Fischer Akkumulatorentechnik GmbH – T6WE87
Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen Geen reacties»Fischer Akkumulatorentechnik GmbH presenteert hierbij een ledlamp. De metingen van OliNo laten zien dat de lamp een zeer koudwit licht afgeeft met een kleurtemperatuur van 7011 K. De lamp verbruikt 4.2 W aan vermogen en geeft hiermee een lichtstroom van 228 lm. De efficiency komt hiermee op 54 lm/W. De lamp valt in de energie label categorie A.
In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.
Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.
Samenvatting meetgegevens d.d. 2016-04-25
parameter | meting lamp | opmerking |
---|---|---|
Kleurtemperatuur | 7011 K | zeer koudwit |
Lichtsterkte Iv | 104.3 Cd | Gemeten recht onder de lamp. |
Verlichtingssterkte modulatie index | 3 % | Gemeten met een sensor gericht op de lamp (kijkhoek niet gedefinieerd). Dit getal geeft de mate van knipperen aan. |
Stralingshoek | 99 deg | 85 graden is de stralingshoek voor het C0-C180-vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en 99 graden is de stralingshoek voor het vlak dat de lamp in de lengterichting doorsnijdt, het C90-C270 vlak. |
Vermogen P | 4.2 W | Het netto opgenomen vermogen. |
Power Factor | 0.41 | Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kW aan netto opgenomen energie, er 2.21 kVAh aan reactieve energie is geweest. |
THD | 186 % | Total Harmonic Distortion. |
Max inschakelstroom | 9.270 A | Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 90 graden. |
Lichtstroom | 228 lm | Met een fotogoniometer gemeten, berekening zoals aangegeven in LM79-08. |
Efficiëntie | 54 lm/W | |
EU2013-label classificatie | A | De energieklasse, van A++ (meest efficiënt) tot en met E (minst efficiënt). Dit label is de update van het voorgaande label, verplicht vanaf sept 2013. |
CRI_Ra | 72 | Color Rendering Index oftewel de kleurweergave index. |
Qa_CQS | 69.7 | CQS (v9.0.3) is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven. |
Qg_CQS | 0.92 | Gamut Area Ratio. |
Coordinaten kleursoort diagram | x=0.3151 en y=0.3065 | |
Fitting | 230V | Deze lamp wordt direct aangesloten op 230 V AC. |
PAR waarde | 1.0 uMol/s/m2 | Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp en ge-extrapoleerd naar 1 m^2 oppervlak. |
PAR fotonrendement | 0.5 uMol/s/We | Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp. |
Fotonstroom | 3.4 uMol/s | Het aantal fotonen wat zit in het licht van deze lamp (zonder weging). |
S/P ratio | 2.1 | Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficiënter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid). |
L x B x H afmetingen | 155 mm x 120 mm x 180 mm | Buitenafmetingen van de lamp. |
L x B x H afmetingen lichtruimte | 145 mm x 75 mm x 30 mm | Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Het is het oppervlakvan de prismatische plaat. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt. |
Algemene opmerkingen | De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingsterktemetingen was 22.5 – 24.0 deg C.De lamp wordt maximaal ongeveer 5 graden warmer dan omgevingstemperatuur.Opwarmeffect: Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 15 minuten en neemt dan 6 % af. Gedurende de opwarming varieert het vermogen gedurende 21 minuten en neemt dan 7 % af. De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is 2 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).Afhankelijkheid spanning: Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert. Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.Aan het eind van het artikel een extra foto. |
|
Eff-variatie | 2 % | Dit is de variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur). |
Dimbaar | nee | Volgens opgave fabrikant. |
Melanopische Effect Factor | 0.711 | Volgens norm DIN SPEC 5031-100:2015-08. |
Blauwlichtschade risico groep | 1 | 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. |
vormfactor | overig | |
Eulumdat file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. | |
IES file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. |
Overzichtstabel
Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen.
EU 2013 Energielabel classificatie
Sinds sept 2013 zijn deze energielabels van kracht.
Van belang voor de energieclassificatie zijn gecorrigeerd vermogen en nuttige lichtstroom.
Het opgenomen vermogen van 4.2 W moet worden omgerekend naar een gecorrigeerd vermogen. Dit is afhankelijk van het type lamp en of wel of niet inclusief voorschakelapparaat is gemeten. De keuze voor deze lamp is dat deze valt in de classificatie: Lampen met eigen voorschakelapparaat (intern of extern). Daarmee wordt het gecorrigeerde vermogen voor deze lamp 4.2 W.
De lichtstroom die gemeten is bedraagt 228 lm. De voor nuttige lichtstroom relevante classificatie van deze lamp is: Andere gerichte lampen dan gloeidraadlampen waarvan de hoek van de lichtbundel >=90° en op de verpakking waarvan in woorden of grafisch wordt gewaarschuwd dat ze niet geschikt zijn voor accentbelichting. Hiermee wordt de nuttige lichtstroom 189 lm. Nu kan hiervoor een referentievermogen uitgerekend worden.
De energie efficientie index is P_corr / P_ref = 0.20.
EU energielabel voor deze lamp
Zip bestand met daarin 6 EU energie-efficiëntielabels voor deze lamp
De prestatie van de lamp in het energie-performance vlak.
Eulumdat lichtdiagram
Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak.
Het lichtdiagram en de indicatie van de C-vlakken.
Het lichtdiagram geeft de bundel aan in het C0-C180 vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en de bundel in het C90-C270 vlak (in de lengterichting van het lichtgevende oppervlak, gelijk aan in de lengterichting van de lamp).
Verlichtingsterkte E_v op 1 m afstand, of lichtintensiteit I_v
Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld. In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen.
Het stralingsdiagram van de lamp.
Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.
Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.
Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaarden verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.
Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaarden per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 85 graden voor het C0-C180 vlak en 99 graden voor het C90-C270 vlak.
Lichtstroom
Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaarden, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 228 lm.
Efficientie
Een lichtstroom van 228 lm, en een opgenomen vermogen van 4.2 Watt, levert een efficiëntie van 54 lm/Watt.
Elektrische eigenschappen
De powerfactor is 0.41. Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kW aan netto opgenomen energie, er 2.21 kVAh aan reactieve energie is geweest.
Voedingsspanning | 230.18 V |
Voedingsstroom | 0.044 A |
Vermogen P | 4.2 W |
Schijnbaar vermogen S | 10.2 VA |
PF | 0.41 |
Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen.
Spanningsvorm over de lamp en stroom door de lamp.
Deze stroom is gechecked tegen de eisen, gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2006 met amendement 2:2009 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties <= 25 W en voor > 25 W.
De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2006 A2:2009
Voor vermogens <= 25 W gelden geen limieten voor de harmonischen.
De Total Harmonic Distortion van de stroom is berekend en bedraagt 186 %.
Inschakelstroom
De inschakelstroom is gemeten voor de verschillende starthoeken van de spanning van 0 – 170 graden (met stap van steeds 10 graden). De stroom- en spanningswaardes zijn met een acquisitiefrequentie van 39.9 kS/s binnengehaald. Daarna zijn de meetresultaten door een 2e orde 2kHz laagdoorlaat Butterworth filter gehaald. Hiermee worden zeer kortdurende, niet relevante, (stroom)pieken weggefilterd.
De lamp stond steeds twee minuten uit voordat iedere test uitgevoerd werd.
Testspanning | 230.0 V | |
Frequentie van de spanning | 50.0 Hz | |
Maximale inschakelstroom | 9.270 A | Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 90 graden. |
Pulsbreedte max inschakelstroom | 5.0E-4 s | Dit is de tijd dat de puls een stroomwaarde heeft hoger dan 10 % van de topwaarde. |
Minimale inschakelstroom | 0.859 A | Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 0 graden. |
I^2 x t na 10 ms bij 0 graden spanningshoek | 1.961E-3 A^2.s | Dit is de I^2 t waarde wanneer een nulpuntsdetector wordt toegepast waardoor de spanning begint bij 0 graden hoek. |
Inschakelstroom bij worst-case inschakelhoek van de spanning
Eerste cyclus van de maximale inschakelstroom
De energie I2t gedurende de eerste 10 ms van de eerste stroomcyclus
Temperatuurmetingen lamp
Temperatuurplaatje(s).
status lamp | > 2 uur aangestaan |
omgevingstemperatuur | 24.4 graden C |
gereflecteerde schijnbare temperatuur | 24.4 graden C |
camera | Flir T335 |
emissiviteit | 0.95 |
meetafstand | 0.5 m |
IFOVgeometric | 0.136 mm per 0.1 m afstand |
NETD (thermische gevoeligheid) | 50 mK |
Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum
Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.
De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is 7011 K wat zeer koudwit is.
De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.
De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.
De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 45 graden. Daarbuiten is de verlichtingssterkte zo laag (< 0.10 lux) dat deze niet meer is meegenomen voor de kleurbepaling van het licht.
Voor het C0-C180 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 85 graden dan komt dit overeen met 42.3 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 18 %.
Voor het C90-C270 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 99 graden dan komt dit overeen met 49.3 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 28 %.
PAR waarde en -spectrum
Om meer te zeggen over hoe goed het licht van deze lamp is voor plantengroei, wordt gebruik gemaakt van PAR waardes.
Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum
parameter | waarde | eenheid |
---|---|---|
PAR getal | 1.0 | uMol/s/m^2 |
PAR fotonstroom | 2.2 | uMol/s |
PAR foton rendement | 0.5 | uMol/s/W |
Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 67 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.
S/P ratio
Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurven en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).
De S/P ratio van deze lamp is 2.1.
Kleursoort diagram
Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.
Het lichtpunt ligt binnen het gebied aangeduid met klasse A. Dit gebied geldt voor signaallampen.
De kleurcoördinaten zijn x=0.3151 en y=0.3065.
Kleurweergave-index of CRI
Hierbij het plaatje van de kleurweergave index.
De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.
Deze waarde van 72 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor < 5000K een zwarte straler en voor > 5000K de zon/buitenlicht).
Deze waarde van 72 is kleiner dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik.
De “chromaticity difference” is -0.0008, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er wordt in sectie 5.3 van CIE 13.3-1995 een waarde genoemd van 5.4E-3 zonder verdere uitleg.
Een andere referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.
Color Quality Scale v9.0.3
CQS (v9.0.3) is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.
CQS waardes van het licht van deze lamp.
CQS waardes voor het licht van deze lamp vergeleken met de referentiebron met gelijke kleurtemperatuur.
Spanningsafhankelijkheid
De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.
Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.
Een abrupte variatie van + of – 5 V AC levert een verandering van de lichtintensiteitswaarden van maximaal 0.1 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.
Opwarm-effecten
Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.
Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd
Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 15 minuten en neemt dan 6 % af.
Gedurende de opwarming varieert het vermogen gedurende 21 minuten en neemt dan 7 % af.
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is 2 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).
Mate van knipperen
Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp.
De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp
parameter | waarde | eenheid |
---|---|---|
Knipperfrequentie | 3004.7 | Hz |
Verlichtingssterkte modulatie | 3 | % |
Knipperindex | 0.009 | [-] |
Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev).
Melanopisch effect
Het melanopisch effect zegt iets over in hoeverre het licht van deze lamp in staat is het menselijk dag- nachtritme te beïnvoeden evenals de mate van melatonineopwekking te onderdrukken.
De volgens de norm DIN SPEC 5031-100:2015-08 interessante melanopische factoren:
melanopische effect factor | 0.711 |
kmel trans (25 jaar) | 1.057 |
kmel trans (32 jaar) | 1.000 |
kmel trans (50 jaar) | 0.822 |
kmel trans(75 jaar) | 0.566 |
kmel trans(90 jaar) | 0.436 |
kpupil(25 jaar) | 1.088 |
kpupil(32 jaar) | 1.000 |
kpupil(50 jaar) | 0.792 |
kpupil(75 jaar) | 0.543 |
kpupil(90 jaar) | 0.416 |
Blauw Licht Schade
De mate van blauwlicht en de schade die het kan veroorzaken op het netvlies is bepaald. Hierbij de resultaten.
Het niveau van blauw licht van deze lamp tov de blootstellingslimiet en de verschillende classificatiegebieden.
L_lum0 [mm] | 30 | Afmeting helderste gedeelte lamp in C0-C180 richting. |
L_lum90 [mm] | 30 | Afmeting helderste gedeelte lamp in C90-C270 richting. |
SSD_500lx [mm] | 457 | Berekende afstand waarop 500 lux gemeten zou moeten worden. Dit is geldig wanneer deze zich bevindt in het verre veld van de lamp. Noot: Als deze waarde 200 mm is dan is op grond van de norm IEC 62471:2006 gerekend op 200 mm afstand. |
Begin verre veld [mm] | 212 | Minimale afstand waarbij de lamp gezien kan worden als puntbron. In dit gebied geldt dat Ev evenredig is met (1/afstand)2. |
300-350 nm waardes ingevuld met 0 | ja | In het geval dat OliNo heeft gemeten met een SpecBos 1211 spectrometer zonder UV optie dan is er geen meetdata van 300-349 nm. Bij lampen die nabij 350 nm geen energieinhoud meer hebben, kan dan het gebied van 300-349 nm eventueel ingevuld worden met 0. |
alphaC0-C180 [rad] | 0.066 | (Schijnbare) voorwerpshoek in C0-C180 richting. |
alphaC90-C270 [rad] | 0.066 | (Schijnbare) voorwerpshoek in C90-C270 richting. |
alphaAVG [rad] | 0.066 | Gemiddelde (schijnbare) voorwerpshoek. Indien >= 0.011 rad dan wordt met radiantie Lb de blootstellingslimiet berekend. Anders met irradiantie Eb. |
Blootstellingswaarde [W/m^2/sr] | 1.57E+2 | Blauwlichtschade waarde voor deze lamp, gemeten recht onder de lamp. Er is gerekend met Lb. |
Blauwlichtschade risico groep | 1 | 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. |
Extra
Extra foto’s.