Ledverlichting Soest – Par30 5x3W Cree Dimbaar
Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen, Ledlampen Geen reacties»Ledverlichting Soest komt met een ledlamp in Par vorm. De lamp heeft een smalle bundel met veel warmwit licht. De lamp is op dimbaarheid getest met drie dimmers.
In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.
Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.
Samenvatting meetgegevens
parameter | meting lamp | opmerking |
---|---|---|
Kleurtemperatuur | 2927 K | Wamwit |
Lichtsterkte Iv | 1144 Cd | Gemeten recht onder de lamp. |
Verlichtingssterkte-modulatie-index | tbd % | Gemeten recht onder de lamp. Is een maat voor de mate van knipperen. |
Stralingshoek | 29 deg | 29º is de stralingshoek voor alle C-vlakken daar deze lamp symmetrisch is over de 1ste as. |
Vermogen P | 10.1 W | Volg de link voor meer elektrische en temperatuureigenschappen. |
Power Factor | 0.58 | Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 1.4 kVAhr aan reactief vermogen is geweest. |
THD | 129 % | Total Harmonic Distortion. |
Lichtstroom | 418 lm | |
Efficiëntie | 41 lm/W | |
CRI_Ra | 83 | Color Rendering Index oftewel de kleurweergave-index. |
Coördinaten kleursoort diagram | x=0.4391 en y=0.4001 | |
Fitting | E27 | Deze lamp wordt direct aangesloten op de 230 V AC. |
PAR-waarde | 11.3 μMol/s/m2 | Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp en ge-extrapoleerd naar 1 m² oppervlak. |
PAR-fotonrendement | 0.4 μMol/s/We | Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp. |
S/P ratio | 1.3 | Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficienter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid). |
D X H buitenafmetingen | 95 x 100 mm | Buitenafmetingen van de lamp. |
D afmetingen lichtruimte | 55 mm | Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Dit is gelijk aan een denkbeeldige kleinste circel rondom de leds aan de voorkant. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt. |
vormfactor | spot | |
Algemene opmerkingen | De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van metingen was 25-26 deg C. De lamp wordt maximaal ongeveer 30 graden warmer dan omgevingstemperatuur, tussen de ribben aan de zijkant.
Opwarmeffect: gedurende de opwarming neemt de verlichtingssterkte af met ongeveer 10 % en het opgenomen vermogen ongeveer 7 %. Spanningsafhankelijkheid: er is een afhankelijkheid van de verlichtingssterkte en het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning onder de 210 V zakt. |
|
Meetrapport (PDF) | tbc | |
Eulumdat file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. | |
IES file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. |
Overzichtstabel
Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen. Zie ook de uitleg van deze tabel op de OliNo site.
Noot: de minimale afstand waarvoor de berekende resultaten in E (lux) geldig zijn, is 5 x 55 mm ≈ 300 mm. De resultaten van E (lux) binnen deze afstand zijn te hoog, en een meting met een goede luxmeter zal minder aangeven omdat deze zich in het nabije veld bevindt van de lamp.
Eulumdat lichtdiagram
Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak. Er is ook meer uitleg over dit diagram op de OliNo site.
Het lichtdiagram en de indicatie van de planes.
Het lichtdiagram van het C0-C180 vlak is gelijk aan het C90-C270 vlak vanwege de symmetrie.
Verlichtingsterkte E_v op 1 m afstand, of lichtintensiteit I_v
Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld. In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen.
Het stralingsdiagram van de lamp.
Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.
Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.
Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaardes verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.
Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaardes per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 29º.
Lichtstroom
Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaardes, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 418 lm.
Efficiëntie
Een lichtstroom van 418 lm, en een opgenomen vermogen van 10.1 Watt, levert een efficiëntie van 41 lm/Watt.
Elektrische eigenschappen
Met de powerfactor van 0.58 geldt dat voor iedere kWh aan netto vermogen, er 1.4 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.
Voedingsspanning | 230.0 V |
Voedingsstroom (gemiddelde per lamp) | 75 mA |
Vermogen P (gemiddelde per lamp) | 10.1 W |
Schijnbaar vermogen S (gemiddelde per lamp) | 17.3 VA |
PF | 0.58 |
Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen. Hoe dat is gebeurd wordt uitgelegd op de OliNo site.
Spanningsvorm over de lamp en stroom door de twee lampen (plus voedingseenheid).
Deze stroom is gechecked tegen de eisen gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2006 met amendement 2:2009 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties <= 25 W en voor > 25 W. Zie voor meer uitleg de OliNo website.
De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2006 A2:2009
Voor vermogens <= 25 W gelden er geen limieten voor de harmonischen.
De Total Harmonic Distortion van de stroom is berekend en bedraagt 129 %.
Temperatuurmetingen lamp
Zoeken naar de juiste emissiviteit.
De gebruikte tape is op emissivity van 0.95 gezet. Dan blijkt dat het materiaal van het koellichaam hier niet op uitkomt en lagere temperaturen afgeeft. Met de emissiviteit op 0.89 is het geheel correct.
De maximale temperatuur wordt gevonden tussen de koelribben.
status lamp | > 2 uur aangestaan |
omgevingstemperatuur | 26 graden C |
gereflecteerde schijnbare temperatuur | 26 graden C |
camera | Flir T335 |
emissiviteit | 0.89(1) |
meetafstand | 0.40 m |
IFOVgeometric | 0.5 mm |
NETD (thermische gevoeligheid) | 50 mK |
(1) Zie tekst voor uitleg.
Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum
Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.
De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is ongeveer 2925 K wat warmwit is.
De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.
De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.
De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 85 graden. Daarbuiten is de verlichtingssterkte zo laag (< 5 lux) dat deze niet meer is meegenomen voor de kleurbepaling van het licht.
Kijkende naar de stralingshoek van 29 graden (dus 14.5 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt) dan geldt hiervoor dat het gootste gedeelte van de totale lichtstroom in dit gebied valt. De variatie in kleurtemperatuur in het grootste gedeelte van dit gebied is < 1 %.
PAR waarde en -spectrum
Uitleg over PAR, hoe de waarde te verkrijgen en de achtergrond van de gegevens is te vinden in dit artikel op de OliNo site.
Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum
parameter | waarde | eenheid |
---|---|---|
PAR-getal | 11.3 | μMol/s/m² |
PAR-fotonstroom | 4.1 | μMol/s |
PAR-fotonrendement | 0.4 | μMol/s/W |
Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 65 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.
S/P ratio
Uitleg over S/P ratio, de waarde en het verkregen spectrum is te vinden op de OliNo site.
Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurves en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).
De S/P ratio van deze lamp is 1.3.
Zie voor meer achtergrondinformatie het uitlegartikel over S/P ratio op de OliNo website.
Kleursoort diagram
Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.
Het lichtpunt ligt op de rand van de gebieden van klasse A (wit) en B (geelwit). De gebieden gelden voor signaallampen, zie verder ook de uitleg op de OliNo website.
De kleurcoördinaten zijn x=0.4391 en y=0.4001.
Kleurweergave-index of CRI
Hierbij het plaatje van de kleurweergave index. Deze wordt goed uitgelegd op de Wiki over kleurweergave-index. De echte relevantie van de CRI waarde wordt verder in een artikel op OliNo besproken.
De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.
Deze waarde van 83 aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor < 5000K een zwarte straler en voor > 5000K de zon/buitenlicht).
Deze waarde van 83 is hoger dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik, zie ook de uitleg op OliNo.
De “chromaticity difference” is 0.0019, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er is echter nog geen norm die aangeeft wat de maximale afwijking van wit licht mag zijn. Een referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.
Spanningsafhankelijkheid
De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.
Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.
De lampparameters variëren wanneer de lampspanning onder de 210 V komt.
Een abrupte variatie van + of – 5 V levert een verandering van de lichtintensiteitswaardes van < 0.5 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.
Opwarm-effecten
Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.
Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd
De warmup tijd is ongeveer 30 minuten. In die tijd neemt de verlichtingssterkte af met ongeveer 10 % en het opgenomen vermogen ongeveer 7 %.
Dimbaarheid
De lamp is getest met de volgende dimmers: de elimpo, de Gira RL en de laagvermogen LRC dimmer. Zie voor de dimmers en hun spec het praktische dimmer uitlegartikel op OliNo.
De elimpo dimmer.
Dimmen met de elimpo dimmer.
De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 10 – 40 %. Er is dus zo’n 30 % van het mechanische instelgebied bruikbaar. Het opgenomen vermogen reageert op zijn zachtst gezegd raar (niet uitlegbaar) omdat het dan weer afneemt en dan weer toeneemt.
De variatie van de verlichtingssterkte is tussen de 0 – 100 %.
De afname van de verlichtingssterkte recht onder de lamp gemeten, wanneer de elimpo er tussengezet wordt en op 100 % stand, is nihil. Dus met de elimpo dimmer is de lamp dimbaar van 100 % to 0 %.
De GIRA LR dimmer
Dimmen met de Gira LR dimmer
Hier blijkt de dimfunctie te werken van 95 % to 0 % mechanisch instelbereik. De intensiteit loopt van 100 % to 5 %, zij het dat de grootste afname van de verlichtingssterte (100 % tot 30 %) gebeurt in het mechanische instelbereik van 75 – 95 %.
Bij het invoegen van de dimmer en de dimmer op geen dimmen ingesteld (100 % waarde) is de verlichtingssterkte niet afgenomen.
De laagvermogen universeeldimmer LCR
Dimmen met de universeel dimmer voor laagvermogens
Het instelbereik voor de dimfunctie loopt van 30 – 75 %.
De intensiteit blijkt instelbaar van 100 % tot 5 %.
Met het tussenvoegen van deze dimmer blijkt dat de verlichtingssterkte bij dimmerstand 100 % niet afneemt.