LUMISSION – Inverso 150 830-1

Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen Geen reacties»

Hierbij een ledarmatuur van Lumission. De metingen van OliNo laten zien dat de lamp een warmwit licht afgeeft met een kleurtemperatuur van 3018 K. De lamp verbruikt 9.7 W aan vermogen en geeft hiermee een lichtstroom van 1214 lm. De efficiency komt hiermee op 125 lm/W. De lamp valt in de energie label categorie A++.

In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.

Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.

Samenvatting meetgegevens d.d. 2020-04-11

parameter meting lamp opmerking
Kleurtemperatuur 3018 K warmwit
Lichtsterkte Iv 1459.8 Cd Gemeten recht onder de lamp.
Verlichtingssterkte modulatie index 54 % Gemeten met een sensor gericht op de lamp (kijkhoek niet gedefinieerd). Dit getal geeft de mate van knipperen aan.
Stralingshoek 50 deg 50 graden is de stralingshoek voor alle C-vlakken daar deze lamp symmetrisch is over de 1ste as.
Vermogen P 9.7 W Het netto opgenomen vermogen.
Power Factor 0.84 Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kW aan netto opgenomen energie, er 0.65 kVAh aan reactieve energie is geweest.
THD 18 % Total Harmonic Distortion.
Max inschakelstroom 0.819 A Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 90 graden.
Lichtstroom 1214 lm Met een fotogoniometer gemeten, berekening zoals aangegeven in LM79-08.
Efficiëntie 125 lm/W
EU2013-label classificatie A++ De energieklasse, van A++ (meest efficiënt) tot en met E (minst efficiënt). Dit label is de update van het voorgaande label, verplicht vanaf sept 2013.
CRI_Ra 83 Color Rendering Index oftewel de kleurweergave index.
Rf_TM30 82 TM30-15 is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.
Rg_TM30 98 Gamut Area Ratio.
Coordinaten kleursoort diagram x=0.4358 en y=0.4040
Fitting 230V Deze lamp wordt middels een voeding aangesloten op 230 V AC.
PAR fotonstroom 11.0 uMol/s Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp (gewogen cf DIN-norm 5031-10:2000)
PAR fotonrendement 1.1 uMol/s/We Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp.
Fotonstroom 17.9 uMol/s Het aantal fotonen wat zit in het licht van deze lamp (zonder weging over 350-750nm).
Lumenstroom voor kippen 1988 cLm De luminous flux ervaren door kippen, gebruikmakend van het gevoeligheidsspectrum (350-780 nm) van kippen.
S/P ratio 1.3 Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficiënter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid).
D x H afmetingen 175 mm x 80 mm Buitenafmetingen van de lamp.
D afmetingen lichtruimte 132 mm Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Het is het oppervlak van de reflector. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt.
Algemene opmerkingen De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingsterktemetingen was 23.9 – 25.3 deg C.

De lamp wordt maximaal ongeveer 13.5 graden warmer dan omgevingstemperatuur.

Opwarmeffect: Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte niet significant (< 5 %).

Gedurende de opwarming varieert het vermogen niet significant (< 5 %).
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is -0 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).

Afhankelijkheid spanning: Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert.

Aan het eind van het artikel een extra foto.

Eff-variatie -0 % Dit is de variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).
Dimbaar nee/niet bekend Volgens opgave fabrikant.
Melanopische Effect Factor 0.404 Volgens norm DIN SPEC 5031-100:2015-08.
Melanopische verhouding 0.33 Deze verhouding vermenigvuldigd met de luxwaarde levert de EML-waarde (equivalente melanopische waarde) gebruikt in tabel L2 van WELL std 2019-Q3.
Blauwlichtschade risico groep 0 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. Indicatie voor alleen recht onder de lamp.
vormfactor inbouwlamp
Eulumdat file Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.
IES file Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.

Overzichtstabel

Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen.

EU 2013 Energielabel classificatie

Sinds sept 2013 zijn deze energielabels van kracht.

Van belang voor de energieclassificatie zijn gecorrigeerd vermogen en nuttige lichtstroom.
Het opgenomen vermogen van 9.7 W moet worden omgerekend naar een gecorrigeerd vermogen. Dit is afhankelijk van het type lamp en of wel of niet inclusief voorschakelapparaat is gemeten. De keuze voor deze lamp is dat deze valt in de classificatie: Lampen met eigen voorschakelapparaat (intern of extern). Daarmee wordt het gecorrigeerde vermogen voor deze lamp 9.7 W.
De lichtstroom die gemeten is bedraagt 1214 lm. De voor nuttige lichtstroom relevante classificatie van deze lamp is: Andere gerichte lampen. Hiermee wordt de nuttige lichtstroom 1145 lm. Nu kan hiervoor een referentievermogen uitgerekend worden.

De energie efficientie index is P_corr / P_ref = 0.11.

EU energielabel voor deze lamp

Zip bestand met daarin 6 EU energie-efficiëntielabels voor deze lamp

De prestatie van de lamp in het energie-performance vlak.

Eulumdat lichtdiagram

Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak.

Het lichtdiagram en de indicatie van de C-vlakken.

Het lichtdiagram geeft een bundel aan in het C0-C180 vlak en in het 90 graden loodrecht daarop staande C90-C270 vlak. Deze zijn gelijk vanwege de symmetrie over de 1e as (de verticale as).

Bij het berekenen van de lichtsterktewaarden per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 50 graden voor het C0-C180 vlak en 50 graden voor het C90-C270 vlak.

Beeld van de lichtverdeling in 3D.

Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.

Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaarden verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.

Lichtstroom

Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaarden, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 1214 lm.

Efficientie

Een lichtstroom van 1214 lm, en een opgenomen vermogen van 9.7 Watt, levert een efficiëntie van 125 lm/Watt.

Elektrische eigenschappen

De powerfactor is 0.84. Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kW aan netto opgenomen energie, er 0.65 kVAh aan reactieve energie is geweest.

Voedingsspanning 233.00 V
Voedingsstroom 0.050 A
Vermogen P 9.7 W
Schijnbaar vermogen S 11.6 VA
PF 0.84

Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen.

Spanningsvorm over de lamp en stroom door de lamp.

Deze stroom is gechecked tegen de eisen, gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2018 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties 5 W (geen eisen), 5-25 W en > 25 W. Deze lamp verbruikt 9.7 W.
LET OP: norm geldt alleen voor lampen met voedingsspanningen hoger dan 220 V AC.

Bij een verbruik van 5-25W gelden eisen mbt de stroom. Aan minimaal 1 van de 3 onderstaande testen moet voldaan zijn.
1) Eis aan de stroomvorm en maximale eis enkele harmonischen:

Eisen mbt de stroomvorm volgens IEC61000-3-2:2018

De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2018, behorende bij de stroomvorm.

2) Harmonische stromen kleiner dan vermogens-drempelwaardes:

De harmonischen van de stroom vergeleken met maximale waardes in mA per Watt, volgens IEC61000-3-2:2018.

3) Maximale eis voor THD (= 70 %) en enkele harmonischen:

De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2018, behorende bij de maximale eis aan THD.

Er wordt voldaan aan de eisen die in IEC61000-3-2:2018 worden gesteld aan de stroom.

Inschakelstroom

De inschakelstroom is gemeten voor de verschillende starthoeken van de spanning van 0 – 170 graden (met stap van steeds 10 graden). De stroom- en spanningswaardes zijn met een acquisitiefrequentie van 39.9 kS/s binnengehaald. Daarna zijn de meetresultaten door een 2e orde 2kHz laagdoorlaat Butterworth filter gehaald. Hiermee worden zeer kortdurende, niet relevante, (stroom)pieken weggefilterd.
De lamp stond steeds twee minuten uit voordat iedere test uitgevoerd werd.

Testspanning 230.0 V
Frequentie van de spanning 50.0 Hz
Maximale inschakelstroom 0.819 A Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 90 graden.
Pulsbreedte max inschakelstroom 3.3E-4 s Dit is de tijd dat de puls een stroomwaarde heeft hoger dan 10 % van de topwaarde.
Minimale inschakelstroom 0.039 A Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 0 graden.
I^2 x t na 10 ms bij 0 graden spanningshoek 5.000E-6 A^2.s Dit is de I^2 t waarde wanneer een nulpuntsdetector wordt toegepast waardoor de spanning begint bij 0 graden hoek.

Inschakelstroom bij worst-case inschakelhoek van de spanning

Eerste cyclus van de maximale inschakelstroom

De energie I2t gedurende de eerste 10 ms van de eerste stroomcyclus

Temperatuurmetingen lamp

Temperatuurplaatje(s).

status lamp 2 uur aangestaan
omgevingstemperatuur 24 graden C
gereflecteerde schijnbare temperatuur 24 graden C
camera Flir T335
emissiviteit 0.95
meetafstand 0.5 m
IFOVgeometric 0.136 mm per 0.1 m afstand
NETD (thermische gevoeligheid) 50 mK

Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum

Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.

De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is 3018 K wat warmwit is.

De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.

De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.

De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 45 graden. Daarbuiten is de verlichtingssterkte laag met 10%% van Ev recht onder de lamp, dat deze niet meer is meegenomen voor de kleurbepaling van het licht.

Voor het C0-C180 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 50 graden dan komt dit overeen met 25.1 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 0 %.

Voor het C90-C270 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 50 graden dan komt dit overeen met 25.1 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 1 %.

Kleurpunt afhankelijk van kantelhoek tov 2, 4 en 6 stap MacAdam ellips, voor alle hoeken binnen de stralingshoek (getrokken lijn) en voor alle hoeken waarbij Ev tot 10 % gezakt is (gestippelde lijn)

PAR waarde en -spectrum

Om meer te zeggen over hoe goed het licht van deze lamp is voor plantengroei, wordt gebruik gemaakt van PAR waardes.

Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum

parameter waarde eenheid
PAR fotonstroom 11.0 uMol/s
PAR foton rendement 1.1 uMol/s/W
fotonstroom (350-750 nm) 17.9 uMol/s

Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 64 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.

Lumenstroom voor kippen

De energie in het spectrum van het licht van de lamp kan worden gewogen middels de spectrale gevoeligheid van het oog van kippen (N.B. Prescott and C.M. Wathes, 1999 en J. E. Saunders, J. R. Jarvis and C. M. Wathes, 2008).

Het spectrum van het licht, gewogen tegen de gevoeligheid van mensenogen en kippenogen.

parameter [eenheid] waarde uitleg
Lichtstroom [lm] 1214 Het licht van de lamp omgerekend naar gevoeligheid van het menselijk oog.
Lichtstroom kippen [cLm] 1988 Het licht van de lamp omgerekend naar de gevoeligheid van kippenogen.
Factor van lux naar cLux 1.64 Met deze factor is de luxwaarde van dit licht om te rekenen naar de cLux waarde.

S/P ratio

Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurven en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).

De S/P ratio van deze lamp is 1.3.

Kleursoort diagram

Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.

Het lichtpunt ligt binnen het gebied aangeduid met klasse A. De gebieden A en B gelden voor signaallampen.

De kleurcoördinaten zijn x=0.4358 en y=0.4040.

Kleurweergave-index of CRI

Hierbij het plaatje van de kleurweergave index.

De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.

Deze waarde van 83 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor 5000K een zwarte straler en voor 5000K de zon/buitenlicht).

Deze waarde van 83 is groter dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik.

De “chromaticity difference” is 0.0002, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er wordt in sectie 5.3 van CIE 13.3-1995 een waarde genoemd van 5.4E-3 zonder verdere uitleg.
Een andere referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.

Kleurkwaliteitsschaal TM-30-15

TM-30-15 is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.
TM30-15 Rf = 82, Rg = 98.

TM-30-15 Rf waardes voor 99 samples voor het licht van deze lamp. Wanneer deze de waarde 100 dicht nadert, betekent het dat de kleurweergave dichtbij die van de referentielamp zou zijn.

Grafische weergave van gemiddelde kleurpunten voor deze lamp en de referentielamp met gelijke kleurtemperatuur. Hierin kan men eventueel een verandering van kleur herkennen, en een verhoging of verlaging van de saturatie.

Spanningsafhankelijkheid

De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.

Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.

Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert.

Een abrupte variatie van + of – 5 V levert een verandering van de lichtintensiteitswaarden van maximaal 0.1 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.

Opwarm-effecten

Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.

Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd

Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte niet significant ( 5 %).

Gedurende de opwarming varieert het vermogen niet significant ( 5 %).
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is -0 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).

Mate van knipperen

Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp.

De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp

parameter waarde eenheid
Knipperfrequentie 100.0 Hz
Verlichtingssterkte modulatie 54 %
Knipperindex 0.212 [-]
Compact Flicker Degree 29 %

Matig niveau van knipperen.

Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev).

Melanopisch effect

Het melanopisch effect zegt iets over in hoeverre het licht van deze lamp in staat is het menselijk dag- nachtritme te beïnvoeden evenals de mate van melatonineopwekking te onderdrukken.
De volgens de norm DIN SPEC 5031-100:2015-08 interessante melanopische factoren:

melanopische effect factor 0.404
kmel trans (25 jaar) 1.044
kmel trans (32 jaar) 1.000
kmel trans (50 jaar) 0.859
kmel trans(75 jaar) 0.639
kmel trans(90 jaar) 0.518
kpupil(25 jaar) 1.088
kpupil(32 jaar) 1.000
kpupil(50 jaar) 0.792
kpupil(75 jaar) 0.543
kpupil(90 jaar) 0.416

Circadiaanse Stimulus (CS)

De circadiaanse stimulus geeft de mate van beïnvloeding aan dat het licht van deze lamp heeft op het menselijk circadiaanse ritme. Naast het melanopische effect van de Ganglion cellen worden ook de bijdragen van S-kegeltjes en staafjes meegenomen. Een CS-waarde van 0,1 heeft nauwelijks effect en een waarde > 0,3 heeft wel effect (0,7 is de maximale, gesatureerde, waarde). De CS-waarde is afhankelijk van het spectrum van het licht en ook van de hoeveelheid ervan (ontvangen op het oog).

Ev [lux] CL_A CS
20.0 18.2 0.03
30.0 27.2 0.04
50.0 45.4 0.07
75.0 68.1 0.10
100.0 90.8 0.13
150.0 136.2 0.18
300.0 272.5 0.30
500.0 454.1 0.40
750.0 681.1 0.47
1000.0 908.2 0.52
1500.0 1362.3 0.57
2000.0 1816.4 0.60

Blauw Licht Schade

De mate van blauwlicht en de schade die het kan veroorzaken op het netvlies is bepaald. Hierbij de resultaten.

Het niveau van blauw licht van deze lamp tov de blootstellingslimiet en de verschillende classificatiegebieden.

L_lum0 [mm] 132 Afmeting helderste gedeelte lamp in C0-C180 richting.
L_lum90 [mm] 132 Afmeting helderste gedeelte lamp in C90-C270 richting.
SSD_500lx [mm] 1709 Berekende afstand waarop 500 lux gemeten zou moeten worden. Dit is geldig wanneer deze zich bevindt in het verre veld van de lamp. Noot: Als deze waarde 200 mm is dan is op grond van de norm IEC 62471:2006 gerekend op 200 mm afstand.
Begin verre veld [mm] 933 Minimale afstand waarbij de lamp gezien kan worden als puntbron. In dit gebied geldt dat Ev evenredig is met (1/afstand)2.
300-350 nm waardes ingevuld met 0 ja In het geval dat OliNo heeft gemeten met een SpecBos 1211 spectrometer zonder UV optie dan is er geen meetdata van 300-349 nm. Bij lampen die nabij 350 nm geen energieinhoud meer hebben, kan dan het gebied van 300-349 nm eventueel ingevuld worden met 0.
alphaC0-C180 [rad] 0.100 (Schijnbare) voorwerpshoek in C0-C180 richting.
alphaC90-C270 [rad] 0.100 (Schijnbare) voorwerpshoek in C90-C270 richting.
alphaAVG [rad] 0.100 Gemiddelde (schijnbare) voorwerpshoek. Indien >= 0.011 rad dan wordt met radiantie Lb de blootstellingslimiet berekend. Anders met irradiantie Eb.
Blootstellingswaarde [W/m^2/sr] 2.01E+1 Blauwlichtschade waarde voor deze lamp, gemeten recht onder de lamp. Er is gerekend met Lb.
Blauwlichtschade risico groep 0 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico.

Extra

Extra foto’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *