Blauwlichtschademetingen aan Ikea lampen
Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampen, Uitleg Geen reacties»In dit artikel leg ik uitgebreider uit hoe ik de blauwlichtschade meet aan lampen. Ik heb in allerlei standaard lampmeetrapporten een indicatiewaarde van blauwlichtschade staan (afkomstig uit ruwe berekeningen), maar sinds sept 2017 heb ik toevoegingen gekocht voor een spectrometer die ik gebruik, waardoor ik in staat ben de blauwlichtschade te meten, volgens IEC 62471. Ik heb een paar Ikea ledlampen genomen en bepaalde de mate van blauwlichtschade door het volgen van de norm en de meetprocedure, voor die specifieke lampen.
Lamp voor specifiek gebruik
Een lamp voor specifiek gebruik (dus niet een E27 gloeilamp of een spotje oid) moet worden gemeten op een afstand van 200 mm. De lamp die hier bekeken is, is een Växer van het merk Ikea.
Deze lamp is ervoor om plantjes te laten groeien. Dat is niet een algemeen gebruik maar een (semi-professionele) toepassing voor een specifiek doel: het laten groeien van planten. Dus moet worden gemeten op 200 mm afstand.
De leds zijn in drie stuks bij elkaar geplaatst: 2 witte en in het midden ertussen 1 rode. Eerst moet bekeken worden of de bron klein is op de meetafstand van 200 mm. De 3 leds tezamen meten 25 mm x 6 mm. Wanneer op 200 mm afstand deze lichtbron wordt bekeken, dan is de hoek die deze lichtbron beslaat:
ongeveer 7.2 graden oftewel 125 mrad. Dat is groter dan 11 mrad en dus is de bron geen kleine bron. Er dient daarom gemeten te worden in luminantiemode. De eerste meting wordt gedaan met een hulpmiddel voor de kleurspectrometer waarmee een openingshoek van 100 mrad wordt gemaakt en de meter in luminantiemode meet. De kijkhoek van 100 mrad komt ongeveer overeen met een hoek van 5,7 graden. Deze moet direct op de 3 leds kijken en wanneer de leds aanstaan, wordt middels een x,y,z manipulator de spectrometer heel nauwkeurig gepositioneerd zodanig dat het meeste signaal ontvangen wordt. Op dat moment wordt de echte meting gestart. Met behulp van de juiste software wordt het ontvangen spectrum omgerekend naar een belastingswaarde.
Hier kan afgelezen worden dat met een kijkhoek van 100 mrad er zoveel energie wordt opgevangen, dat, wanneer deze gewogen wordt tegen het juiste blauwlichtactiespectrum, dit leidt tot een effectieve gewogen blauwlichtluminantie die hoger is dan groep 0. In het plaatje staat RG1, wat risicogroep 1 betekent. Nu moet nog gemeten worden met de 11 mrad sensor om te bepalen wat dan de waarde is. Valt deze echt in RG1 of is deze zelfs RG2?
Opnieuw wordt gemeten, maar nu met het hulpstuk waarbij er slechts een zichthoek van 11 mrad is (0.57 graden, ongeveer 2.2 mm op 200 m afstand, iets kleiner dan de led zelf). Nu is het zoeken van de maximale waarde lastiger omdat met de zeer kleine kijkhoek een bepaalde led mooi in het centrum van het zichtveld valt of nu net niet. Dat is net hoe de kijkhoek gericht wordt op de leds. De maximale waarde moet weer opgezocht worden en de leds moeten alle geverifieerd worden; het kan zijn dat de rode minder sterk reageert dan een witte.
Eenmaal de maximale waarde gevonden, dan wordt weer gemeten maar nu dus met de 11 mrad lens in gebruik.
Het resultaat is risicogroep 1 en de maximale tijd dat achtereen in het licht gekeken mag worden (op deze 200 mm afstand) is 564 seconden (na die tijd wordt de maximale belastingswaarde bereikt).
Het feit dat RG1 eruit komt wanneer er ook met de 11 mrad lens gemeten wordt, is dus voldoende om nu te concluderen dat de lichtbron in RG1 behoort.
Leds bekijken onder een grotere hoek
Een extra vraag die opkwam was, wat het effect is onder een grotere hoek. Stel een persoon zit dichtbij deze lamp en ziet onder een bepaalde hoek dit licht. Ik heb gezien dat de ledjes erg gericht licht afgeven (in een kleine bundel), dus kijken naar de leds onder een hoek van zeg 80 graden levert nauwelijks licht op. Ik heb uiteindelijk de leds onder een hoek van 45 graden gemeten.
weer is de 100 mrad lens genomen om mee te beginnen en toen kwam er een oneindige tijd uit, dat in de lamp gekeken kon worden, dus risicogroep 0.
In een hoek van ongeveer 20 graden lag een omslagpunt. Met de 100 mrad lens werd RG1 aangegeven, en met de 11 mrad lens kwam RG0 eruit. Dus hier zit men dan op het randje en mag men ongeveer 10.000 seconden in de lichtbron kijken (totdat de maximale belastingswaarde wordt bereikt), wanneer deze leds op 20 graden uit het lood bekeken worden.
Meerdere strips naast elkaar
Een andere bedenking is wanneer er meerdere strips naast elkaar worden geplaatst. Dit heeft echter geen effect op de risicogroepwaarde. De strip is ongeveer 6 cm breed. Dat is een stuk breder dan de kijkhoek van 11 mrad (zijnde een circel van 2.2 mm diameter op 200 mm afstand). Dus wanneer ik de meetsensor nauwkeurig positioneer om een maximale waarde te vinden, beweeg ik met een kijkcirkel van 2.2 mm over de leds. Ik zie dan hoogstens 1 of 1.5 leds van 1 setje van 3 van 1 Växer. Zeker geen twee en ook niet wanneer deze pal naast elkaar zouden liggen.
Andere afstand
Wanneer een grotere afstand wordt genomen, zal de kijkcirkel groter worden. Dan valt er meer van 1 led in of zelfs valt er een stuk van de omgeving van 1 led in het meetgebied. Het is uittesten wat dit voor een effect heeft op de meetwaarde en RG.
Afstand 300 mm: kijkcirkel is 3.3 mm, en gevonden wordt RG1 met 559 seconden tijd voordat de maximale belastingswaarde wordt bereikt.
Afstand 500 mm: RG1 met 538 sec. Dus redelijk constant en niet afhankelijk van de afstand 200 -500 mm.
De Växer valt dus in RG1, wanneer direct eronder, recht naar de lamp gekeken wordt, op een afstand van 200-500 mm.
Bij een hoek die meer dan 20 graden maakt met deze verticaal, valt deze lamp al in RG0.
Lamp voor algemeen gebruik
Een lamp voor algemeen gebruik moet worden gemeten op een afstand waarbij 500 lux aan verlichtingssterkte gemeten wordt. Ik heb een peertje genomen waarbij de leddraden zichtbaar waren.
Op 340 mm afstand werd een verlichtingssterkte gemeten van 508 lux. Op die afstand is de ruimte die de leddraden innemen meer dan 11 mrad en is dus weer uit te gaan van een niet kleine bron, dus meten in luminantiewaarde. Toen is begonnen met de 100 mrad lens. De maximale waarde is opgezocht en daarna is gemeten wat de belastingsresultaten waren: 9.7 W/m^2/sr en RG0 (waarde < 100 W/m^2/sr).
Op 90 mm is ook nog eens gemeten, met de 100 mrad lens, en de waarde was 24 W/m^2/sr dus ook RG0.
Het valt op dat deze lamp, waarvan de leddraden er toch erg fel uitzien, niet in staat is om in RG1 te vallen. Hij komt wel in de buurt met een belastingswaarde van 24 W (100 W is de grens) echter haalt het niet en valt dus gewoon in RG0.
Andere lampen voor algemene toepassing
De overige lampen die gemeten zijn, is de OMLOPP, een ledstrip met een diffuse kap.
Het licht in de strip, wanneer aan, is 6 mm breed en erg lang. Dus geen kleine bron en dus meten in luminantiestand.
Meetresultaten: 100 mrad lens, 460 mm afstand (508 luxwaarde): 1.4W/m^2/sr, dus RG0.
100 mrad lens, 200 mm afstand: 3.4 W/m^2/sr, ds RG0.
100 mrad lens, 50 mm afstand: 6.7 W/m^2/sr, dus RG0.
En de GODMORGON, een lamp die nabij de badkamerspiegel gehangen kan worden.
Gemeten op de volgende manier:
Ook hierbij is de lichtbron een grote bron, dus moet gemeten worden in luminantiemode. We verwachten weer RG0, gezien de toepassing van een diffusorkap.
De meetresultaten:
100 mrad lens, 620 mm afstand (500 lux): 2.8 W/m^2/sr, zijnde RG0.
100 mrad lens, 200 mm afstand: 5 W/m^2/sr, zijnde RG0.
Hoek van 45 graden, 270 mm afstand, (weer 100 mrad lens): 2,8 W/m^2/sr, dus RG0.