Er wordt veel en veel te veel gevlogen. Als we dat niet drastisch verminderen, zal de klimaatverandering genadeloos zijn. Maar het lijkt onbespreekbaar: Ook milieubewuste mensen stappen op het vliegtuig zonder veel aandacht te besteden aan de impact op het milieu.
Het is een goede zaak dat OneWorld het reizen per vliegtuig taboe helpt te doorbreken. Ik kan dat alleen maar toejuichen. Maar wat mij opviel in het artikel van Leonie Hosselet, was dat het niet of minder vliegen werd gebracht als een opoffering voor de goede zaak. Een zelfkastijding die alleen voor de zeer gemotiveerde wereldverbeteraar haalbaar is.
Toen ik las wat de geïnterviewden te zeggen hadden over minder vliegen, klonk het voor mij of ik in een goed restaurant mensen hoorden praten over de moeite die ze zich getroosten om niet bij de FEBO te eten. Als mensen die met pijn in hun hart de Senseo aan de wilgen hangen, terwijl ze een Italiaanse espressomachine op het aanrecht hebben staan.
Ik ben een fervent reiziger. Ik schrijf reisverhalen en geef lezingen over mijn reizen. Maar ik heb nog nooit gevlogen. Sterker nog, de laatste jaren reis ik ongemotoriseerd, op wat veerboten na. En die reizen zijn zo mooi en avontuurlijk, dat als ik op vakantie ga, mijn blog door duizenden mensen wordt gevolgd.
Hoe kan het dat in een tijd waarin iedereen die je kent om de haverklap de halve planeet rondvliegt, mensen komen luisteren naar de reisverhalen van een man die nog nooit buiten Europa is geweest? Het antwoord is dat ik reis op de fiets. En dat is eenvoudigweg veel interessanter.
Reizen is tegenstrijdig
Reizen heeft twee tegenstrijdige doelen. Enerzijds wil je ergens heen, en dat ‘ergens’ is buiten je dagelijkse omgeving, liefst een flink eind weg. Anderzijds wil je de omgeving in je opnemen. Het één vraagt snelheid, het ander vraagt tijd. Je kunt niet snel en langzaam tegelijk reizen, je moet een compromis vinden.
Het ene extreem is lopen. Dan heb je alle tijd om de omgeving nauwkeurig in je op te nemen en te ervaren, maar als je niet onbeperkt de tijd hebt, kom je niet ver. Het andere extreem is vliegen. Je laat je opsluiten in een aluminium pijp, wacht een aantal uren en dat is het dan. Je bent heel ver, maar hebt niets gezien van de reis.
Maar eigenlijk zijn andere vormen van gemotoriseerd reizen ook te snel. Ook auto’s, ook treinen. Fietsen is de hoogste snelheid waarmee een mens kan reizen en toch de omgeving goed in zich op kan nemen. Dat maakt fietsen niet alleen één van de meest duurzame, maar ook de mooiste vorm van reizen. Je kunt heel ver komen, en tegelijkertijd de reis heel intens ervaren. En die intensiteit neemt nog toe doordat je beweegt: De fysieke inspanning zet je geest en zintuigen wijd open.
Een aantal jaar geleden was ik een mooie zomer lang smoorverliefd op een prachtige vrouw in het bezit van een cabriolet. Met haar auto gingen we naar Frankrijk. We wilden grote wegen vermijden, dus ik had mooie routes over kleine 60 km/h-weggetjes uitgezocht. Klinkt vrij ideaal nietwaar? Ik heb er absoluut van genoten. Maar het viel me al snel op dat de omgeving waar we doorheen reden, vrijwel helemaal langs mij heen ging. Het kwam niet eens in de buurt van wat ik gewend was.
Het moois om de hoek
Mensen vragen mij wel eens of ik het niet jammer vind dat ik nooit buiten Europa ben geweest. Mijn wedervraag is dan vaak of zij wel eens boven de poolcirkel zijn geweest. Het antwoord is vrijwel altijd “Nee”. Of ik vraag of ze wel eens op een Duits waddeneiland zijn geweest. Het antwoord is dan meestal: “Heeft Duitsland ook waddeneilanden?” 17 van de 25 bewoonde waddeneilanden liggen in Duitsland. Vijf daarvan hebben nauwelijks een zeewering en de bewoners vertrouwen nu nog steeds op terpen als bescherming tegen stormvloeden.
Ook dat is een reden waarom al dat vliegen onzin is. Mensen weten niet eens wat voor moois er om de hoek te vinden is. En er is geen betere manier om dat moois te ervaren dan door er naar toe te fietsen.
Natuurlijk, ik heb een snelle ligfiets en high-end kampeer uitrusting, ben getraind en ervaren, en heb weinig te klagen over het lichaam dat ik van mijn ouders heb gekregen. Maar iemand die slechts de helft van mijn tempo aanhoudt, fietst in een week naar Berlijn, in twee weken naar Zuid-Frankrijk, in drie weken naar Rome, in vier naar de Poolcirkel. Reizen waar je jaren later nog op elke verjaardag over uitgehoord wordt.
Saai
Kort geleden hield ik een lezing, en daar vertelde ik over de eerste dag van een lange reis. Ik vertelde hoe ik vlak bij mijn huis moest slalommen tussen de hooibalen die door een boer lukraak op het fietspad waren geplempt. Hoe ik op de veerboot over de Nieuwe Waterweg aan de praat raakte met een andere fietser over zijn prachtige klassieke racefiets. Over de slaperige dorpjes van de Zuid-Hollandse eilanden en de dammen van de Deltawerken. De bolussen die ik at bij de beste bakker van Schouwen. Hoe ik bij een sprintje voor de veerboot over de Westerschelde een beeldschone vrouw inhaalde waarbij haar wijde zomerjurk bijna in mijn gezicht wapperde, en dat ik aan boord een praatje met haar maakte toen bleek dat zij met een nog krappere marge de boot had gehaald. De Belgische kust waar ik slingerend tussen kinderen op skelters over de boulevards fietste. Daar koffiepauze nam en weer door nieuwsgierige mensen aangesproken werd. De kunstwerken en havens waar ik langs kwam en dat ik uiteindelijk vlak over de Franse grens mijn tentje opzette en uitkeek over het strand en de zee, een gezellig café vond en begon te schrijven aan het eerste verhaal van die reis.
Dat was één dag. Tenminste, dit is een greep uit de dingen die ik heb onthouden van die ene dag. In werkelijkheid gebeurt er nog veel meer. Het is letterlijk nauwelijks te bevatten. Als ik ‘s avonds begin met schrijven, duizelt het me soms. Dat er zo veel belevenissen, zo veel avontuur, zo veel mooie dingen in één enkele dag passen. Dat gebeurt niet als je met de trein gaat, of met de auto of de bus. En bij vliegen? Ik heb er dus geen ervaring mee, maar ik kan er naar raden
Precies bijgehouden heb ik het niet, maar ik schat dat ik nu zo’n 50.000 kilometer door Europa heb gereisd op de fiets. Nog steeds val ik van de ene verwondering in de andere. Nog steeds zijn geen twee dagen hetzelfde, nog steeds is elke tocht een groot avontuur dat mij inspireert om te schrijven. Zou ik nu weer gemotoriseerd op vakantie gaan, dan zou ik me dood vervelen. Het is gewoon saai.
Het probleem van vliegvakanties is niet alleen dat we maar één planeet hebben. Je hebt als mens ook maar één leven. Verspil het niet. Reis op de fiets.
Geïnspireerd geraakt? Lees hier mijn tips en praktische informatie over het reizen op de fiets.
1 antwoord op “Fietsen als alternatief voor vliegen”
Boeiend dat autotochtje waarvan je genoten hebt. Geen fietsers voorbij gereden met een hekel aan auto’s die zonder bestemming juist die smalle wegen onveilig maken? Juist ons land kent veel van zulke wegen, dus wijk ik alleen al hierom naar Duitsland uit.