Een naar mijn mening interessant boek van Rutger Bregman, waarin hij een zienswijze geeft van hoe bepaalde zienswijzen en levenswijzen in onze huidige maatschappij, anders zouden moeten en kunnen. Ik heb de overtuiging dat onze huidige manier van doen niet houdbaar is in de (nabije) toekomst en dan is het goed om andere voorstellen en ideeen voorgesteld te krijgen. Daarmee zouden we dan moeten gaan experimenteren om ervan te leren om uiteindelijk onze levenswijze aan te passen voor een duurzame toekomst. De overheid zou hierin leidend moeten zijn, kiezende voor die implementaties die op lange termijn goed zijn voor de meeste mensen in Nederland.
Rutger
Rutger is verslaggever bij uitgever De Correspondent, een uitgever die de onafhankelijkheid van zijn verslaggevers lijkt te ondersteunen, althans dat is mijn indruk wanneer ik meerdere artikelen lees op de website, een goede zaak.
Hij is slechts 26 jaar oud en ik heb november 2014 zijn lezing in Oss bijgewoond. Hij heeft met veel verve verteld over zijn ideëen in zijn boek, ik vind het erg knap van iemand van zijn leefdtijd. Ik ben dan wel van een generatie ouder maar hoop dat er veel meer mensen, en niet alleen van zijn generatie, deze genoemde ideëen inspireren en tot handelen brengt.
Terugkeer van de utopie
Volgens Rutger leven we nu in de droomwereld die men had in de Middeleeuwen; we hebben vrije tijd, we leven langer en hebben een eigen keuze ons geld te besteden aan zaken die wij belangrijk vinden. Het was echter van belang dat er dromen waren, die uiteindelijk middels acties van velen geleidt hebben tot daar waar we nu zijn.
Hij constateert dat we nu geen echte idealen meer hebben die we willen nastreven. We geloven minde, we consumeren meer en steeds meer dat wat ons voorgeschoteld wordt door o.a. media. We hebben een goed leven, echter het hebben van idealen die we zouden willen verwezenlijken is nodig om uit de huidige impasse te komen. We moeten weer een utopie hebben, een idee/wens van een situatie/wereld die in onze ogen beter is. En daarnaar werken.
Mijn interpretatie is dat we ons bewust moeten zijn van wat we doen en daarvan genieten. Als we niet genieten dan is het zaak om je acties te veranderen zodanig dat je dat wel doet. Een doel helt goed daarbij, of het definieren van je missie. De acties die je vervolgens doet moeten juist voor je de moeite waard zijn en je een goed gevoel geven, want het is de weg daarnaartoe waarvan je tevens dient te genieten.
Een werkweek van vijftien uur
Rutger laat zien dat aan het begin van de 20e eeuw een trend is ingezet van werktijdsverkorting. Men automatiseerde steeds meer werk waardoor veel werk niet meer gedaan hoeft te worden. Een andere actie van vele overheden is om werk veel met belastingen te belasten waardoor werk door mensen duur wordt en dat leidt tot nog meer automatisering of tot verplaatsen van werk naar lagelonen landen. Jammer denk ik dan, want eigenlijk is het hebben van werk goed voor ieder, het werk zou dan het liefst wel als fijn ervaren moeten worden. Het is dus van belang om in te zien dat er niet nuttig werk meer voor iedereen is. We zullen dan mensen moeten accepteren, ook als ze geen werk hebben, en die mensen zelf zonder betaald werk moeten zichzelf dan ook accepteren.
De arbeidstijdverkorting komt in de jaren 80 tot een einde, een tijd waarin men meer geld ging gebruiken om meer te consumeren. Het leidt tot meer werken, en tevens tot uitputting van het milieu en de aardse reserves (de aarde kan al niet meer leveren wat wij in een jaar nodig hebben, zie ook wereld uitputtingsdag, die dit jaar mid augustus plaatsvond). Overigens snap ik wel dat voor het huidige geldsysteem het nodig is dat de economie groeit (want al het geld is geleend en moeten we terugbetalen, met rente! En die laatste moet ook weer geleend worden), echter dat gaat ook niet meer lang kunnen doorgaan (en dat leidt dan weer tot een big reset, zoals Willen Middelkoop dat meldt in zijn boek “The Big Reset”).
Waarom we iedereen gratis geld moeten geven
Studies van over de gehele wereld wijyen het inmiddels uit: gratis geld geven helpt. Zie daarvoor het boek “Just give money to the poor (2010)”, waarin wetenschappers van de Univesiteit van Manchester talloze voorbeelden geven van succesvol strooien met geld. De voordelen:
1) huishoudens maken goed gebruik van het geld
2) de armoede neemt af
3) er zijn veel langetermijnvoordelen qua inkomen, gezondheid en belastingopbrengsten
4) er wordt niet minder door gewerkt, en
5) programma’s zijn goedkoper dan de alternatieven
Armoede gaat daarbij om een gebrek aan cash, het is geen kwestie van domheid. Mensen in een situatie van overleven als gevolg van te weinig geld, kunnen eenvoudigweg niet meer zo helder denken dan mensen die dat niet hebben. De eerstgenoemden verliezen hun zogenaamde ‘bandbreedte’ (acceptatievermogen zoals ik het wil vertalen).
In dit hoofdstuk wordt een hele analyse gemaakt van het grootste gratis geld project genaamd Mincome, in Canada. Een heranalyse laat zien dat het een succes is geworden, maar is niet opgepakt. Andere experimenten zijn ook geanalyseerd en in Amerika zijn twee van President Nixon’s voorstellen voor een basisinkomen voor de Amerikanen, door de senaat tegengehouden. Dit vanwege, naar mijn mening, ondoordachte futiliteiten.
De race tegen de machine
Het is een van de sterkte argumenten voor een kortere werkweek en een basisinkomen geworden: robotisering. Want als de huidige trends zoch doorzetten, is er maar één alternatief: structurele werkloosheid en oplopende ongelijkheid. Arbeid wordt namelijk steeds minder schaars en de opmars van de technologie zorgt er namelijk voor dat iedereen moet concurreren met miljarden werknemers over de gehele wereld. En belangrijker nog, met de machines.
Wie profiteert? Hoe kleiner de wereld wordt, des te minder winnaars er zijn. De kleine, lokale leveranciers kunnen niet meer op tegen de marketingkracht en schaalvoordelen van de grote jongens. Terwijl de wereld kleiner wordt, gaan de kleine handelaren ten onder.
Inmiddels groeit de ongelijkheid in bijna alle rijke landen, het is hierbij zo dat om rijk te worden je steeds minder mensen nodig hebt; de multinationals hebben steeds minder mensen in dienst en kleine bedrijfjes maken middels services op internet met weinig mensen veel winst.
In de twintigste eeuw gingen de groei van de productiviteit en de groei van de werkgelegenheid meestal gelijk op. Met automatisering werden nieuwe banen gecreëerd. Maar nu, aan het begin van een nieuwe eeuw, snellen de robots vooruit. Rond het jaar 2000 begon “de grote ontkoppeling”, zoals de economen van het MIT het noemen. “Het is de grote paradox van onze tijd”, vertelt een van hen. “De productiviteit is hoger dan ooit, de innovatie is nog nooit zo snel gegaan, maar toch dalen de mediane inkomens en zijn er minder banen.”
Er is derhalve één ding nodig: een mechanisme van herverdeling. Er moet een systeem komen dat ervoor zorgt dat iedereen profiteert van het Tweede Tijdperk der Machines; een systeem dat de verliezers compenseert. Allerlei standaardopties zoals een beetje nivelleren, een beetje scholen, een beetje reguleren, zullen ontoereikend zijn.
Stel daarbij dat de meeste van ons gedoemd zijn de race tegen de machine, op termijn, te verliezen. Wat te doen? Heel wat economen zeggen: niet zoveel. De trends zijn duidelijk. De ongelijkheid zal verder toenemen en wie niet snel iets leert dat machines niet kunnen of niet zullen kunnen, zal aan de tijdlijn komen te staan. “Grootverdieners verwennen, in zowat elk onderdeel van hun bestaan, zal een grote banenmotor worden van de toekomst”, schrijft de Amerikaanse econoom Tyler Cowen.
Het einde van de armoede
Waarom arme mensen domme dingen doen. Margaret Thatcher, de eerste vrouwelijke premier van Groot Brittanië, noemde armoede eens “een fundamenteel karaktergebrek”. Echter voor armen geldt dat hun geldschaarste hen doet concentreren op hun directe gebrek: de rekening die morgen moet worden betaald, wat te doen met onvoorziene omstandigheden etc. Hiermee verdwijnt het langetermijnperspectief. Schaarste slokt je op en je hebt minder aandacht voor dingen die je eigenlijk ook belangrijk vindt; armen leven in een context waarin iedereen minder intelligente beslissingen zouden nemen.
In dit hoofdstuk wordt het begrip bandbreedte uitgelegd, wat ik zie als een soort van acceptatievermogen. Men kon aantonen dat armoede beslag legt op een deel van deze bandbreedte. Indiase suikerrietboeren die 60 procent van hun jaarinkomen in één keer ontvangen, zijn een deel van het jaar rijk en een deel van het jaar arm. Dezelfde mensen scoorden slechter op cognitieve tests in de periode waarin ze arm waren.
Zodoende zal een opgezette bureaucratie van een verzorgingsstaat niet teveel regels en eisen moeten stellen, daar dit extra inteert op de bandbreedte en zodanig dan ook minder gebruikt worden door de armen die het nodig hebben.
Om armoede op te lossen is geld echter niet genoeg. Het gaat hierbij ook om de verdeling, het verwachtingspatroon van de armen. De groeiende ongelijkheid in de Westerse wereld zit hier dan ook enorm in de weg. Men kan een duidelijk beeld krijgen wanneer gekeken wordt naar de volgende verbanden:
1) index van sociale problemen afhankelijk van bruto nationaal product per hoofd van de bevolking (geen verband)
2) index van sociale problemen afhankelijk van de kloof tussen rijke en armen (duidelijk verband)
Ongelijkheid moet echter niet gezien worden als enige oorzaak van ellende. Het is een structurele factor bij het ontstaan van veel sociale problemen. Bijna alle rijke landen hebben nu een veel hoger niveau van ongelijkheid dan wenselijk is.
De lessen van de geschiedenis
Dit hoofdstuk gaat in op wat er gebeurde in de 20e eeuw wat ervoor gezorgd heeft dat we de verzorgingsstaat met het basisinkomen juist niet hebben. Het belangrijkste van dit hoofdstuk is de volgende cruciale les: Het kán anders. De manier waarop we onze samenleving hebben ingericht is niet vanzelfsprekend. Onze status quo kan zomaar het gevolg zijn van triviale, maar toch cruciale details in de kronkels van het verleden.
Verbeter de wereld, begin bij de belasting
Belastingen zijn een mooie manier om te sturen. Niet door middel van het verbieden maar door middel van het minder interessant maken van verschillende opties. Arbeid belasten is economisch gezien niet interessant: “Onze technologische innovatie is er al decennia op gericht zoveel mogelijk mensen overbodig te maken”, terwijl robots steeds slimmer en goedkoper worden, wordt het steeds duurder werklozen in dienst te nemen. En ironisch genoeg wordt dat wat wél schaars is – grondstoffen – nauwelijks belast. Alle ‘groene’ belastingen bij elkaar (op transport, energie, vervuiling en grondstoffen) besloegen in 2012 slechts 1,6 % van het bbp in rijke landen. In 1995 was dat nog 1,9 %. Het belastingsstelsel maakt het weinig interessant voor bedrijven om in zuinige technologie te investeren. “Het wordt tijd om onze hang naar arbeidsefficieëntie om te ruilen voor een focus op grondstoffenefficiëntie”.
Zouden we grondstoffen meer belasten, volgt dat recyclen en repareren interessanter worden dan kopen en weggooien. Zouden we arbeid minder belasten, dan krijgen we meer mensen aan het werk. Eerder een kapper dan een scheerapparaat, een chauffeur dan een dikke BMW, eerder een medewerker aan de lijn dan een robot. Het mag dan misschien niet een sexy onderwerp zijn, maar belastingen kunnen de wereld veranderen.
De glibberigste gans van deze tijd, die niet te plukken valt, is het grootkapitaal. Deze gans vliegt naar het land waar de lasten het laagst zijn. Daarmee gaan voor multinationals de lasten al decennialang omlaag. Tevens willen veel landen (Nederland, Zwitserland, Ierland en Luxemburg lopen voorop) de vetste ganzen binnenlokken en maken het de multinationals financieel nog interessanter.
Belastingen zijn dan een middel om dergelijke ontwikkelingen tegen te gaan. Door een goed debat wat we als land of cultuur wel of niet willen stimuleren kunnen belastingen hierdoor een richting aangeven.
De Britse econoom Arthur Pigou laat zien dat belastingen ook kunnen helpen de ‘verborgen’ kosten in de prijs van een product op te nemen. Negatieve bijeffecten van een product of dienst, worden externaliteiten genoemd en door belastingen op dergelijke producten te heffen worden de kosten van deze externatleiten er in ieder geval in meegenomen. Een dergelijke belasting wordt dan een Pigouviaanse belasting genoemd.
Belastingen moeten dienen om de toekomst veilig te stellen; het is een overduidelijke taak van de staat, om de einige natuurlijke hulpbronnen van een land te verdedigen tegen een roekeloze exploitatie.
De grote financiële recessie van 2008 had wellicht heel anders gelopen met een Pigouviaanse belasting middels een transactietaks op de vele flits-aan- en -verkopen van geld en aandelen, die toch niet bijdragen aan de samenleving, en die dan niet gedaan zouden zijn.
Er is in Nederland, waar veel belasting wordt geheven, toch ook nog veel te winnen. Arbeid zal veel meer moeten worden ontzien en grondstoffen, vervuiling, olie, grond, consumptie en vermogen juist minder. Een beeld van de toekomst is nodig, dat radicaal anders is dan nu.
Nieuwe cijfers voor een nieuwe tijd
Het bbp, bruto binnenlands product, wordt aangehouden als graadmeter voor de economie. Echter het is blind voor veel goede dingen, zoals vrijwilligerswerk, groei van onze kennis, goedkoper worden van nuttige producten, ontwikkeling van gratis diensten zoals Skype.
Het bbp rekent daarbij ook ellende mee alsof het de wereld verbetert. Files, drugsmisbruik, inbraken, dat goudmijntjes zijn voor tankstations, afkickcentra en beveiligingsbedrijven.
Geesteszieken, obesitas, vervuiling en misdaad; het bbp vindt het allemaal geweldig. De gezinnen die als gezinne functioneren zijn volgens het bbp de slechtste: zij koken hun eigen maaltijden, maken een wandelingetje na het eten en praten met elkaar ipv dat ze hen kinderen overgeven aan de commercie.
De financiële sector met de hoge lonen trekt ook veel talent naar zich toe: “We stoppen steeds meer van onze rijkdom, inclusief de crème de la crème van onze jeugd, in financiële activiteiten die ver verwijderd staan van de productie van goederen en diensten. Het zijn activiteiten die “hoge provate opbrengsten genereren”, maar “niet in verhouding staan tot hun sociale productiviteit”.
Het bbp was geweldig tijdens de oorlog. Toen de vijand voor de poort stond, draaide alles om productie (tanks, vliegtuigen, bommen en granaten). Milieuvervuiling en schulden maken is geen probleem. Je gezin verwaarlozen is nodig, want de oorlog moet overwonnen worden.
De oorlog is nu voorbij en we hebben een andere parameter nodig die de toestand van onze economie weergeeft. De definities van “Wat is groei”, en “Wat is vooruitgang”, en “Hoe gaat het met ons land”, moeten duidelijk worden.
Achter de poorten van luilekkerland
Dit hoofdstuk legt uit dat migratie, hoe ontwrichtend ook, een van de grootste motoren is van de vooruitgang. Ongelijkheid is een kwestie van locatie. Als de rijke landen slechts drie procent meer immigranten zouden toelaten, zouden de mondiale armen – volgens onderzoekers van de wereldbank – er met maar liefst 305 miljard dollar per jaar op vooruit gaan. In een wereld van krankzinnige ongelijkheid blijft migratie de beste armoedebestrijder.
Het zal leiden tot een enorme vergroting van de welvaart. Aangezien economische groei alleen niet alles is, is het nog steeds dé motor van de vooruitgang.
Tegen het idee van het openstellen van de grenzen steken veel slechte argumenten de kop op:
1) ze pakken onze banen af –-> meer werknemers betekent meer consumptie, meer vraag en dus ook meer banen. Echter dan is mijn gedachte nog wel dat meer consumptie en daardoor meer banen met de bijbehorende milieu- en grondstroffenbelasting niet iets duurzaams is.
2) ze drukken onze lonen –-> het center for immigration studies, denktank tegen immigratie, laat zien dat er geen invloed is. Echter uitbesteden van werk naar lagelonenlanden drukt wél de lonen.
3) ze zijn te lui om te werken –-> er is geen bewijs dat immigranten sneller een uitkering aanvragen dan autochtonen. In bepaalde landen trouwens betalen nieuwkomers zelfs meer belating dan de oorspronkelijke bevolking. Ik kan me voorstellen dat e.e.a. ook afhankelijk is van de cultuur van de immigrant. Dus het is niet zomaar vanzelfsprekend dat men zich gedraagt zoals de autochtone cultuur dit verwacht of zelf zou doen. Ik kan me voorstellen dat er best een studie is die het tegendeel aantoont. Rutger gaat nog verder en stelt voor dat men ook immigranten voorwaardelijk laat deelnemen aan het sociale systeem. Dus eerst voldoen aan bepaalde voorwaarden (betalen van plichten bijvoorbeeld) voordat er gebruik van gemaakt kan worden. Het veranderen van de verzorgingsstaat in een contributiestaat. Dat mag onterecht klinken, alleen het dichtgooien van de grenzen is nog veel onrechtvaardiger.
4) ze gaan nooit meer terug –-> open grenzen zouden terugkeer bevorderen. Het voorbeeld van Mexico en de USA waarbij de laatstgenoemde de grenzen dichtgooide zorgde voor veel meer in de USA verblijvende (al dan niet illegale) Mexicanen.
Joseph Carens, een van de pleitbezorgers van open grenzen, schreef in 1987: “Vrije migratie mag dan niet direct te verwezenlijken zijn, het is een doel waar we naar zouden moeten streven”.
Hoe ideeën de wereld veranderen
Dit laatste hoofdstuk gaat over voorbeelden van ideeën die mensen gehad hebben die uiteindelijk tot grote veranderingen hebben geleid. Het gaat er Rutger om, te laten zien dat ideeën ertoe doen, en aanleiding kunnen geven tot acties die veranderingen inzetten. Het uiten van je eigen ideeën, geparafraseerd als het hameren op je eigen aambeeld, kan wel degelijk leiden tot een ommekeer.
Een schok, of een crisis kan daarbij helpen, velen hun geloof in de eigen opvattingen te laten varen en zich laten inspireren door andere denkbeelden. De democratie werkt in dit geval niet als iets langzaams en voortschrijdends, waar mensen zich goed laten informeren en dan een bewuste keuze maken. De wereld lijkt er meer op dat mensen hun eigen wereldbeeld verdedigen, hun eigen status quo, en pas bij hoge druk zoals een crisis, bereid zijn dit op te geven of andere denkbeelden aan te nemen.
De financiële crisis van 2008 heeft echter niet geleid tot een aanpassing. In die tijd had men geen andere voorbeelden of modellen of ideeën hoe het anders kon in de financiële en bankwereld en is men dus doorgegaan op de manier zoals men het eerst deed. Het is dan geen crisis geweest maar we liggen hierbij nog in coma. Ideeën zijn in die zin belangrijk, ze representeren het geloof van daarna.
15 reacties op “Gratis geld voor iedereen”
Houd alsjeblieft op met die onzin van gratis geld. Gratis geld = instant inflatie. Er moet nuttig werk tegenover geld staan, anders verliest het instantly zijn waarde. Andersom dient geld ook als motivatie tot het doen van nuttig werk. Gratis geld = luilakken. Niemand gaat nog een wc schrobben als dat financieel niet meer nodig is.
Hoi Erik, we houden niet op omdat het zogezegd onzin vindt. Dat is geen reden. Dit boek gaat in op de indruk van velen dat gratis geld ter beschikking stellen zou leiden tot luiheid. Dat blijkt niet waar, gezien in de vele onderzoeken die daaraan zijn gedaan. In Mincome, Canada, is een groot experiment gedaan met gratis geld ter beschikking stellen. De mensen gingen uiteindelijk 10 % minder werken, en zetten zich tegelijkertijd veel meer in voor de gemeenschap. Ook wordt verteld over een Indianenstam die een casino met succes kon draaien en daarmee hun eigen families kon voorzien van geld. De kinderen gingen meer studeren en leefden gelukkiger met meet mogelijkheden.
De reden waarom er gratis een basisvoorziening moet zijn voor iedereen is o.a. het feit dat machines steeds meer banen van ons overnemen. Daardoor wordt het steeds moeilijker om werk te houden voor de meeste mensen. Waarom zouden we, als we ook kunnen leven door de machines voor ons het werk te laten doen. Mogelijk ook de WCs schrobben.
Die ‘vele onderzoeken’ komen altijd neer op dat ene experiment in Canada. Vooruit, de Indianen zijn nieuw voor me. Maar bekijk nou eerst eens kritisch in hoeverre een zeer beperkt experiment wat zegt over de bruikbaarheid op grotere schaal, langere tijd, andere groepen. Met andere woorden: de externe validiteit.
Kijk eens naar de ‘productiviteit’ van mensen in communistische regimes, waar iedereen een baan van de staat kreeg. Die productiviteit lag ongeveer op 0. In een ideale wereld klinkt het leuk, maar in de praktijk gaat het niet.
Als machines inderdaad eenmaal al het werk doen, dan wordt het misschien anders. Maar ik vermoed dat het nog flink wat tijd zal kosten. In het begin zullen alleen de rijken de machines kunnen betalen, de rest zal moeten werken in de machine-fabriek 😉
Ik zie geen toekomst voor het huidige model. Door de automatisering zullen we steeds en steeds meer banen niet meer hoeven en kunnen doen. Als het credit blijft: werken voor je geld, dan zullen veel mensen buiten de boot vallen en zullen arm worden en niet meer zeker kunnen zijn van de noodzakelijke behoeften zoals zorg, onderwijs, onderdak en eten. Je hebt een klein aantal dat werk heeft (en veel stress omdat er veel concurrentie zal zijn) en vele die dat niet hebben.
Het gaat dan ook niet meer om productiviteit. Dat is geen parameter meer om op te moeten sturen. De producten en diensten die we weten te produceren zorgen al voor een uitputting van de aarde. Ik verwijs naar de wereld uitputtingsdag die ergens mid augustus 2014 was, voor het jaar 2014. Dat wil zeggen dat we, volgens dat model, 4.5 maanden op de pof geleefd hebben, wat de aarde niet kan recupereren. Ik vind dat niet duurzaam en asociaal voor onze nakomelingen (en ik heb ze niet eens).
Er zijn meer boeken die spreken over gratis geld. Ik noem er nog eentje: The second machine age, van Erik Brynjolfsson. Hij gaat in op de enorme snelgaande technische vooruitgang en zoekt ook naar oplossingen voor een eerlijkere, veiligere wereld. En noemt daarbij ook gratis geld voor iedereen als een mogelijkheid.
Er zal geexperimenteerd moeten worden om een nieuwe oplossing te vinden voor de nabije toekomst. Dat van productiviteit verhogen van mensen, en werken voor geld, gaat niet meer afdoende werken voor de grootste groep mensen (en niet voor de aarde, cq ons leefmilieu). Zetten we toch door, dan krijgen we situaties waarbj toprijken in aparte wijken wonen, naar aparte winkelcentra en uitgaangscentra gaan (zoals bijvoorbeeld in Mexico, en in India), waarbij veiligheid zoals wij die nu kennen niet meer aanwezig is maar ingekocht moet worden en waarbij we de wereld nog verder verwaarlozen, evenals de grootste groep van de mensen. Ik ben daar zelf zeker een tegenstander van en wil graag naar iets anders.
Het boek noemt, naast de jou bekende uit Canada, nog vele andere situaties waaruit duidelijk werd, ook door de mensen en onderzoekers zelf, dat geld weggeven uiteindelijk goedkoper kan zijn.
Het boek geeft ook aan dat we af moeten van het bbp als maatgevende parameter voor een goede economie. Daar ben ik het ook roerend mee eens. Het bbp maakt ons (echt) niet gelukkig. Een woonplek waar we ons niet hoeven te bekommeren om veiligheid, onderdak, voedsel en zorg is iets wat erg belangrijk is. Wat ons daarna gelukkig kan maken is een goede omgang met anderen en een tijdsbesteding die we zelf leuk vinden. Waar eigen vrijheid is om dingen te ondernemen en doen.
Bedankt voor je heldere toelichting. Ik snap wat je zegt, ik hoop dat het allemaal ooit ook echt kan. Ik heb voor nu nog grote twijfels, maar hopelijk onterecht.
Het meest gehoorde tegenargument is altijd dat mensen te lui zijn om zonder financiële prikkel te werken. De financiële prikkel blijft echter wel omdat de meeste mensen niet zullen kiezen voor een minimalistisch bestaan. Los daarvan zie ik heel veel vrijwillig verrichte arbeid bij talloze verenigingen maar ook bij de vele open source projecten of b.v. wikipedia. Veel mensen willen ook graag iets nuttigs voor het algemeen doen.
Dus omdat jij voorbeelden ziet van mensen die wel graag iets nuttigs doen, ga je ervan uit dat iedereen (of in elk geval de grote meerderheid) dat wel wil? Ik vind het niet overtuigend. Lijkt wel of je het oordeel laat leiden door hoe je graag zou willen dat het was (wens is vader van de gedachte).
Misschien heb je gelijk Erik, dat niet iedereen nuttig werk gaat doen. Waar het mij om gaat is dat we iets zullen moeten doen omdat we met het huidige kapitalistische stelsel en met het kwijtraken van banen een grote ongelijkheid gaan creeeren en vele armen zullen komen en dat is zeker niet goed voor een stabiele en veilige samenleving. Dus iets anders, maar wat? En daarom is dit een voorstel wat we mogelijk in het klein weer eens moeten gaan proberen. Of, we implementeren maartegelen die naar deze situatie langzaamaan toewerken.
Het is goed om erover na te denken en alternatieven te bedenken. En ik besef dat ik wellicht wat negatief overkom. Eigenlijk is het alleen maar toe te juichen dat men vaste en niet-duurzamen patronen wil doorbreken.
Hoi Erik. Ik zou willen dat er een omgeving is waar we gelukkig zijn. En wat ik leer is dat de aarde uitgeput raakt, dat mensen wanneer ze een goede opleiding hebben gehad of op zijn minst niet zich hebben hoeven druk maken om overleven, zich in hun leven nutbaar en dienstbaar kunnen inzetten voor de samenleving en meer bereid zijn tot een duurzame samenleving, maar ik leer ook dat geld en de bijbehorende macht zeer veel invloed heeft en dat kan duurzame initiatieven en initiatieven goed voor iedereen makkelijk onderuit halen, zeker wanneer ze tegen de gevestigde orde zijn. Met internet en twitter lees je zoveel je wilt over alles wat zich maar voordoet. Bijvoorbeeld de twin towers die volgens officiele uitingen ingestort zijn door invliegen van vliegtuigen maar die een bouwconstructie hadden die zo stevig is dat die door dergelijke vliegtuig invliegen niet zouden instorten en volgens videoopnames zijn ze etage voor etage opgeblazen. Het neer laten gaan van die towers en het verloren laten gaan van vele levens en dat officieel toe te wijzen aan terrorisme, zou de officiele leiding van het land USA de mogelijkheid geven om andere acties uit te voeren tegen de zogenaamde terroristen terwijl ze het eigenlijk zelf waren. Wat te geloven? Het is lastig. Een ding is mij zekerder geworden, dat de officielen en de leiders van een land niet zomaar te vertrouwen zijn. Dat zie je ook wanneer je de gegevens van deze officiele uitingen neemt en gaat uitzoeken met internet en gps info etc etc wat werkelijk gebeurd zou kunnen zijn. Wat ik meer vertrouw is techniek, en het internet en twitter, wat de mogelijkheid geeft om nieuwe vindingen en ideeen te promoten en eventueel in het klein ook uit te voeren. Dat is dan waar ik ook mee bezig zal zijn. EN als ik aan een groter geheel zou kunnen bijdragen dan wil ik dat ook doen, op voorwaarde dat het mijn veiligheid niet in gevaar brengt. Dat is op het moment hoe ik erin sta.
@0: “migratie, hoe ontwrichtend ook, is een van de grootste motoren van de vooruitgang”
– Een erg aanvechtbare stelling, die uitsluitend bezien vanuit het ontvangende land. Hoe het moederland daarbij vergaat is kennelijk onbelangrijk. Dus ook de migratie noodzaak blijft onbesproken.
Het ontvangende land bepaald welke migranten worden toegelaten – bij voorkeur hoog opgeleide kennismigranten.
Argumenten mis ik. Meer consumptie heeft meer met bevolkingsgroei dan met migratie te maken. Problemen met culturele verschillen blijven ongenoemd. Zorgt migratie niet voor grotere verschillen tussen landen en in het oorspronkelijke land van de migranten?
@Roland, ik vind de stelling van migratie lastig. Maar waarschijnlijk omdat ik niet graag wil inleveren dat wat ik heb. En wellicht ook wil ik als land en cultuur ook niet dat die te snel veranderd wordt door erg veel immigratie. Ik snap dat een snelle verandering van cultuur en handelen in een land wellicht kan leiden tot totale ontwrichting van het land. En dan is alles wat daar is opgebouwd weer weg. Dus dat kan niet de bedoeling zijn.
Wel kan ik me voorstellen dat men kan zoeken naar een oplossing om meer mensen te laten genieten van de vooruitgang die we kennen in onze ontwikkelde wereld, en een deel van die oplossing kan zijn door wat meer immigratie toe te laten. Ik verwacht dat dat de strekking is van het punt dat Rutger wil maken.
Wat maakt ons Nederlanders meer waard dan een andere medemens uit een ontwikkelingsland? Wij hebben toevallig geluk gehad geboren te zijn in een ontwikkeld land.
@Marcel,
Een land met migratie “om meer mensen te laten genieten van de vooruitgang die we kennen in onze ontwikkelde wereld” moet ik nog zien. De selectie van migranten heeft vooral tot doel er als ontvangende land beter van te worden en de gevolgen voor het zendende land zijn daaraan ondergeschikt.
Om de cultuur verandering te beperken moeten de migranten zich goed aanpassen.
Zelfs al zou t ontvangende land uitkiezen. Als er immigranten toegelaten worden kunnen deze hun geld verdienen en mogelijk ook deel van hun familie in hun thuisland ermee helpen. Dan is daarmee toch uitgelegd dat er meer mensen meedelen i welvaart? Ik vraag me af wat jij daar nog meer van zou moeten zien.
Verder als immigranten komen lijkt het me inderdaad belangrijk dat de cultuur van het ontvangende land niet daardoor snel moet veranderen cq aanpassen. Dat zou tot ontwrichting leiden.
Mooie en heldere tekst. Anno 2015… men is bezig met een open source voor robotica. Dit houd in dat een robot die nu te duur is om in te investeren straks minder kosten dan het bruto jaar salaris van een modaal inkomen. Kort door de bocht, er gaan nog heel veel arbeids plaatsen verloren. Uiteraard hebben robots onderhoud nodig, maar dit staat niet in verhouding tot wat er aan arbeids plaatsen wegvalt. Ook in de ict verdwijnen er meer banen. Alles gaat straks meer met veel minder. Ondanks de grote vergrijzing die nu doorzet zie je dat arbeidsplaatsen schaars zijn. Wat je nu begint te zien is dat mensen met een mbo opleiding niet meer aan de slag komen en ongelukkig zijn en verder afglijden. Van de andere kant zie je mensen met een hbo opleiding achter de kassa werken in een supermarkt en daar ook niet gelukkig mee zijn. Er is dus meer vrije tijd, veel minder werk en als je niet aan de slag gaat krijg je straf. Conclusie: Testen!