ook de uitleg over signaallampen en de kleurgebieden op de OliNo website.

De kleurcoördinaten zijn x=0.4526 en y=0.4019.

Het gemiddelde kleurpunt in het middel van de 4 step McAdams ellips en de 5 kleurpunten van de geteste lampen tov dit midden weergegeven.

Kleurweergave-index of CRI

Hierbij het plaatje van de kleurweergave index. Deze wordt goed uitgelegd op de Wiki over kleurweergave-index. De echte relevantie van de CRI waarde wordt verder in een artikel op OliNo besproken.

De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.

Deze waarde van 92 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor < 5000K een zwarte straler en voor > 5000K de zon/buitenlicht).

Deze waarde van 92 is veel groter dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik, zie ook de uitleg over CRI waardes en hun betekenis op de OliNo website.

De “chromaticity difference” is 0.0040, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er is echter nog geen norm die aangeeft wat de maximale afwijking van wit licht mag zijn. Een referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.

Spanningsafhankelijkheid

De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.

Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.

Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.

Een abrupte variatie van + of – 5 V AC levert een verandering van de lichtintensiteitswaarden van maximaal 0.1 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.

Opwarm-effecten

Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.

Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd

Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 26 minuten en neemt dan 21 % af.
Gedurende de opwarming varieert het vermogen gedurende 17 minuten en neemt dan 9 % af.

Mate van knipperen

Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp. Zie voor meer uitleg over de meetopstelling en achtergrond mbt verlichtingssterktevariaties de uitlegartikelen op OliNo.

De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp

parameter waarde eenheid
Knipperfrequentie 4266.7 Hz
Verlichtingssterkte-modulatie 9 %

Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev). Zie tevens meer uitleg over verlichtingssterkte-modulatie-index en knipperfrequentie op de OliNo website.

Dimbaarheid

De lamp is getest met de volgende dimmers: de elimpo, de Gira RL, de Berker RC en de laagvermogen LRC dimmer. Zie voor de dimmers en hun spec het praktische dimmer uitlegartikel op OliNo.

De Gira LR Dimmer.

Dimmen met de Gira LR Dimmer.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: -1 %;
– het opgenomen vermogen: 4 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 25.0 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 4 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Het restverbruik bij volledig dimmen is 1.3 W.

De Elimpo Dimmer.

Dimmen met de Elimpo Dimmer.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: 1 %;
– het opgenomen vermogen: -7 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 6.0 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 0 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Het restverbruik bij volledig dimmen is 1.8 W.

De Low power LRC Dimmer.

Dimmen met de Low power LRC Dimmer.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: -2 %;
– het opgenomen vermogen: -17 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 37.5 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 4 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Het restverbruik bij volledig dimmen is 1.7 W.

De Berker RC Dimmer.

Dimmen met de Berker RC Dimmer.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: -0 %;
– het opgenomen vermogen: 0 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 25.0 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 12 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Het restverbruik bij volledig dimmen is 3.0 W.

2 reacties op “Lemnis – Pharox 400 dimmable”

Beste,

CIE definieert wel een maximale chromaciteitsafstand voor wit licht!

Ensure that the chromaticity distance (DC) of the test source to the Planckian locus is under 5.4E-3 in the CIE 1960 UCS. This ensures the meaningfulness of the result, as the CRI is only defined for light sources that are approximately white.

Mvg,
Digi

Beste Digi,
Ik zie deze zin staan in de wiki in het Engels van Color_rendering_index.
Daarbij staat referentie nr 13. Het blijkt dan te komen uit sectie 5.3 van CIE 13.3-1995.
Verder meldt CIE 13.3-1995 in het geval dat de tolerantie groter is dan 5.4E-3: “…the resulting Colour Rendering Indices may be expected to become less accurate.” en geeft geen relatie tussen de mate van onnauwkeurigheid als functie van de afstand DC.
Desalniettemin wordt er wel een richtwaarde genoemd. Ik zal die mee gaan nemen in de verslaglegging.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *