Na de schulden- en energiecrisis een wereldwijd voedselprobleem?
Geplaatst door Aad Breed in Zelfvoorzienend 17 Reacties»In een verspillingseconomie vergroot de gerichtheid op duurzaamheid de ecologische voetafdruk. De energiecrisis en het komende wereldvoedselprobleem zijn niet veroorzaakt door een onduurzame produktie van goederen, maar door de naoorlogse stedenbouw. We moeten naar zelfredzame steden, die geen fossiele brandstoffen en geen natuur/landbouwgrond meer gebruiken.
Na de oorlog heeft de olie een aantal ontwikkelingen mogelijk gemaakt, t.w.:
- het bouwen van woonsteden ver van de plek, waar je werkte. Een leven zonder auto werd bijna onmogelijk.
- mechanisering van de landbouw.
Dit heeft geresulteerd in zestig jaar economische groei met veel werkgelegenheid, als gevolg van o.a. de auto-industrie, transportbedrijven, vliegverkeer, wegenaanleg, olie-leverende bedrijven en een zeer hoge voedselproductie. Wat begon als armoedebestrijding veranderde in die zestig jaar ongemerkt in georganiseerde hebzucht.
De relatie tussen overbevolking, olietekort en landbouwgrond
Maar wat gebeurt er, als rond 2050 de olie onbetaalbaar is geworden, en we de aarde met 9 miljard medemensen moeten delen? Kunnen we dan nog wel “volledige werkgelegenheid” garanderen? Kunnen we dan nog wel voldoende voedsel produceren voor die 9 miljard mensen, als we wereldwijd over veel minder landbouwgrond per inwoner beschikken? Geloven we echt, dat in de toekomst elektriciteit uit zonnecellen, windmolens en kerncentrales een goede vervanger is van olie, als we inmiddels weten, dat accu’s onoverkomelijke problemen geven? Kunnen we tegen die tijd met elektriciteit uit zonnecellen, windmolens en kernenergie nog al die auto’s, vrachtwagens, vliegtuigen, tractoren, enz. wereldwijd laten draaien?
Zijn in zo’n situatie grote voedselproblemen niet voorspelbaar, als:
- De rijke landen voor hun energiecrisis steeds meer landbouwgrond gaan gebruiken voor gewassen, die als biobrandstof zullen worden gebruikt.
- Door klimaatverandering er steeds meer misoogsten zullen zijn.
- Door gebrek aan fossiele brandstoffen voor de gemechaniseerde landbouw, de voedsel-opbrengsten per m2 met soms wel een factor 2000 zullen afnemen.
- De rijke landen blijven streven naar economische groei. Wordt door de georganiseerde hebzucht en de aftrekbaarheid van reclamekosten de ecologische voetafdruk van de rijken niet steeds groter, en voor de armen steeds kleiner?
- De voedsel-productie steeds meer in handen komt van een kleine rijke groep, die straks de prijs van ons voedsel gaat bepalen. Is gemonopoliseerd kapitalisme niet een tegenspraak, en globalisering een vorm van kolonialisme?
- Door gebrek aan fossiele brandstoffen, het voedsel vanuit andere landen niet meer met vrachtwagens en vliegtuigen kan worden vervoerd naar de rijke landen. Ook de van voedsel-import afhankelijke rijke landen (zoals Nederland) krijgen dan te maken met voedsel-tekorten.
Het verlies aan landbouwgrond door naoorlogse stedenbouw
Dankzij de olie wordt er momenteel net voldoende voedsel geproduceerd om de huidige 7 miljard mensen te voeden. Weliswaar lijdt 1 miljard mensen daarvan aan ondervoeding, maar bij gelijke verdeling zou er gemiddeld nog genoeg zijn voor iedereen. Maar wat gebeurt er in 2050, als we die extra 2 miljard mensen nog een fatsoenlijk onderkomen in de stad willen waarborgen, als bij de huidige vorm van stedenbouw elke stadsbewoner 2000 m2 landbouwgrond in beslag neemt?
Er leven nu 2.5 miljard in steden en 1 miljard in krottenwijken. Gezamenlijk leggen die beslag op 1 miljoen km2 stadsgrond (gemiddeld 300 m2 per inwoner). Als er in 2050 in de steden 2 miljard mensen extra in de stad zullen leven, dan zal daarvoor nog eens 4 miljoen km2 landbouwgrond of natuur moeten worden ingeleverd.
Voor de huidige 7 miljard mensen is er globaal 24 miljoen km2 vruchtbare landbouwgrond beschikbaar, d.i. 3500 m2 per inwoner. Als we vanwege de biodiversiteit de natuur sparen, dan wordt dat in 2050 voor 9 miljard mensen dus 20 miljoen km2, d.i. 2200 m2 per inwoner. Binnen één generatie is er dan 40% minder landbouwgrond beschikbaar, zodat globaal 1/3 deel van de wereldbevolking geen eten meer heeft. In Nederland hebben we momenteel slechts 1400 m2 landbouwgrond per inwoner.
Feiten: Aardoppervlak 510 miljoen km2, waarvan 4.71% landbouwgrond, d.i. 24 miljoen km2. Bij 7 miljard inwoners is dat per inwoner 3428 m2 landbouwgrond, afgerond 3500 m2. In Nederland is 55% van het totaaloppervlak (40.840 km2) landbouwgrond, d.i. 22.462 km2. Bij 16 miljoen mensen is dat per inwoner 1403 m2 landbouwgrond, afgerond 1400 m2.
Ecologische voetafdruk
De beschikbare ecologische voetafdruk bij 7 miljard bewoners is 1.8 ha (Hectare). Bij 9 miljard 1.4 ha. De ecologische voetafdruk op de wereld is nu 2.7 ha. Bij 9 miljard 2.1 ha.
Ecologische voetafdruk per persoon | |
---|---|
Land | Hectare |
USA | 8.0 ha |
Nederland | 6.2 ha |
China | 2.9 ha |
Afrika | 1.4 ha |
India | 0.9 ha |
Conclusie A: Als ontwikkelingslanden hun steden net zo gaan bouwen als wij na de oorlog, dan zal de ecologische voetafdruk van die landen schrikbarende toenemen.
Conclusie B: Als Nederland duurzaam gaat produceren, verandert de ecologische voetafdruk niet.
De beeldvorming rond het begrip “duurzaamheid” en “grootschaligheid”.
Waarom maakt geen enkele politieke partij zich daar druk over? Wat is de oorzaak? In alle bestemmingsplannen staat sinds de oorlog, dat wonen, winkelen en werken van elkaar moeten worden gescheiden. Dit heeft een aantal directe gevolgen, t.w.:
- In de naoorlogse steden moet vrijwel iedereen over een auto beschikken om zijn dagelijkse dingen te kunnen doen, zowel man als vrouw, dus twee auto’s.
- Autoverkeer geeft onveilige straten, overal geparkeerde auto’s, veel stank en lawaai, olie-afhankelijkheid, CO2-uitstoot en dus klimaatverandering. Het naoorlogse autoverkeer maakt zowel de vooroorlogse als de naoorlogse steden onleefbaar.
- Omdat mensen vanuit de naoorlogse steden over grote afstanden naar hun werk moeten, zijn er heel veel wegen aangelegd, hetgeen de files steeds langer of de wegen steeds breder maakt.
- Vanwege de lage dichtheid, grootschalige vormgeving en werkvrije gebieden zijn de naoorlogse kleine steden saai, ongezellig, onbehaaglijk en olie-verspillend. De vooroorlogse grote steden met een veel hogere dichtheid, kleinschalige vormgeving en veel werkruimten zijn gezellig, bruisend en intiem, terwijl de bouwhoogten niet veel anders zijn.
- Naoorlogse steden hebben veel meer landbouwgrond of natuur nodig als vooroorlogse steden. Op 1 km2 wonen in kleinschalige binnensteden 10.000 inwoners, d.i. 100 m2 per inwoner. In de ongezellige grootschalige nieuwbouwwijken wonen momenteel op 1 km2 700 inwoners. Als deze trend naar verdunning zich doorzet, en we de benodigde wegenaanleg voor naoorlogse steden meenemen in de berekening, dan zitten we binnenkort op 500 inwoners op 1 km2. Als landen als China, India, Brazilië, enz. hun steden net zo gaan bouwen als wij na de oorlog gedaan hebben, dan is de ramp niet te overzien. Er gaat dan zoveel landbouwgrond verloren, dat er grote voedselproblemen ontstaan. De ecologische voetafdruk neemt dan op wereldschaal zo schrikbarend toe, dat onze huidige gerichtheid op duurzaamheid in de vorm van elektrische auto’s, zonnecellen, windmolens, kerncentrales nog nauwelijks enig gewicht in de schaal legt.
- Door het grote beslag op landbouwgrond zijn de stichtingskosten van woningen en werkruimten dubbel zo hoog zijn als nodig.
- Door de lage dichtheid duurt de bouwtijd tweemaal zo lang als steden met hoge dichtheid.
Conclusie: Waarom al dat gedoe over “duurzaamheid” als het niets oplost, terwijl je het met vooroorlogse stedenbouw kunt oplossen door het schrappen van één zin uit het bestemmingsplan?
De feiten over grootschaligheid en kleinschaligheid
Stad | Inwoners | Oppervlakte | Inwoners / 1km2 |
---|---|---|---|
Amsterdam-Centrum | 81.110 | 8 km2 | 9.900 |
New York | 8,3 miljoen | 789 km2 | 9.500 |
Het kleinschalige Amsterdam en het grootschalige New York hebben beide 100 m2/inwoner.
Conclusie 1: De dichtheid zegt niets over klein- en grootschaligheid.
Conclusie 2: De dichtheid zegt niets over de bouwhoogten.
conclusie 3: kleinschaligheid oogt beter dan grootschaligheid.
Stad | Inwoners | Oppervlakte | Inwoners / 1km2 |
---|---|---|---|
Amsterdan-Bijlmermeer | 84.811 | 22 km2 | 2.600 |
Amsterdam | 784.840 | 219 km2 | 2.790 |
Tokio | 35,327 miljoen | 13.500 km2 | 2.610 |
Conclusie 4: De dichtheid zegt niets over het aantal inwoners.
Stad | Inwoners | Oppervlakte | Inwoners / 1km2 |
---|---|---|---|
Almere | 191.239 | 130 km2 | 677* |
Heerhugowaard | 51.985 | 38 km2 | 738* |
* inclusief wegenstelsel
Conclusie 5: Hoe hoger dichtheid, hoe gezelliger, leefbaarder en bruisender.
Conclusie 6: Naoorlogse steden tenderen naar een dichtheid van 500 inwoners per km2.
Naar een nieuwe vorm van samenleven.
Kunnen we niet gewoon het olieverbruik enorm beperken door het voortaan bouwen van andere kleinschalige steden, zodat:
- Niet langer 2000 m2 landbouwgrond per stadsbewoner verloren gaat.
- Het niet langer meer noodzakelijk is om een auto te hebben, om bij je werk of winkels te komen?
Mijn voorstel is zelfredzame steden, kleinschalige (www.piramidestad.nl), die geen m2 landbouwgrond en geen fossiele brandstoffen meer gebruiken, door wonen en werken te integreren. De weinige energie, die voor zo’n stad dan nog nodig is, kan voldoende komen uit diepe geothermie. Buiten de melk- en vleesproductie zijn met de Plantlab-methode binnen deze steden voldoende gewassen te produceren voor voedsel en kleding voor alle inwoners van zo’n stad. Een dienstplicht voor bv. 18-jarigen kan er dan voor zorgen, dat iedereen in die stad kosteloos voldoende te eten en grondstoffen voor kleding heeft. I.p.v. globalisering zijn deze steden gericht op lokalisering, socialisering en ontmoeten, met zowel een geglobaliseerde als een lokale munt.
Verdere voordelen van piramidesteden (10-laagse bebouwing) of -dorpen (1-laagse bebouwing):
- Voor lange perioden van droogte zijn er grote watervoorraden in de kelder-ruimten te organiseren.
- Deze steden zijn bestand tegen aardbevingen, orkanen, overstromingen en de klimaatverandering.
- Vanwege het zelfredzame karakter is het mogelijk te bouwen in onherbergzame gebieden of op zee, waardoor nog meer landbouwgrond kan worden bespaard.
- Vanuit deze zelfredzame nieuwe steden is onvruchtbare grond vruchtbaar te maken.
- De stichtingskosten van zowel woningen als bedrijfsruimten kunnen worden gehalveerd.
- Wonen op maximaal 500 meter van/en uitzicht op de omliggende natuur, hetgeen het einde van de onleefbare en onveilige geglobaliseerde megapolissen betekent.
- Geen verdere verrommeling van het platteland door industrieterreinen.
éénlaagse piramidedorpen hebben op 1 km2 10.000 inwoners (dichtheid Amsterdam-Centrum, New York)
Eén-laagse piramidedorpen hebben op 1 km2 10.000 inwoners (Amsterdam-New York).
Tien-laagse piramidesteden hebben op 1 km2 100.000 inwoners. Dit is verantwoord, omdat alle wegen, parkeerruimten, voedselvoorziening, winkels, bedrijfsruimten, kantoren, scholen, bioscopen, kerken, theaters, enz. enz. apart onder de woningen liggen. Iedereen woont rond een voetbalveld. De benodigde stadsgrond voor 2 miljard bewoners kan dan worden teruggebracht van 4 miljoen km2 (oppervlakte Europa zonder Rusland) naar 20.000 km2 (helft Nederland).
Bestaande steden kunnen aan deze principes worden aangepast. Een “nadeel” is, dat dergelijke steden/dorpen de economische groei zullen aantasten, want de werkgelegenheid in de olie-afhankelijke landbouw en transportsector gaat dan grotendeels verloren. Om alle inwoners van dergelijke steden/dorpen te kunnen voorzien van voedsel, kleding en een fatsoenlijk onderkomen heeft slechts een klein gedeelte van de bevolking een werkplicht. De rest is vrij, en kan vrijwillig gaan werken of niet. Het zou het einde kunnen betekenen van de georganiseerde hebzucht.
Wandelpiramide, tekenaar Hans Ter Burg
Aad Breed, een verontruste wereldburger
17 reacties op “Na de schulden- en energiecrisis een wereldwijd voedselprobleem?”
Het maatschappijbeeld dat u hier omschrijft is een groot deel gebaseerd op Utopia (het boek van Thomas More). Ik merk dat u de “Grote Stad” behoorlijk ophemelt tot de ideale woon- en werkplek. Toch enkele bemerkingen.
– De grootsteden (als Belg kijk ik dan naar Brussel, Antwerpen, Gent) lijden nu al heel erg onder volgende problemen: onbetaalbare woongelegenheden, zelfs als ze heel klein zijn (uitgedrukt in m²’s per persoon), agressie (homo-bashing in Brussel), vandalisme (dit WE is nog maar net een metrostation in Brussel vernield). In kleinere steden of grote dorpen, heb je dat nauwelijks. Volgens mij net omdat er meer ruimte is, zowel ruimte in het huis, als ruimte rond het huis (open, publieke ruimte).
Wat betreft wonen en werken op dezelfde plaats. Momenteel is het voor heel wat werkgevers heel moeilijk om mensen te vinden, dit is vooral moeilijk voor hoger opgeleide mensen: de vraag naar dergelijke profielen is hoger dan dat er profielen (te vinden) zijn. Hoe gaat dat dan als iedereen in eigen stad moet werken? Binnen een koppel moet dan ofwel de man de vrouw haar job achternalopen, of omgekeerd. Dat klinkt heel ideaal :). Hoe gaat dat met studeren? Enkel in de eigen stad studeren? Uw geboorteplaats bepaalt dan wie je bent, wat je wordt (scholing) en of je kan werken. Dat ruikt verdacht veel naar regimes waar ik me niet wil vereenzelvigen…
Weer een artikel Olino niet waardig. De auteur heeft hier en daar de klok horen luiden, maar weet duidelijk niet waar de klepel hangt. O.a. als het om stedenbouw en ruimtelijke ordening gaat, dan is het duidelijk dat hij niet beseft dat er verschillende factoren een grote rol hebben gespeeld in de ontwikkelingen van de afgelopen decennia en dat het ter beschikking staan van goedkope olie daar zeker niet de belangrijkste van is. Hij werpt de na-oorlogse stedenbouw in de zich sterk economische ontwikkelende landen dan ook op één hoop. Volkomen ten onrechte, een blik op de verschillen tussen België en Nederland maakt duidelijk dat er ook tussen landen op economisch gebied best wel goed vergelijkbaar zijn, er toch een wereld van verschil kan zijn in ruimtelijke ordening.
Waarbij moet gezegd worden dat Nederland het op veel gebieden nog zo slecht niet gedaan heeft. Met alle voor en nadelen van het ruimtelijke beleid van Nederland, hebben zij hun landbouwgrond in ieder geval grotendeels ongemoeid gelaten.
Het is spijtig dat enkele goede ideeën verdrinken in een gebrek aan kennis, eenzijdigheid en foutieve beweringen waardoor de ideeën ook niet snel ernstig genomen zullen worden.
Vreemd dat deze site zich leent om de piramidestad uit te venten. Hoe past dat in \een samenleving die op een duurzame manier voorziet in haar eigen energie\ hetgeen de site beoogt? De schrijver wil een piramidestad benutten tegen de olieschaarste met de nadruk op voedselproduktie en mobiliteit.
Olieverbruik voor mobiliteit kan aanzienlijk verminderen met minder snel en minder ver – gaat meestal samen! – reizen. Voor rijke stedelingen, ook piramidebewoners is het snel groeiend vliegverkeer de belangrijkste energieverbruiker. Wie regelmatig vliegt verbruik meer energie dan per auto en die auto kan ook aanzienlijk zuiniger door een lichter voertuig, een minder zware motor, een betere stroomlijning, een andere brandstof!
De voedselproduktie wordt bij oilieschaarste als probleem genoemd met vreemde opmerkingen als \door gebrek aan fossiele brandstoffen, de voedsel-opbrengsten per m2 met soms wel een factor 2000 zullen afnemen\, zonder enige toelichting. Ook de enorme mileubelasting door vleesgebruik blijft onbesproken. Stadslandbouw heet de oplossing zijn met opmerkingen als \buiten de melk- en vleesproductie zijn met de Plantlab-methode binnen deze steden voldoende gewassen te produceren voor voedsel en kleding voor alle inwoners van zo’n stad\ Weer geen toelichting/verwijzing.
Inhoudelijk is het stuk niet sterk. De scheiding tussen wonen en werken is veel ouder dan de jaren zestig. Tuindorpen uit het begin van de vorige eeuw zijn daar voorbeelden van. Landbouwgrond gaat voor een klein deel verloren door bebouwing, doch erosie uitputting, verdroging e.d. zijn veel belangrijker oorzaken. Neem de opmerking \door gebrek aan fossiele brandstoffen, het voedsel vanuit andere landen niet meer met vrachtwagens en vliegtuigen kan worden vervoerd naar de rijke landen\ Blijkbaar is de schrijver de rol van schepen ontgaan. Door schepen langzamer te laten varen en te voorzien van vliegers kan het brandstofverbruik zeker gehalveerd worden.
Voor de schrijver is elektriciteit uit zonnecellen, windmolens, kerncentrales onmogelijk omdat \accu’s onoverkomelijke problemen geven\. Waarom dat laatste zo is, lezen we niet evenmin waarom accu’s onmisbaar zijn. Nog vreemder zijn opmerkingen als: \door de lage dichtheid duurt de bouwtijd tweemaal zo lang als steden met hoge dichtheid\ of \door het grote beslag op landbouwgrond zijn de stichtingskosten van woningen dubbel zo hoog\.
Sommige aannames / opsommingen begrijp ik niet. De energie crisis zal veel sneller merkbaar worden dan 2050. Kijk maar naar de verhoging van de energie kosten. Ik ben van mening dat er massaal terug geschakeld gaat worden, als ik zie hoe mensen om mij heen bezig zijn met \ duurzaam\. De reden is, dat de energiekosten zo zwaar gaan drukken op het inkomen, dat men gewoonweg moet, voor veel mensen is het al normaal om de kachel op 15 te zetten en met een zandloper te douchen, gewoon omdat de kosten de pan uit reizen. Ik heb zelf gemerkt dat 30% besparing vrij makkelijk te halen is. Dat is een eerste stapje. Verder denk ik dat als een fabrikant zelf de prijzen van voedsel gaat bepalen (wat al gebeurd), er een moment gaat komen dat men zelf voedsel gaat verbouwen. Gewoonweg omdat het niet meer betaalbaar is. Op het moment dat ze niet meer kunnen verdienen, omdat alles is berekend op marktwerking en forse winsten, weet ik niet of een dergelijk systeem stand houd. In feite is er voldoende kennis en voorzieningen voor handen om het anders aan te pakken. Kijk ook eens naar de haalbaarheid om een nieuwe stad te bouwen en / of te renoveren naar iets duurzaam. Renovatie / aanpassing lijkt mij logischer dan klakkeloos plat gooien en op nieuw beginnen. Ik denk dat er al duidelijk tekenen zijn, dat de huidige manier van verspillen niet meer houdbaar is. Als een bevolking in beweging komt, kun je veel geld hebben, maar als men het echt beu is, dan kunnen dingen wel eens sneller veranderen. De piramide steden plaats ik meer in de hoek van mensen die ook het Internet willen afknijpen, zodat de echte kennis, die je niet leert op een school voor hen van nadeel is. Stel je toch voor dat iedereen bewust wordt van wat er nu afspeelt…
Lijkt me een mooie stad om te wonen. Zeker als de huurprijs onder de 50 euro ligt, inclusief gas water en licht. Een mooi park naast de deur. Gratis OV. Prachtig uitzicht.
Ik zie ook een groot probleem, en dat is dat er geen enkele investeerder bereid is om zo’n stad te bouwen. De kosten zijn enorm. Een aardwarmte centrale voor 100k inwoners is helemaal prijzig. Zelfs in IJsland is dat al duur. Maar eerst de investeringen en dan is het pas mogelijk.
Het idee moet nog veel verder worden uitgewerkt waarbij ook naar de kosten word gekeken. Want de reden dat we nog niet massaal overstappen op duurzaam zijn de kosten. Fossiel blijft goedkoper. Wie straks leeft kan dan de problemen oplossen.
Het bouwen van dergelijke steden lijkt me dan ook onzin. De economische crisis kan worden opgelost door heel goedkoop energie te gaan opwekken. Dus niet met kolen centrales tot zonnepanelen. Dan hebben mensen weer geld over voor nieuwe aankopen en ontstaat er weer werk waarmee ze weer geld kunnen verdienen voor de nieuwe aankopen.
Ook eigenaardig is dat het argument van besparen van landbouwgrond word gebruikt. En wat vind je onder de stad? Landbouwgarages! Daar is ook een flinke puist energie voor nodig. Led verlichting uiteraard, de juiste temperatuur, voldoende CO2 etc. Dus om landbouwgrond te besparen kun je beter wat van die garages bouwen. Mits je goedkope energie hebt.
@Koen, Mentaliteit is inderdaad heel belangrijk. Maar komt dat door bevolkingsconcentraties? Of is het onvrede omdat men geen werk heeft en geen zin in school?
@Renaat, Het artikel vind ik zeker Olino waardig. Hoe komen we van die olie af? Dit mag dan wel een niet haalbaar idee zijn. Maar dat neemt niet weg dat het aanzet tot discussie. Laat Aad onze tegenargumenten afschieten. Misschien dat er dan wel iets uit komt.
@Roland, Het energie probleem heeft Aad nog niet opgelost. Maar daar kunnen we bij helpen. Het aanzienlijk verminderen van olieverbruik is alleen maar uitstel van executie. Wind en Zon kunnen niet zonder accu. Of heb jij al een gevonden met een oneindige laad/ontlaad cycli? Landbouwgrond kost zelfs in Nederland bijna niets. 40k€/ha, dus 4€/m². Het is het bestemmingsplan dat de prijs bepaald.
@ Wim,
de reden dat ik het artikel niet Olino-waardig vind heeft niet te maken met het onderwerp (want daar heb ik geen probleem mee), wel met de kwaliteit. Meestal zijn de artikelen op Olino van een redelijk hoge kwaliteit, dit is een uitzondering op de regel.
Inhoudelijk is het een zwak stuk dat mijn inziens vol staat met vreemd/foutieve veronderstellingen, slechte onderbouwingen, …
(Aad heeft pogingen gedaan om via mail bepaalde zaken te verduidelijken. Dit heeft mijn mening niet verandert. Naar mijn gevoel is dit artikel geschreven door iemand die (o.a. op vlak van (de geschiedenis van de) stedenbouw) de klok wel heeft horen luiden, maar geen idee heeft waar de klepel hangt.
@Wim,
Het stuk maakt nauwelijks duidelijk dat het energieverbruik vermindert, je geeft zelf als aan “dat de kosten enorm zijn” dus ook de milieukosten. Ook stedelingen reizen veel, steeds meer voor vakanties en andere uitstapjes. Dat met stadslandbouw – zelfs met een soort “dienstplicht” – ons voedselpatroon – met steeds meer vlees – en kledingspatroon opgelost wordt, blijft volstrekt onduidelijk. Als landbouwgrond goedkoop is, duidt dat niet op schaarste, een van de beweringen. Vele andere nauwelijks onderbouwde forse beweringen maken de beoordeling van het stuk niet echt mogelijk en dus “uitwerking” evenmin.
Als grootschalig opslagmedium zijn accu’s ongeschikt. Met een beter rendement kun je zon-en windenergie omzetten in gas – waterstof en/of aardgas – dat je kunt opslaan en transporten. Voor aardgas zijn die voorzieningen er al, dat bespaart veel kosten. Opslag met waterkracht rendeert nog veel beter.
Blijkbaar zijn accu’s niet het probleem gezien de vaststelling van de schrijver “zonnecellen, windmolens, kerncentrales nog nauwelijks enig gewicht in de schaal leggen”. Ook afgezien van de matige kwaliteit hoort dit stuk niet bij deze site. Een voorstel voor een piramidestad betreft niet de aanpak van het energiestelsel en hoort dus in een medium voor ruimtelijke inrichting
Ik vind het wel een interessant stukje, maar het roept vragen op, een uitdaging dus. Hoe zwaar wordt de piramide (lijkt een aaneengesloten blok) en kan je er een fundament voor maken op de Nederandse grond? Wat voor duurzame materialen worden er gebruikt? Hoe zit het met riolering en andere infra, zoals straten en wegen?
De voordelen lijken me duidelijk, vooral qua logistiek en grondoppervlakte, maar is het haalbaar, misschien dmv allerlei hightech materialen?
Het is zeker een interessant stukje. En er zitten nog veel haken en ogen aan waarbij de details essentieel zijn. De opbouw met high-tec materialen lijkt me niet betaalbaar. Hoewel, als je de stad opbouwt met piepschuim is er weer een probleem minder.
Ik vrees dat de mensen die dit een interessant stukje vinden, zelf ook weinig kennis hebben van (de historiek van) ruimtelijke ordening en planning in Nederland, België, …
Het is dan ook spijtig dat ze met dit artikel mogelijk een totaal verkeerd beeld krijgen vanwege de vele verkeerde en niet onderbouwde veronderstellingen in het artikel.
Juist van de historiek kunnen we leren. Ik kan nu niet echt zeggen dat NL en BE met de RO zo goed bezig zijn geweest. Uiteraard dient er nog veel uitgezocht te worden om een goed onderbouwde blue print te realiseren.
Waarom kan het niet??
Wim,
we kunnen absoluut veel leren van de historiek van o.a. ruimtelijke ordening in Nederland en België. Dat is net mijn belangrijkste kritiek op het artikel, wat de auteur beschrijft als historische feiten, zijn dat helemaal niet. Hij doet de historiek van de ruimtelijke ordening geweld aan.
@Wim, “Waarom kan het niet??”
Dat geef jezelf al aan, het plan is duur, milieubelastend, dwingend t.o.v de bewoners met dienstpicht e.d. Welk probleem wordt opgelost?
Niet het energieverbruik/opslag, noch de mobiliteitsbelasting, noch de voedselvraag … Heel dichte hoogbouw is zeker mogelijk; maar blijkbaar is niets geleerd van de ervaring met Bijlmerachtige aanpak.
Oorzaak van de schulden crisis en de (komende) eco-crisis heeft het zelfde culturele probleem ten grondslag. We gebruiken meer dan er is (Geld en voedsel). In het geval van voedsel is het lastiger te zien , we gebruiken meer dan er duurzaam geproduceerd kan worden.
Door media is er telkens weer op gehamerd dat we meer moeten kopen. Laat ze er nu maar eens op hameren dat we anders met grondstoffen om moeten gaan (voedsel, geld, goederen). Helaas wordt er dan te weinig verdiend, oeps sorry gegraaid. Als er anders gestuurd gaat worden, kan er ook (zal langzaam gaan) een mentaliteit verandering gaan plaats vinden.
@Renaat,
De historiek van de ruimtelijke ordening zie ik als het hutje mutje volbouwen van zoveel mogelijk oppervlak. Zoveel mogelijk kinderjes maken want dan hebben de bouwvakkers weer wat te doen. Dan vind ik dit toch een beter plan.
@Roland,
Ach, men word nu ook gedwongen om te solliciteren, waarom zou je niet wat vrijwillig doen voor een maatschappij. Ik moest vroeger nog in dienstplicht. Dat was zinloos, hier niet. Maar wat is het verschil met de Bijlmer? En dan heb je een gevoelig punt. Net als met alle sociale woningbouw trekt dat schorrie morrie aan. Nu valt het kwartje. Je moet huisvesting zo duur mogelijk maken. Totdat..
@Remco,
Precies. Totdat het op en onbetaalbaar is.
@Ruud,
Hahaha.. Ik zie het al voor me. Tijdens het reclame blok komt een miep van postbus 51 vertellen dat alles wat er word aangeprijst absoluut niet nodig is. Dat zal onze mentaliteit veranderen.
@Wim, blijkbaar wordt dat wel zonloos ervaren, dus met den dienstplicht afgedwongen.
Probleem van de Bijmer is niet sociale woningbouw (blijkbaar is dat gelijk aan “schoorie morrie”!) maar de opmenselijke maat.