Op een duurzame manier voorzien in energie is mogelijk, zeker op onze zonovergoten planeet. Uit deze overvloedige zon ontstaan al elektriciteit, warmte en allerlei materialen, zoals hout en eetbare planten bijvoorbeeld. Tot nu toe hebben we vooral met olie spullen gefabriceerd, die ons dagelijks leven enorm vergemakkelijken. Maar hoe zit het nu met repareren van je spullen? Hiermee kan de levensduur fors gelengd worden
In een tijd met volop aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en spiritualiteit zou ik willen pleiten voor een soort nieuw materialisme: aandacht voor je spullen, houd ze in gebruik en in omloop, repareer wat je kunt. Zo sparen we onze grondstoffen, zijn minder nieuwe grondstoffen nodig en blijven je spullen van waarde.
Makkelijker gezegd dan (in je eentje) gedaan. Dat dagelijkse leven is al overvol en dan ook nog technisch vernuftig worden en spullen repareren? Ingewikkelde zaken als de elektrische apparaten in je huis, je fietsen, ritsen in je kleding, ……
Een RepairCafé biedt een oplossing: mensen met kapotte spullen en reparateurs worden bij elkaar gebracht. Mensen die het technisch vernuft wél hebben en het lef om apparaten te openen, te onderzoeken en te herstellen. En tevens mensen met spullen die in de loop van de tijd kapot zijn gegaan en in een RepairCafé kunnen leren hoe ze sommige spullen zelf kunnen repareren.
De Repair Café bus. Foto: gemaakt door Stichting Repair Café
Hoe organiseer je dat deze mensen bij elkaar komen? Lokaal, in de wijk, in een geschikte ruimte, een dagdeel eens in de paar maanden, je kent misschien een paar handige mensen, je kunt uitnodigen via de krant en e-mail, etc.
Gelukkig bestaat er zoiets als de Stichting RepairCafé, opgericht door Martine Postma met als doel om bij te staan bij het organiseren van RepairCafés (www.repaircafe.nl). In Apeldoorn hebben wij (een groepje van 4 personen onder de vlag van Transition Town Apeldoorn) begin maart 2011 ons eerste RepairCafé georganiseerd.
Door de samenwerking met mensen van het wijkcentrum, de gemeente, de media, plaatselijke onderdelenhuizen en Stichting RepairCafé maakten vele handen het werk licht. Het eerste RepairCafé werd een succes in termen van aantallen bezoekers en reparaties; het is alle 4 uren druk geweest, bezoekers kregen een nummer zodat ze wisten wanneer ze aan de beurt waren. Ook is dit eerste RepairCafé nagenoeg met gesloten beurs georganiseerd.
Wat (nog) niet helemaal gelukt is, is weten in hoeverre de bezoekers in de toekomst zelf de reparaties kunnen doen. Want het leren en vervolgens zelf kunnen, was een van de doelen. Bij nader inzien zou ik misschien niet eens willen dat iedereen het weer zelf en in zijn uppie kan, want zo’n gezamenlijk RepairCafé is ook gewoon gezellig: je loopt ergens binnen, je treft elkaar aan de koffietafel en praat met elkaar. Zoals de eerste bezoeker zei: zelfs al kan mijn papierversnipperaar niet worden gerepareerd, dan nog heb ik een heel genoeglijk uur hier.
Reageren? Graag!
Arien Scholtens, Repair Cafe.
1 antwoord op “Olie no? RepairCafé yes!”
Gewoon een goed initiatief! De moeilijkste stap is misschien wel: hoe krijg ik dit apparaat open zonder het te beschadigen? De fabrikanten zullen ongetwijfeld goede -commercieele- redenen hebben om deze geheimen niet te onthullen (Google!). Helaas wordt er ook steeds meer breekbare rotzooi op de markt gedumpt (categorie “Action”). Na een lange reis vanuit China e.d. kan het in Nederland bijna rechtstreeks in de vuilnisbak. Deze produkten zouden eigenlijk geweerd moeten worden…