De Rotterdamse haven in energietransitie
Geplaatst door Danny Steenhorst in Niet-duurzaam 3 Reacties»De Rotterdamse haven zorgt voor ongeveer 18% van de totale Nederlandse CO2 uitstoot. Met onder andere 6 olieraffinaderijen, 2 kolencentrales en jaarlijks ongeveer 30.000 aanmerende zeeschepen, is het ook geen sinecure om naar een volledig duurzame haven te gaan. Maar worden nu wel de juiste investeringen gedaan?
Olieraffinaderijen
De afgelopen jaren zijn er enorme investeringen gedaan in nieuwe fabrieken van alle grote olieraffinaderijen in de Rotterdamse haven om de capaciteit te vergroten en zo meer ruwe aardolie te kunnen raffineren. Langjarige investeringen in de olie-industrie staan haaks op het beleid dat de haven aan een duurzaamheidsslag bezig is. Uitbreidingen van bijvoorbeeld de BP raffinaderij Europoort, die nu al dagelijks 400.000 vaten (1 vat = ~159 liter) verwerkt gaan gewoon door.
Theemswegtrace
Met de aanleg van de 4 kilometer korte spoorverbinding, de Theemswegtracé, is een bedrag gemoeid van €300.000.000,00. De Europese Unie zal hiervoor €62,- miljoen aan subsidie geven. Het resterende bedrag wordt gedragen door het Havenbedrijf en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze treinen zullen vooral worden gebruikt voor het vervoer van erts en steenkool naar Duitsland. De nieuwe spoorverbinding is nodig vanwege de slijtage van de Calandbrug. Met de aanleg wordt geen rekening gehouden, met het feit dat we binnenkort veel minder kolen moeten gaan verbranden. De verwachtingen van het havenbedrijf zijn groei van transport vanuit de Rotterdamse haven.
Olieopslag
De tankopslag in de Rotterdamse haven van olieproducten is dankzij de gunstige ligging groot.
Op dit moment wordt er enorm geïnvesteerd in extra tankopslag in de haven. Naast het Oostvoornse Meer komt er een tankpark van 52 tanks voor olieproducten met een capaciteit van maar liefst 1,3 miljoen m³ (1.300.000.000 liter) Dit is o.a. voor de uitbreidingen van de BP olieraffinaderij.
Bereikbaarheid
Al is er een transferium met bedrijfsbussen, het openbaar vervoer in de Rotterdamse haven is beperkt. Naar en van de tweede Maasvlakte rijden zelfs helemaal geen bussen. Bedrijven in de havengebieden zijn nauwelijks bereikbaar met het OV. Er liggen mooie geasfalteerde fietspaden in het havengebied, maar deze zijn soms plots voor maanden afgesloten. (Al kan je er vaak toch over heen met wat obstakels)
Met de bouw van de Blankeburgtunnel wordt zelf helemaal geen rekening gehouden met fietsers. Er zullen geen fietspaden in de tunnel worden aangelegd.
Conclusie
De bedrijven in de Rotterdamse haven investeren dus nog enorme hoeveelheden geld in de fossiele energie-industrie. De miljarden euro’s die nu worden geïnvesteerd zijn bedoeld om de olie-industrie nog decennia op vol vermogen te laten draaien. Ondanks dat het havenbedrijf enorm haar best doet om te verduurzamen, wordt er dus helaas nog, financieel gezien, geen gehoor aan gegeven.
Uiteraard kunnen wij als burgers en bedrijven en overheden ook zelf zorgen dat de behoefte aan fossiele brandstoffen sterk verminderd wordt. Zoals consuminderen. Maar ook langer, minder vaak en dichterbij op vakantie gaan, relaxter gaan rijden. Nooit meer een ontploffingsmotor kopen. Enzovoorts.
“Geen woorden maar daden” zou een mooie slagzin zijn in het Rotterdamse.
3 reacties op “De Rotterdamse haven in energietransitie”
Danny,
Niet van het een of het ander; Wat is nu eigenlijk een “volledig duurzame haven” ?
Waarom zou een nieuw spoor – dus elektrisch vervoer! – alleen gebruikt kunnen worden voor erts en steenkool vervoer? Uiteraard als de vraag naar produkten vermindert, daalt ook de transportvraag, maar dat is niet het argument.
Overigens is de uitbreiding van de Amsterdamse haven en de nieuwe sluis ook mede gebaseerd op meer fossiel.
@2 Roland, er rijden nu al treinen. De Callandbrug waar de treinen nu over heen gaan is toe aan een flinke opknapbeurt. Indien ze geen groei meer hadden verwacht, hadden ze voor 1 a 2 jaar, het vervoer een paar km per vrachtwagens gedaan. Over 2017 daalde de kolenoverslag in Rotterdam met 2,7 miljoen ton, mede als gevolg van de sluiting van 8 kolencentrales, waarvan 6 in Duitsland. Dit was niet de inschatting van het havenbedrijf toen de presentatie was over de noodzaak van de Theemswegtrace, daarin stond vermeld dat o.a. kolenoverslag een sterke groei zou doormaken.