Maxibel – straatlantaarn 120W Amber 2000K
Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen 1 Reactie»Hierbij een straatlantaarn van Maxibel. De metingen van OliNo laten zien dat de lamp een diep warmwit licht afgeeft met een kleurtemperatuur van 2027 K. De lamp verbruikt 115.5 W aan vermogen en geeft hiermee een lichtstroom van 10091 lm. De efficiency komt hiermee op 87 lm/W.
In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de eulumdat file.
Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.
Samenvatting meetgegevens d.d. 2022-10-13
parameter | meting lamp | opmerking |
---|---|---|
Kleurtemperatuur | 2027 K | diep warmwit |
Lichtsterkte Iv | 3296.4 Cd | Gemeten recht onder de lamp. |
Verlichtingssterkte modulatie index | 4 % | Gemeten met een sensor gericht op de lamp (kijkhoek niet gedefinieerd). Dit getal geeft de mate van knipperen aan. |
SVM | 0.1 | Stroboscopische zichtbaarheidsmaat. In het Engels Stroboscopic Visibility Measure, volgens CIE TN 006:2016 gemeten. Eis per EU verordening 2019/2020 is <= 0.9 (na 1-9-24 <= 0.4) bij vollast voor bepaalde (o)led lampen. |
Stralingshoek | 140 deg | 140 graden is de stralingshoek voor het C0-C180-vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en 84 graden is de stralingshoek voor het vlak dat de lamp in de lengterichting doorsnijdt, het C90-C270 vlak. Fluxcode: 47 84 99 100 100. |
Vermogen P | 115.5 W | Het netto opgenomen vermogen. |
Power Factor | 0.98 | Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 0.20 kVAhr aan reactief vermogen is geweest. |
Verschuivingsfactor | 0.99 | De cosinus van de fasehoek tussen de fundamentele harmonische van de netspanning en de fundamentele harmonische van de netstroom (uit EU 2019/2020). |
THD | 9 % | Total Harmonic Distortion. |
Max inschakelstroom | 47.491 A | Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 90 graden. |
Lichtstroom | 10091 lm | Met een fotogoniometer gemeten, berekening zoals aangegeven in LM79-08. |
Efficiëntie | 87 lm/W | |
CRI_Ra | 69 | Color Rendering Index oftewel de kleurweergave index. |
Rf_TM30 | 69 | TM30-15 is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven. |
Rg_TM30 | 95 | Gamut Area Ratio. |
Coordinaten kleursoort diagram | x=0.5211 en y=0.4102 | |
Fitting | 230V | Deze lamp wordt ##direct/middels een voeding## aangesloten op 230 V AC. |
Lumenstroom voor kippen | 16434 cLm | De luminous flux ervaren door kippen, gebruikmakend van het gevoeligheidsspectrum (350-780 nm) van kippen. |
S/P ratio | 0.8 | Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficiënter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid). |
L x B x H afmetingen | 500 mm x 290 mm x 100 mm | Buitenafmetingen van de lamp. |
L x B afmetingen lichtruimte | 150 mm x 80 mm | Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Het is het oppervlak van de rechthoek die de ledbronnen omvat. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt. |
Algemene opmerkingen | De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingsterktemetingen was 24.7 – 25.4 deg C.
De lamp wordt maximaal ongeveer 46 graden warmer dan omgevingstemperatuur. Opwarmeffect: Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 114 minuten en neemt dan 17 % af. Afhankelijkheid spanning: Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert. Aan het eind van het artikel een extra foto. |
|
Eff-variatie | -13 % | Dit is de variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur). |
Dimbaar | nee/niet bekend | Volgens opgave fabrikant. |
Melanopische Effect Factor | 0.198 | Volgens norm DIN SPEC 5031-100:2015-08. |
Melanopische verhouding | 0.16 | Deze verhouding vermenigvuldigd met de luxwaarde levert de EML-waarde (equivalente melanopische waarde) gebruikt in tabel L2 van WELL std 2019-Q3. |
Blauwlichtschade risico groep | 0 | 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. Indicatie voor alleen recht onder de lamp. |
vormfactor | straatlantaarn | |
Lichtsterkteclassificatie | G5 | Geïnstalleerde lichtsterkte die gerelateerd kan worden aan de eis tot beperking van storende verblinding en/of strooilicht (cf EN 13201-2:2003) |
Verblindingsindexclassificatie | D4 | Het verblindingsgetal is 1910 [cd/m] en is een indicatie van het verblindingsrisico (cf EN 13201-2:2003) |
Eulumdat file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. | |
IES file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. |
Overzichtstabel
Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen.
Eulumdat lichtdiagram
Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak.
Het lichtdiagram en de indicatie van de C-vlakken.
Het lichtdiagram geeft de bundel aan in het C0-C180 vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en de bundel in het C90-C270 vlak (in de lengterichting van het lichtgevende oppervlak, gelijk aan in de lengterichting van de lamp).
Bij het berekenen van de lichtsterktewaarden per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 140 graden voor het C0-C180 vlak en 84 graden voor het C90-C270 vlak.
Beeld van de lichtverdeling in 3D.
Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.
Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaarden verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.
Lichtstroom
Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaarden, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 10091 lm.
Efficientie
Een lichtstroom van 10091 lm, en een opgenomen vermogen van 115.5 Watt, levert een efficiëntie van 87 lm/Watt.
Elektrische eigenschappen
Voedingsspanning | 229.91 V AC |
Voedingsstroom | 0.512 A |
Vermogen P | 115.5 W |
Schijnbaar vermogen S | 117.7 VA |
PF | 0.98 |
Verschuivingsfactor DF | 0.99 |
EU 2019/2020: Voor led en oled, DF >= 0,5 indien 5 W < Pon = 10 W, DF >= 0,7 indien 10 W < Pon = 25 W, DF >= 0,9 indien 25 W < Pon.
Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen.
Spanningsvorm over de lamp en stroom door de lamp.
Deze stroom is gechecked tegen de eisen, gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2018 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties 5 W (geen eisen), 5-25 W en > 25 W. Deze lamp verbruikt 115.5 W.
LET OP: norm geldt alleen voor lampen met voedingsspanningen hoger dan 220 V AC.
Bij een verbruik van meer dan 25W gelden eisen mbt de harmonischen.
De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2018
Er wordt voldaan aan de eisen die in IEC61000-3-2:2018 worden gesteld aan de stroom.
Inschakelstroom
De inschakelstroom is gemeten voor de verschillende starthoeken van de spanning van 0 – 170 graden (met stap van steeds 10 graden). De stroom- en spanningswaardes zijn met een acquisitiefrequentie van 39.9 kS/s binnengehaald. Daarna zijn de meetresultaten door een 2e orde 2kHz laagdoorlaat Butterworth filter gehaald. Hiermee worden zeer kortdurende, niet relevante, (stroom)pieken weggefilterd.
De lamp stond steeds twee minuten uit voordat iedere test uitgevoerd werd.
Testspanning | 230.0 V | |
Frequentie van de spanning | 50.0 Hz | |
Maximale inschakelstroom | 47.491 A | Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 90 graden. |
Pulsbreedte max inschakelstroom | 8.0E-4 s | Dit is de tijd dat de puls een stroomwaarde heeft hoger dan 10 % van de topwaarde. |
Minimale inschakelstroom | 3.668 A | Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 170 graden. |
I^2 x t na 10 ms bij 0 graden spanningshoek | 1.069E-1 A^2.s | Dit is de I^2 t waarde wanneer een nulpuntsdetector wordt toegepast waardoor de spanning begint bij 0 graden hoek. |
Inschakelstroom bij worst-case inschakelhoek van de spanning
Eerste cyclus van de maximale inschakelstroom
De energie I2t gedurende de eerste 10 ms van de eerste stroomcyclus
Temperatuurmetingen lamp
Temperatuurplaatje(s).
status lamp | 2 uur aangestaan |
omgevingstemperatuur | 24.5 graden C |
gereflecteerde schijnbare temperatuur | 24.5 graden C |
camera | Flir T335 |
emissiviteit | 0.95 |
meetafstand | 0.3, 0.7, 1.5 m |
IFOVgeometric | 0.136 mm per 0.1 m afstand |
NETD (thermische gevoeligheid) | 50 mK |
Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum
Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.
De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is 2027 K wat diep warmwit is.
De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.
De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.
De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 70 graden. Daarbuiten is de verlichtingssterkte laag met 10%% van Ev recht onder de lamp, dat deze niet meer is meegenomen voor de kleurbepaling van het licht.
Voor het C0-C180 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 140 graden dan komt dit overeen met 70.2 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 4 %.
Voor het C90-C270 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 84 graden dan komt dit overeen met 42.0 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 2 %.
Kleurpunt afhankelijk van kantelhoek tov 2, 4 en 6 stap MacAdam ellips, voor alle hoeken binnen de stralingshoek (getrokken lijn) en voor alle hoeken waarbij Ev tot 10 % gezakt is (gestippelde lijn)
Lumenstroom voor kippen
De energie in het spectrum van het licht van de lamp kan worden gewogen middels de spectrale gevoeligheid van het oog van kippen (N.B. Prescott and C.M. Wathes, 1999 en J. E. Saunders, J. R. Jarvis and C. M. Wathes, 2008).
Het spectrum van het licht, gewogen tegen de gevoeligheid van mensenogen en kippenogen.
parameter [eenheid] | waarde | uitleg |
---|---|---|
Lichtstroom [lm] | 10091 | Het licht van de lamp omgerekend naar gevoeligheid van het menselijk oog. |
Lichtstroom kippen [cLm] | 16434 | Het licht van de lamp omgerekend naar de gevoeligheid van kippenogen. |
Factor van lux naar cLux | 1.63 | Met deze factor is de luxwaarde van dit licht om te rekenen naar de cLux waarde. |
S/P ratio
Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurven en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).
De S/P ratio van deze lamp is 0.8.
Kleursoort diagram
Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.
Het lichtpunt ligt buiten de gebieden met klasse A en B. De gebieden A en B gelden voor signaallampen.
De kleurcoördinaten zijn x=0.5211 en y=0.4102.
Kleurweergave-index of CRI
Hierbij het plaatje van de kleurweergave index.
De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.
Deze waarde van 69 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor 5000K een zwarte straler en voor 5000K de zon/buitenlicht).
Deze waarde van 69 is kleiner dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik.
De “chromaticity difference” is -0.0012, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er wordt in sectie 5.3 van CIE 13.3-1995 een waarde genoemd van 5.4E-3 zonder verdere uitleg.
Een andere referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.
Kleurkwaliteitsschaal TM-30-15
TM-30-15 is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.
TM30-15 Rf = 69, Rg = 95.
TM-30-15 Rf waardes voor 99 samples voor het licht van deze lamp. Wanneer deze de waarde 100 dicht nadert, betekent het dat de kleurweergave dichtbij die van de referentielamp zou zijn.
Grafische weergave van gemiddelde kleurpunten voor deze lamp en de referentielamp met gelijke kleurtemperatuur. Hierin kan men eventueel een verandering van kleur herkennen, en een verhoging of verlaging van de saturatie.
Spanningsafhankelijkheid
De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.
Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V varieert.
Een abrupte variatie van + of – 5 V levert een verandering van de lichtintensiteitswaarden van maximaal 0.0 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.
Opwarm-effecten
Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.
Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd
Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 114 minuten en neemt dan 17 % af.
Gedurende de opwarming varieert het vermogen niet significant ( 5 %).
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is -13 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).
Mate van knipperen
Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp.
De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp
parameter | waarde | eenheid |
---|---|---|
Knipperfrequentie | 102.6 | Hz |
Verlichtingssterkte modulatie | 4 | % |
Knipperindex | 0.009 | [-] |
SVM | 0.1 | [-] |
Compact Flicker Degree | 8 | % |
Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev).
Melanopisch effect
Het melanopisch effect zegt iets over in hoeverre het licht van deze lamp in staat is het menselijk dag- nachtritme te beïnvoeden evenals de mate van melatonineopwekking te onderdrukken.
De volgens de norm DIN SPEC 5031-100:2015-08 interessante melanopische factoren:
melanopische effect factor | 0.198 |
kmel trans (25 jaar) | 1.039 |
kmel trans (32 jaar) | 1.000 |
kmel trans (50 jaar) | 0.871 |
kmel trans(75 jaar) | 0.669 |
kmel trans(90 jaar) | 0.554 |
kpupil(25 jaar) | 1.088 |
kpupil(32 jaar) | 1.000 |
kpupil(50 jaar) | 0.792 |
kpupil(75 jaar) | 0.543 |
kpupil(90 jaar) | 0.416 |
Circadiaanse Stimulus (CS)
De circadiaanse stimulus geeft de mate van beïnvloeding aan dat het licht van deze lamp heeft op het menselijk circadiaanse ritme. Naast het melanopische effect van de Ganglion cellen worden ook de bijdragen van S-kegeltjes en staafjes meegenomen. Een CS-waarde van 0,1 heeft nauwelijks effect en een waarde > 0,3 heeft wel effect (0,7 is de maximale, gesatureerde, waarde). De CS-waarde is afhankelijk van het spectrum van het licht en ook van de hoeveelheid ervan (ontvangen op het oog).
Ev [lux] | CL_A | CS |
---|---|---|
20.0 | 8.8 | 0.01 |
30.0 | 13.2 | 0.02 |
50.0 | 22.1 | 0.03 |
75.0 | 33.1 | 0.05 |
100.0 | 44.1 | 0.06 |
150.0 | 66.2 | 0.09 |
300.0 | 132.4 | 0.18 |
500.0 | 220.7 | 0.26 |
750.0 | 331.0 | 0.34 |
1000.0 | 441.4 | 0.39 |
1500.0 | 662.1 | 0.47 |
2000.0 | 882.8 | 0.51 |
Blauw Licht Schade
De mate van blauwlicht en de schade die het kan veroorzaken op het netvlies is bepaald. Hierbij de resultaten.
Het niveau van blauw licht van deze lamp tov de blootstellingslimiet en de verschillende classificatiegebieden.
L_lum0 [mm] | 97 | Afmeting helderste gedeelte lamp in C0-C180 richting. |
L_lum90 [mm] | 97 | Afmeting helderste gedeelte lamp in C90-C270 richting. |
SSD_500lx [mm] | 2739 | Berekende afstand waarop 500 lux gemeten zou moeten worden. Dit is geldig wanneer deze zich bevindt in het verre veld van de lamp. Noot: Als deze waarde 200 mm is dan is op grond van de norm IEC 62471:2006 gerekend op 200 mm afstand. |
Begin verre veld [mm] | 688 | Minimale afstand waarbij de lamp gezien kan worden als puntbron. In dit gebied geldt dat Ev evenredig is met (1/afstand)2. |
300-350 nm waardes ingevuld met 0 | nee | In het geval dat OliNo heeft gemeten met een SpecBos 1211 spectrometer zonder UV optie dan is er geen meetdata van 300-349 nm. Bij lampen die nabij 350 nm geen energieinhoud meer hebben, kan dan het gebied van 300-349 nm eventueel ingevuld worden met 0. |
alphaC0-C180 [rad] | 0.100 | (Schijnbare) voorwerpshoek in C0-C180 richting. |
alphaC90-C270 [rad] | 0.100 | (Schijnbare) voorwerpshoek in C90-C270 richting. |
alphaAVG [rad] | 0.100 | Gemiddelde (schijnbare) voorwerpshoek. Indien >= 0.011 rad dan wordt met radiantie Lb de blootstellingslimiet berekend. Anders met irradiantie Eb. |
Blootstellingswaarde [W/m^2/sr] | 1.01E+1 | Blauwlichtschade waarde voor deze lamp, gemeten recht onder de lamp. Er is gerekend met Lb. |
Blauwlichtschade risico groep | 0 | 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. |
Extra
Extra foto’s.
1 antwoord op “Maxibel – straatlantaarn 120W Amber 2000K”
Toen ik net in het overzichtsartikel wilde kijken of er straatlantaarns met meer dan 90 lumen per Watt zijn, viel me op dat daar slechts de tekst [overview{lampen-overzicht}] staat in plaats van een tabel. Dan maar hier in de reacties vragen 🙂
Op zich zijn er LED die 2 keer zo efficient zijn en bij straatverlichting kan dat denk ik wel een verschil maken. Zijn er dus nog duidelijk efficientere straatlantaarns op de markt op dit moment? Alvast bedankt!