Casablanca Leuchten GmbH – Casablanca FOLLOX 3S high-voltage-LED

Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen Geen reacties»

Casablanca Leuchten GmbH presenteert hierbij een ledlamp. De metingen van OliNo laten zien dat de lamp een warmwit licht afgeeft met een kleurtemperatuur van 2792 K. De lamp verbruikt 13.8 W aan vermogen en geeft hiermee een lichtstroom van 988 lm. De efficiency komt hiermee op 71 lm/W. De lamp valt in de energie label categorie A.

Tevens is getest op dimbaarheid met verschillende 230V dimmers.

In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.

Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.

Samenvatting meetgegevens

parameter meting lamp opmerking
Kleurtemperatuur 2792 K warmwit
Lichtsterkte Iv 220.1 Cd Gemeten recht onder de lamp.
Verlichtingssterkte modulatie index 100 % Gemeten met een sensor gericht op de lamp (kijkhoek niet gedefinieerd). Dit getal geeft de mate van knipperen aan.
Stralingshoek 154 deg 154 graden is de stralingshoek voor het C0-C180-vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en 103 graden is de stralingshoek voor het vlak dat de lamp in de lengterichting doorsnijdt, het C90-C270 vlak.
Vermogen P 13.8 W Het netto opgenomen vermogen.
Power Factor 0.97 Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 0.23 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.
THD 23 % Total Harmonic Distortion.
Max inschakelstroom 0.085 A Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 70 graden.
Lichtstroom 988 lm Met een fotogoniometer gemeten, berekening zoals aangegeven in LM79-08.
Efficiëntie 71 lm/W
EU2013-label classificatie A De energieklasse, van A++ (meest efficiënt) tot en met E (minst efficiënt). Dit label is de update van het voorgaande label, verplicht vanaf sept 2013.
CRI_Ra 94 Color Rendering Index oftewel de kleurweergave index.
CQS 91.3 CQS (v9.0.3) is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.
Coordinaten kleursoort diagram x=0.4016 en y=0.4487
Fitting 230V Deze lamp wordt direct aangesloten op 230 V AC.
PAR waarde 2.5 uMol/s/m2 Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp, geldend op 1 m afstand van de lamp en ge-extrapoleerd naar 1 m^2 oppervlak.
PAR fotonrendement 0.8 uMol/s/We Het aantal fotonen wat een gemiddelde plant ziet in het licht van deze lamp.
Fotonstroom 19.4 uMol/s Het aantal fotonen wat zit in het licht van deze lamp (zonder weging).
S/P ratio 1.3 Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficiënter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid).
L x B x H afmetingen 450 mm x 30 mm x 44 mm Buitenafmetingen van de lamp.
L x B x H afmetingen lichtruimte 444 mm x 30 mm x 22 mm Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Het is het oppervlak van de witte plaat. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt.
Algemene opmerkingen De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingsterktemetingen was 24.0 – 25.8 deg C.De lamp wordt maximaal ongeveer 22.5 graden warmer dan omgevingstemperatuur.Opwarmeffect: Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte niet significant (< 5 %).

Gedurende de opwarming varieert het vermogen niet significant (< 5 %).
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is -3 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).

Afhankelijkheid spanning: Er is een constante afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.
Er is een constante afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.

Van deze lamp is ook de dimbaarheid onderzocht en de lamp is dimbaar, zie ook het aparte hoofdstuk.

Aan het eind van het artikel een extra foto.

Eff-variatie -3 % Dit is de variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).
Dimbaar ja Volgens opgave fabrikant.
Biologische Effect Factor 0.351 Volgens voornorm DIN V 5031-100:2009-06.
Blauwlichtschade risico groep 0 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico.
vormfactor staaf
artikelnummer FO31-LD31A
UGR-tabel (PDF) olino-pdf
Eulumdat file Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.
IES file Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op.

Overzichtstabel

Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen.

Noot: de minimale afstand waarvoor de berekende resultaten in E (lux) geldig zijn, is 5 x 445 mm (maximale maat, eventueel diagonaal) = 2225 mm. De resultaten van E (lux) binnen deze afstand (in rood aangegeven) zijn te hoog, en een meting met een goede luxmeter zal minder aangeven omdat deze zich in het nabije veld bevindt van de lamp.

EU 2013 Energielabel classificatie

Sinds sept 2013 zijn deze energielabels van kracht.

Van belang voor de energieclassificatie zijn gecorrigeerd vermogen en nuttige lichtstroom.
Het opgenomen vermogen van 13.8 W moet worden omgerekend naar een gecorrigeerd vermogen. Dit is afhankelijk van het type lamp en of wel of niet inclusief voorschakelapparaat is gemeten. De keuze voor deze lamp is dat deze valt in de classificatie: Lampen met eigen voorschakelapparaat (intern of extern). Daarmee wordt het gecorrigeerde vermogen voor deze lamp 13.8 W.
De lichtstroom die gemeten is bedraagt 988 lm. De voor nuttige lichtstroom relevante classificatie van deze lamp is: Niet-gerichte lampen. Hiermee wordt de nuttige lichtstroom 988 lm. Nu kan hiervoor een referentievermogen uitgerekend worden.

De energie efficientie index is P_corr / P_ref = 0.18.

EU energielabel voor deze lamp

Zip bestand met daarin 6 EU energie-efficiëntielabels voor deze lamp

De prestatie van de lamp in het energie-performance vlak.

Eulumdat lichtdiagram

Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak.

CSBC-Follox45_3S_HV_light_diagram

Het lichtdiagram en de indicatie van de C-vlakken.

Het lichtdiagram geeft de bundel aan in het C0-C180 vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en de bundel in het C90-C270 vlak (in de lengterichting van het lichtgevende oppervlak, gelijk aan in de lengterichting van de lamp).

Verlichtingsterkte E_v op 1 m afstand, of lichtintensiteit I_v

Hierbij de plot van de gemiddelde lichtsterkte (I_v) afhankelijk van de hoek van meting t.o.v. de lamp. Dus alle lichtsterkte metingen behorende bij 1 kantelhoek, en afkomstig van verschillende draaihoeken, zijn gemiddeld. In deze grafiek is de helderheid in Cd direct af te lezen.

Het stralingsdiagram van de lamp.

Deze plot met deze gemiddelde waardes worden gebruikt om de totale lichtopbrengst te berekenen.

Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.

Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaarden verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.

Bij het berekenen van de gemiddelde lichtsterktewaarden per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 154 graden voor het C0-C180 vlak en 103 graden voor het C90-C270 vlak.

Lichtstroom

Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaarden, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 988 lm.

Efficientie

Een lichtstroom van 988 lm, en een opgenomen vermogen van 13.8 Watt, levert een efficiëntie van 71 lm/Watt.

Elektrische eigenschappen

De powerfactor is 0.97. Met deze powerfactor geldt dat voor iedere 1 kWh aan netto vermogen, er 0.23 kVAhr aan reactief vermogen is geweest.

Voedingsspanning 230.13 V
Voedingsstroom 0.062 A
Vermogen P 13.8 W
Schijnbaar vermogen S 14.2 VA
PF 0.97

Tevens is van deze lamp de spanningsvorm en stroomvorm opgenomen.

Spanningsvorm over de lamp en stroom door de lamp.

Deze stroom is gechecked tegen de eisen, gesteld door de Europese norm IEC 61000-3-2:2006 met amendement 2:2009 die eisen bevat voor verlichtingsinstallaties <= 25 W en voor > 25 W.

De harmonischen van de stroom uitgezet tegen de eisen voor harmonischen vanuit IEC61000-3-2:2006 A2:2009

Voor vermogens <= 25 W gelden geen limieten voor de harmonischen.

De Total Harmonic Distortion van de stroom is berekend en bedraagt 23 %.

Inschakelstroom

De inschakelstroom is gemeten voor de verschillende starthoeken van de spanning van 0 – 170 graden (met stap van steeds 10 graden). De stroom- en spanningswaardes zijn met een acquisitiefrequentie van 39.9 kS/s binnengehaald. Daarna zijn de meetresultaten door een 2e orde 2kHz laagdoorlaat Butterworth filter gehaald. Hiermee worden zeer kortdurende, niet relevante, (stroom)pieken weggefilterd.
De lamp stond steeds twee minuten uit voordat iedere test uitgevoerd werd.

Testspanning 230.0 V
Frequentie van de spanning 50.0 Hz
Maximale inschakelstroom 0.085 A Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 70 graden.
Pulsbreedte max inschakelstroom 5.6E-3 s Dit is de tijd dat de puls een stroomwaarde heeft hoger dan 10 % van de topwaarde.
Minimale inschakelstroom 0.076 A Deze stroom is gevonden bij een starthoek van de spanning van 140 graden.
I^2 x t na 10 ms bij 0 graden spanningshoek 3.800E-5 A^2.s Dit is de I^2 t waarde wanneer een nulpuntsdetector wordt toegepast waardoor de spanning begint bij 0 graden hoek.

Inschakelstroom bij worst-case inschakelhoek van de spanning

Eerste cyclus van de maximale inschakelstroom

De energie I2t gedurende de eerste 10 ms van de eerste stroomcyclus

Temperatuurmetingen lamp

Temperatuurplaatje(s).

status lamp > 2 uur aangestaan
omgevingstemperatuur 25.3 graden C
gereflecteerde schijnbare temperatuur 25.3 graden C
camera Flir T335
emissiviteit 0.95
meetafstand 1 m
IFOVgeometric 0.136 mm per 0.1 m afstand
NETD (thermische gevoeligheid) 50 mK

Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum

Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.

De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is 2792 K wat warmwit is.

De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.

De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.

De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 90 graden. Daarbuiten is niet meer gemeten.

Voor het C0-C180 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 154 graden dan komt dit overeen met 76.8 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in de eerste 90 graden van dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 1 %.

Voor het C90-C270 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 103 graden dan komt dit overeen met 51.5 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in de eerste 90 graden van dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 1 %.

PAR waarde en -spectrum

Om meer te zeggen over hoe goed het licht van deze lamp is voor plantengroei, wordt gebruik gemaakt van PAR waardes.

Het fotonenspectrum, dan de gevoeligheidscurve, resulterend in een PAR-spectrum

parameter waarde eenheid
PAR getal 2.5 uMol/s/m^2
PAR fotonstroom 11.3 uMol/s
PAR foton rendement 0.8 uMol/s/W

Als gekeken wordt naar het gedeelte van het spectrum van het licht van de lamp, dat bruikbaar is voor fotosynthese, dan komt dat neer op 66 % (geldig voor het golflengtegebied van 400-700 nm.

S/P ratio

Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurven en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).

De S/P ratio van deze lamp is 1.3.

Kleursoort diagram

Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.

Het lichtpunt ligt binnen het gebied aangeduid met klasse B. Dit gebied geldt voor signaallampen.

De kleurcoördinaten zijn x=0.4016 en y=0.4487.

Kleurweergave-index of CRI

Hierbij het plaatje van de kleurweergave index.

De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.

Deze waarde van 94 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor < 5000K een zwarte straler en voor > 5000K de zon/buitenlicht).

Deze waarde van 94 is veel groter dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik.

De “chromaticity difference” is -0.0024, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er wordt in sectie 5.3 van CIE 13.3-1995 een waarde genoemd van 5.4E-3 zonder verdere uitleg.
Een andere referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.

Color Quality Scale v9.0.3

CQS (v9.0.3) is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.

CQS waardes van het licht van deze lamp.

CQS waardes voor het licht van deze lamp vergeleken met de referentiebron met gelijke kleurtemperatuur.

Spanningsafhankelijkheid

De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.

Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.

Er is een constante afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.
Er is een constante afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 200 – 250 V AC varieert.

Een abrupte variatie van + of – 5 V AC levert een verandering van de lichtintensiteitswaarden van maximaal 1.6 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.

Opwarm-effecten

Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.

Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd

Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte niet significant (< 5 %).

Gedurende de opwarming varieert het vermogen niet significant (< 5 %).
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is -3 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).

Mate van knipperen

Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp.

De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp

parameter waarde eenheid
Knipperfrequentie 100.0 Hz
Verlichtingssterkte modulatie 100 %

Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev).

Dimbaarheid

De lamp is getest met de volgende dimmer(s): de Busch Jaeger 6523 U, Lumeo Domus LR, Low Cost LR , Berker RC dimmer.

De Busch Jaeger 6523 U.

Dimmen met de Busch Jaeger 6523 U.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: 12 %;
– het opgenomen vermogen: 11 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 0.0 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 0 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Er is nauwelijks effect op de kleurtemperatuur wanneer meer gedimd wordt.

Het restverbruik bij volledig dimmen is 0.5 W.

De Lumeo Domus LR.

Dimmen met de Lumeo Domus LR.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: 14 %;
– het opgenomen vermogen: 11 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 12.5 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 5 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Er is nauwelijks effect op de kleurtemperatuur wanneer meer gedimd wordt.

Het restverbruik bij volledig dimmen is 0.9 W.

De Low Cost LR .

Dimmen met de Low Cost LR .

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: 6 %;
– het opgenomen vermogen: 4 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 0.0 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 5 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Er is nauwelijks effect op de kleurtemperatuur wanneer meer gedimd wordt.

Het restverbruik bij volledig dimmen is 0.7 W.

De Berker RC.

Dimmen met de Berker RC.

Bij het invoegen van de dimmer waarbij de dimmer op niet dimmen staat, en dan vergeleken met de situatie zonder dimmen, is de invloed op (negative waarde is toename):
– de verlichtingssterkte: 8 %;
– het opgenomen vermogen: 8 %.

De intensiteit is instelbaar in het mechanische instelgebied van 0.0 – 100.0 %.
In dat gebied is de verlichtingssterkte te varieren tussen 22 – 100 % (deze 100 % is zonder initiele drop zoals boven vermeldt).

Er is geen effect op de kleurtemperatuur wanneer meer gedimd wordt.

Het restverbruik bij volledig dimmen is 3.0 W.

Biologisch effect

Het biologisch effect zegt iets over in hoeverre het licht van deze lamp in staat is het menselijk dag- nachtritme te beïnvoeden evenals de mate van melatonineopwekking te onderdrukken.
De volgens de voornorm DIN V 5031-100:2009-06 interessante biologische factoren:

biologische effect factor 0.351
kbiol trans (25 jaar) 1.000
kbiol trans (50 jaar) 0.765
kbiol trans (75 jaar) 0.511
kpupil(25 jaar) 1.000
kpupil(50 jaar) 0.740
kpupil(75 jaar) 0.519

Blauw Licht Schade

De mate van blauwlicht en de schade die het kan veroorzaken op het netvlies is bepaald. Hierbij de resultaten.

Het niveau van blauw licht van deze lamp tov de blootstellingslimiet en de verschillende classificatiegebieden.

L_lum0 [mm] 30 Afmeting helderste gedeelte lamp in C0-C180 richting.
L_lum90 [mm] 444 Afmeting helderste gedeelte lamp in C90-C270 richting.
SSD_500lx [mm] 663 Berekende afstand waarop 500 lux gemeten zou moeten worden. Dit is geldig wanneer deze zich bevindt in het verre veld van de lamp. Noot: Als deze waarde 200 mm is dan is op grond van de norm IEC 62471:2006 gerekend op 200 mm afstand.
Begin verre veld [mm] 2225 Minimale afstand waarbij de lamp gezien kan worden als puntbron. In dit gebied geldt dat Ev evenredig is met (1/afstand)2.
300-350 nm waardes ingevuld met 0 ja In het geval dat OliNo heeft gemeten met een SpecBos 1211 spectrometer zonder UV optie dan is er geen meetdata van 300-349 nm. Bij lampen die nabij 350 nm geen energieinhoud meer hebben, kan dan het gebied van 300-349 nm eventueel ingevuld worden met 0.
alphaC0-C180 [rad] 0.045 (Schijnbare) voorwerpshoek in C0-C180 richting.
alphaC90-C270 [rad] 0.669 (Schijnbare) voorwerpshoek in C90-C270 richting.
alphaAVG [rad] 0.073 Gemiddelde (schijnbare) voorwerpshoek. Indien >= 0.011 rad dan wordt met radiantie Lb de blootstellingslimiet berekend. Anders met irradiantie Eb.
Blootstellingswaarde [W/m^2/sr] 5.56E+0 Blauwlichtschade waarde voor deze lamp, gemeten recht onder de lamp. Er is gerekend met Lb. Omdat de afstand waarbij Ev=500 lux in het nabije veld van de lamp ligt dan is deze blauwlichtschade waarde te pessimistisch en is in realiteit lager.
Blauwlichtschade risico groep 0 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico.

Extra

Extra foto’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *