Zelflevermodel: zonder subsidie meer draagvlak voor windenergie
Geplaatst door Tobias Dander in Windenergie, Zelfvoorzienend 5 Reacties»Terwijl de Tweede Kamer deze week in het kader van de begroting van het ministerie van VROM debatteert over duurzame energie en in Kopenhagen druk wordt vergaderd over mondiaal bindende klimaatafspraken, hebben regering en parlement de sleutel tot verduurzaming van de Nederlandse elektriciteitsproductie reeds in handen. En dat tegen relatief geringe kosten.
Zelflevering is het door burgers collectief opwekken en gebruiken van windenergie, van hun eigen windmolen. Het zelflevermodel biedt consumenten de kans elektriciteit van hun eigen molen te kopen. De Windvogel biedt mensen de mogelijkheid het heft in eigen hand te nemen en zo bij te dragen aan duurzaamheid. Dat kan al door met een eenmalige bijdrage van 50 euro lid te worden van de Windvogel en deel te nemen aan de coöperatie.
Samen met energiebedrijf Eneco is coöperatieve vereniging De Windvogel in 2008 een pilot gestart voor het in de praktijk beproeven van het zogenaamde ‘zelflevermodel’. Dit model houdt in dat de leden van de coöperatie stroom geleverd krijgen die afkomstig is van de windmolens van de coöperatie, dus van de leden zelf. Eneco verzorgt daarbij het transport en de facturering. De uiteindelijke elektriciteitsprijs is vergelijkbaar met of iets goedkoper dan de marktprijs. De pilot is een succes en toont aan dat het model werkt. Er zijn geen tech- nische problemen die uitbreiding verhinderen.
Het zelflevermodel geeft een enorme stimulans aan het bouwen van windmolens op land. Bewoners kunnen dan stroom van hun eigen windmolen afnemen, en kunnen meebeslissen over de besteding van de opbrengsten van de molen, zoals investering in energiebesparing of uitkering aan de leden. Daardoor zullen mensen op een heel andere manier naar wind- molens gaan kijken. Deze zijn dan ineens van henzelf in plaats van van een onbekende derde. Het draagvlak voor windenergie neemt hierdoor sterk toe.
Om windenergie op korte termijn een forse impuls te geven, vragen wij van regering en parlement:
- Erkenning en ondersteuning van het concept zelflevering.
- Gelijke behandeling bij opwekking van energie door de burger. Zon- en windenergie zijn gelijk
- Burgers de mogelijkheid bieden in collectief verband zelf verantwoordelijkheid te nemen voor een duurzame energievoorziening en het tegengaan van klimaatverandering.
- Elektriciteit die onder zelflevering valt, wordt tot een bepaald plafond (bijvoorbeeld 3.000 kWh per huishouden per jaar) vrijgesteld van Energiebelasting. Daarmee wordt rendabele exploitatie van windmolens door burgers mogelijk. Daar staat tegenover dat voor nieuwe zelfleverprojecten geen subsidie meer hoeft te worden aangevraagd.
Door op deze manier windenergie te bevorderen kunnen regering, parlement en burgers gezamenlijk een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering. Maar de inwoners van Nederland kunnen meer doen. De vraag wat mensen zelf kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan, is onderwerp van het boek ‘Korte metten met de Klimaatcrisis’, dat gratis op de website van de Windvogel en hieronder kan worden gedownload.
5 reacties op “Zelflevermodel: zonder subsidie meer draagvlak voor windenergie”
Mooi idee! Als het zo werkt zoals het beschreven is, is het natuurlijk ook een goed middel om draagvlak te krijgen en meer molens te bouwen.
Ik vraag me alleen af hoe dat dan werkt, aangezien een beetje windmolen tegenwoordig een miljoen euro schijnt te moeten kosten. Als iedere burger 50 euro per jaar betaalt, zijn er 20.000 burgers nodig om één windmolen per jaar te kunnen realiseren…… Het geld moet toch ergens vandaan komen. Of worden windmolens gefinancierd uit de opbrengsten van de elektriciteitslevering? Dat kan natuurlijk ook.
Verder is het voor het draagvlak van groot belang dat zo snel mogelijk de “uilenborstels” op de uiteinden van de wieken worden bevestigd. Hoe minder herrie een windmolen geeft, des te beter voor mens en dier.
Helaas wat weinig tijd om te reageren maar een windmolen kopen werkt neem ik aan ongeveer als een scheepvaart CV (Comm Vennootschap) al wordt bij een windmolen vaak met een cooperatie gewerkt.
20% is risico, eigen kapitaal en dan kun je 80% van de bank lenen. Een beetje windmolen is overigens al gauw 2 milj als ik het goed begrijp, en de aansluiting op het net is 20% van deze prijs (!!)
Bij ODE stond relatief slecht nieuws voor het verder uitstekende initiatief mbt zelflevering:
Kabinet wijst zelfleveringsmodel af
21 nov 09
In een brief dd. 9 nov 09 van EZ aan de Tweede Kamer over ‘Zelflevering voor stimulering duurzame energie’ wijst minister Van der Hoeven het model namens het kabinet af. Binnen de huidige regelgeving zijn de mogelijkheden alleen bedoeld voor thuisopwekking achter de meter. Het kabinet vindt salderen bij opwekking vóór de meter niet wenselijk.
lid worden van een vereniging is iets anders dan investeren in een windmolen. Een molen van 3 MW kost ca. 5 mio, geschikt voor 2000 gezinnen. Dat is een investering van 2500 euro per gezin. Ieder jaar je energie dan gratis ontvangen betekent een besparing van 600 euro, reserveer 100 euro voor het onderhoud van de molen en maak een rendement van 20% per jaar op je investering!
Een andere optie dan de Windvogel is Meewind; geen 50 Euro maar 1000 Euro maar dat bedrag wordt direct gebruikt voor de bouw van windmolens niet op land maar op zee.
Ook direct investeren in een windmolen maar geen “20% rendement” maar een “geprognosticeerd rendement van 7 tot 10%” en geen medezeggenschap maar toch wat mij betreft een prima optie.
Waarom zou je niet het zelflevermodel (politiek) dichterbij brengen door het eerst op gemeente niveau toe te passen?
Bijna elke gemeente doet wel wat aan spaarpotjes (reserves). Als de gemeente nu investeert in een zelflevermodel, dan spaart het potentieel met rente minimaal 7% (als ik het goed begrijp) en bespaart het op electriciteitskosten, stimuleert het extra windenergie opwekking landelijk gezien en hoeven de windturbines die zo groot (moeten) zijn dat ze her en der veel weerstand oproepen niet eens per se in het eigen gemeentelijk grondgebied te staan.