Triolight – liniLED® Aeris Profile L30 Cover D L30 4000K Photon 2000
Geplaatst door Marcel van der Steen in Lampmetingen Geen reacties»Hierbij een ledlijn van Triolight B.V.. De metingen van OliNo laten zien dat de lamp een warm/neutraalwit licht afgeeft met een kleurtemperatuur van 3836 K. De lamp verbruikt 14.2 W aan vermogen en geeft hiermee een lichtstroom van 1092 lm. De efficiency komt hiermee op 77 lm/W. De lamp valt in de energie label categorie G (2021).
In dit artikel staan allerlei interessante lampparameters, zoals ook opgenomen in de Eulumdat file.
Zie voor een vergelijk met andere lampen dit overzicht.
Samenvatting meetgegevens d.d. 2021-01-12
parameter | meting lamp | opmerking |
---|---|---|
Kleurtemperatuur | 3836 K | warm/neutraalwit |
Lichtsterkte Iv | 384.3 Cd | Gemeten recht onder de lamp. |
Verlichtingssterkte modulatie index | 0 % | Gemeten met een sensor gericht op de lamp (kijkhoek niet gedefinieerd). Dit getal geeft de mate van knipperen aan. |
SVM | 0.0 | Stroboscopische zichtbaarheidsmaat. In het Engels Stroboscopic Visibility Measure, volgens CIE TN 006:2016 gemeten. Eis per EU verordening 2019/2020 is ≤ 0.4 bij vollast voor bepaalde (o)led lampen. |
Stralingshoek | 112 deg | 112 graden is de stralingshoek voor het C0-C180-vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en 112 graden is de stralingshoek voor het vlak dat de lamp in de lengterichting doorsnijdt, het C90-C270 vlak. Fluxcode: 47 79 96 100 100. |
Vermogen P | 14.2 W | Het netto opgenomen vermogen. |
Power Factor | 1.00 | Er is met een DC voeding getest. Dit houdt in dat er geen blindvermogen is en dus is de powerfactor altijd 1 maar verder niet relevant. |
THD | NaN % | Total Harmonic Distortion, is niet aanwezig daar een DC spanning is gebruikt en dientengevolge een DC stroom gelopen heeft. |
Lichtstroom | 1092 lm | Met een fotogoniometer gemeten, berekening zoals aangegeven in LM79-08. |
Efficiëntie | 77 lm/W | Let hierbij op, er is een DC voeding gebruikt. Deze efficientie is voor de led alleen en is zonder een eventuele voeding die de 230 V naar DC stroom moet omzetten. Men moet rekening houden met extra verlies voor een omzetting van 230 V AC naar een gelijkspanning en gelijkstroom, tenzij de lamp wordt aangesloten op een DC gelijkspanning van bijvoorbeeld een accu. |
EU2021-label classificatie | G | De energieklasse, van A (meest efficiënt) tot en met G (minst efficiënt). Dit label is de update van het voorgaande label, verplicht vanaf sept 2021. |
EU2013-label classificatie | A | De energieklasse, van A++ (meest efficiënt) tot en met E (minst efficiënt). Dit energielabel wordt vervangen op 21 september 2021. |
CRI_Ra | 83 | Color Rendering Index oftewel de kleurweergave index. |
Rf_TM30 | 82 | TM30-15 is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven. |
Rg_TM30 | 95 | Gamut Area Ratio. |
Coordinaten kleursoort diagram | x=0.3884 en y=0.3827 | |
Fitting | 24V DC | |
Lumenstroom voor kippen | 1861 cLm | De luminous flux ervaren door kippen, gebruikmakend van het gevoeligheidsspectrum (350-780 nm) van kippen. |
S/P ratio | 1.6 | Dit is de factor die aangeeft hoeveel keer efficiënter deze lamp is in het generen van visueel effectief licht voor het menselijk oog, bij nachtgevoeligheid (vergeleken met daggevoeligheid). |
L x B x H afmetingen | 1000 mm x 30 mm x 18 mm | Buitenafmetingen van de lamp. |
L x B afmetingen lichtruimte | 1000 mm x 30 mm | Afmetingen van het gebied waar het licht vandaan komt. Het is het oppervlak van de diffusor. Deze parameters worden in een Eulumdatfile gebruikt. |
Algemene opmerkingen | De omgevingstemperatuur gedurende de hele set van verlichtingsterktemetingen was 23.4 – 25.5 deg C.
De lamp wordt maximaal ongeveer 9 graden warmer dan omgevingstemperatuur. Opwarmeffect: Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 8 minuten en neemt dan 5 % af. Afhankelijkheid spanning: Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 22 – 26 V varieert. Aan het eind van het artikel een extra foto. |
|
Eff-variatie | -1 % | Dit is de variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur). |
Dimbaar | nee/niet bekend | Volgens opgave fabrikant. |
Melanopische Effect Factor | 0.535 | Volgens norm DIN SPEC 5031-100:2015-08. |
Melanopische verhouding | 0.44 | Deze verhouding vermenigvuldigd met de luxwaarde levert de EML-waarde (equivalente melanopische waarde) gebruikt in tabel L2 van WELL std 2019-Q3. |
Blauwlichtschade risico groep | 0 | 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. Indicatie voor alleen recht onder de lamp. |
vormfactor | staaf | |
Eulumdat file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. | |
IES file | Rechtsklik op het icoon en sla het bestand op. |
Overzichtstabel
Let op: de gegevens zijn (deels) afkomstig van berekeningen.
EU 2021 Energielabel classificatie
Sinds september 2021 zijn deze energielabels van kracht. Ze zijn opgesteld conform de Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2015 van de commissie.
Het geldt voor lichtbronnen, met eisen aan de x,y kleurcoördinaten (is voldaan), de lumenstroom (is voldaan) en kleurweergave-index CRI (is voldaan). Aan deze eisen zijn voldaan.
De energie-efficiëntieklasse van lichtbronnen wordt bepaald op basis van het totale netspanningsrendement etaTM. Dit wordt berekend door de opgegeven nuttige lichtstroom (1092 lm, lichtstroom in een bol (360°)) te delen door het opgegeven elektriciteitsverbruik in gebruiksstand Pon (14.2 W) en dit te vermenigvuldigen met de toepasselijke factor FTM die afhangt van het type lichtbron (0.926, type: Niet-gericht (NDLS), niet werkend op netspanning (NMLS)). Het resultaat is het totale netpanningsrendement etaTM = 71 (lm/W).
EU energielabel voor deze lichtbron
Zip bestand met daarin de EU energie-efficiëntielabels voor deze lichtbron
EU 2013 Energielabel classificatie
Sinds sept 2013 zijn deze energielabels van kracht.
Van belang voor de energieclassificatie zijn gecorrigeerd vermogen en nuttige lichtstroom.
Het opgenomen vermogen van 14.2 W moet worden omgerekend naar een gecorrigeerd vermogen. Dit is afhankelijk van het type lamp en of wel of niet inclusief voorschakelapparaat is gemeten. De keuze voor deze lamp is dat deze valt in de classificatie: Lampen met een extern voorschakelapparaat voor ledlampen. Daarmee wordt het gecorrigeerde vermogen voor deze lamp 15.7 W.
De lichtstroom die gemeten is bedraagt 1092 lm. De voor nuttige lichtstroom relevante classificatie van deze lamp is: Niet-gerichte lampen. Hiermee wordt de nuttige lichtstroom 1092 lm. Nu kan hiervoor een referentievermogen uitgerekend worden.
De energie efficientie index is P_corr / P_ref = 0.19.
EU energielabel voor deze lamp
Zip bestand met daarin 6 EU energie-efficiëntielabels voor deze lamp
De prestatie van de lamp in het energie-performance vlak.
Eulumdat lichtdiagram
Het lichtdiagram geeft de helderheid aan in het C0-C180 en het C90-C270 vlak.
Het lichtdiagram en de indicatie van de C-vlakken.
Het lichtdiagram geeft de bundel aan in het C0-C180 vlak (loodrecht op de lengterichting van de lamp) en de bundel in het C90-C270 vlak (in de lengterichting van het lichtgevende oppervlak, gelijk aan in de lengterichting van de lamp).
Bij het berekenen van de lichtsterktewaarden per hoek en deze uit te zetten in een grafiek, is de stralingshoek te bepalen: dit is berekend op 112 graden voor het C0-C180 vlak en 112 graden voor het C90-C270 vlak.
Beeld van de lichtverdeling in 3D.
Het verloop van de lichtsterkte afhankelijk van de hoek t.o.v. de lamp.
Deze plot geeft grafisch weer welke verschillende meetwaarden verkregen zijn bij iedere kantelhoek. Voor een bepaalde kantelhoek zijn er zo een aantal metingen, die afkomstig zijn van verschillende draaihoeken rondom de lamp.
Lichtstroom
Met de meetgegevens van lux op 1 meter, gehaald uit het stralingsdiagram met de gemiddelde lichtsterktewaarden, is de lichtstroom te berekenen. Het resultaat van deze berekening voor deze lamp is 1092 lm.
Efficientie
Een lichtstroom van 1092 lm, en een opgenomen vermogen van 14.2 Watt, levert een efficiëntie van 77 lm/Watt.
Elektrische eigenschappen
Voedingsspanning | 24.06 V DC |
Voedingsstroom | 0.592 A |
Vermogen P | 14.2 W |
Schijnbaar vermogen S | 14.2 VA |
PF | 1.00 |
Temperatuurmetingen lamp
Temperatuurplaatje(s).
status lamp | > 2 uur aangestaan |
omgevingstemperatuur | 25 graden C |
gereflecteerde schijnbare temperatuur | 25 graden C |
camera | Flir T335 |
emissiviteit | 0.95 |
meetafstand | 0.3, 1 m |
IFOVgeometric | 0.136 mm per 0.1 m afstand |
NETD (thermische gevoeligheid) | 50 mK |
Kleurtemperatuur en licht- oftewel vermogensspectrum
Het kleurspectrum van het licht van deze lamp. Energieniveaus geldig op 1 m afstand.
De gemeten kleurtemperatuur van deze lamp is 3836 K wat warm/neutraalwit is.
De meting is gedaan recht onder de lamp. De kleurtemperatuur kan ook worden gemeten onder verschillende kantelhoeken.
De kleurtemperatuur van de lamp afhankelijk van de kantelhoek.
De kleurtemperatuur is gegeven voor kantelhoeken tot 80 graden. Daarbuiten is de verlichtingssterkte laag met 10%% van Ev recht onder de lamp, dat deze niet meer is meegenomen voor de kleurbepaling van het licht.
Voor het C0-C180 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 112 graden dan komt dit overeen met 55.9 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 1 %.
Voor het C90-C270 vlak: kijkende naar de stralingshoek van 112 graden dan komt dit overeen met 55.9 graden kantelhoek, dit is het gebied waar het meeste van het licht afgegeven wordt. De maximale variatie in kleurtemperatuur in dit gebied (kantelhoek) is ongeveer 1 %.
Kleurpunt afhankelijk van kantelhoek tov 2, 4 en 6 stap MacAdam ellips, voor alle hoeken binnen de stralingshoek (getrokken lijn) en voor alle hoeken waarbij Ev tot 10 % gezakt is (gestippelde lijn)
Lumenstroom voor kippen
De energie in het spectrum van het licht van de lamp kan worden gewogen middels de spectrale gevoeligheid van het oog van kippen (N.B. Prescott and C.M. Wathes, 1999 en J. E. Saunders, J. R. Jarvis and C. M. Wathes, 2008).
Het spectrum van het licht, gewogen tegen de gevoeligheid van mensenogen en kippenogen.
parameter [eenheid] | waarde | uitleg |
---|---|---|
Lichtstroom [lm] | 1092 | Het licht van de lamp omgerekend naar gevoeligheid van het menselijk oog. |
Lichtstroom kippen [cLm] | 1861 | Het licht van de lamp omgerekend naar de gevoeligheid van kippenogen. |
Factor van lux naar cLux | 1.70 | Met deze factor is de luxwaarde van dit licht om te rekenen naar de cLux waarde. |
S/P ratio
Het vermogensspectrum, de gevoeligheidscurven en de resulterende nacht – en dagspectra (laatste op 1 m afstand).
De S/P ratio van deze lamp is 1.6.
Kleursoort diagram
Het kleursoort diagram en de plaats van het licht van de lamp.
Het lichtpunt ligt binnen het gebied aangeduid met klasse A. De gebieden A en B gelden voor signaallampen.
De kleurcoördinaten zijn x=0.3884 en y=0.3827.
Kleurweergave-index of CRI
Hierbij het plaatje van de kleurweergave index.
De gegevens mbt de kleurweergave index van het licht van deze lamp.
Deze waarde van 83 geeft aan in hoeverre het licht van deze lamp een aantal referentiekleuren kan weergeven in vergelijk met het licht van een referentiebron (voor 5000K een zwarte straler en voor 5000K de zon/buitenlicht).
Deze waarde van 83 is groter dan de waarde van 80 die als minimum geldt voor een natuurgetrouwe kleurweergave voor alledaags gebruik.
De “chromaticity difference” is 0.0005, wat aangeeft hoever de kleur van deze lamp afligt van het pad van de zwarte straler. Er wordt in sectie 5.3 van CIE 13.3-1995 een waarde genoemd van 5.4E-3 zonder verdere uitleg.
Een andere referentie is gegeven met de aangegeven gebieden voor wit licht in het kleursoortdiagram.
Kleurkwaliteitsschaal TM-30-15
TM-30-15 is een verbeterde indicator (ipv CRI) over hoe goed kleuren worden weergegeven.
TM30-15 Rf = 82, Rg = 95.
TM-30-15 Rf waardes voor 99 samples voor het licht van deze lamp. Wanneer deze de waarde 100 dicht nadert, betekent het dat de kleurweergave dichtbij die van de referentielamp zou zijn.
Grafische weergave van gemiddelde kleurpunten voor deze lamp en de referentielamp met gelijke kleurtemperatuur. Hierin kan men eventueel een verandering van kleur herkennen, en een verhoging of verlaging van de saturatie.
Spanningsafhankelijkheid
De lamp is onderzocht op hoe afhankelijk de parameters verlichtingssterkte E_v [lx] en het opgenomen netto vermogen P [W] zijn van de lampspanning. Uit de deling van E_v door P volgt een inschatting van de efficiëntie.
Afhankelijkheid van lampparameters van de ingestelde lampspanning.
Er is geen (significante) afhankelijkheid van de verlichtingssterkte wanneer de voedingsspanning tussen de 22 – 26 V varieert.
Er is een constante afhankelijkheid van het opgenomen vermogen wanneer de voedingsspanning tussen de 22 – 26 V varieert.
Een abrupte variatie van + of – 0.5 V levert een verandering van de lichtintensiteitswaarden van maximaal 0.0 %. Dit verschil in lichtintensiteit is niet zichtbaar wanneer deze variatie abrupt gebeurt.
Opwarm-effecten
Van deze lamp zijn de opwarm-effecten doorgemeten op de verschillende interessante parameters. Zie ook de grafiek.
Opwarmen van de lamp en het effect op lampparameters; 100 % niveau aan het begin en aan het eind gelegd
Gedurende de opwarming varieert de verlichtingssterkte gedurende 8 minuten en neemt dan 5 % af.
Gedurende de opwarming varieert het vermogen niet significant ( 5 %).
De variatie in efficiëntie (hier indicatief berekend door deling van verlichtingssterkte door vermogen) door het opwarmen is -1 %. Een erg hoog negatief getal duidt op een significante afname door bijvoorbeeld warm worden van de lichtbron (lagere levensduur).
Mate van knipperen
Er is gekeken naar de mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp.
De mate van snelle verlichtingssterktevariaties van het licht van de lamp
parameter | waarde | eenheid |
---|---|---|
Knipperfrequentie | 62.1 | Hz |
Verlichtingssterkte modulatie | 0 | % |
Knipperindex | 0.000 | [-] |
SVM | 0.0 | [-] |
Compact Flicker Degree | 0 | % |
Verlichtingssterkte-modulatie-index wordt berekend als: (max_Ev – min_Ev) / (max_Ev + min_Ev).
Melanopisch effect
Het melanopisch effect zegt iets over in hoeverre het licht van deze lamp in staat is het menselijk dag- nachtritme te beïnvoeden evenals de mate van melatonineopwekking te onderdrukken.
De volgens de norm DIN SPEC 5031-100:2015-08 interessante melanopische factoren:
melanopische effect factor | 0.535 |
kmel trans (25 jaar) | 1.047 |
kmel trans (32 jaar) | 1.000 |
kmel trans (50 jaar) | 0.848 |
kmel trans(75 jaar) | 0.614 |
kmel trans(90 jaar) | 0.487 |
kpupil(25 jaar) | 1.088 |
kpupil(32 jaar) | 1.000 |
kpupil(50 jaar) | 0.792 |
kpupil(75 jaar) | 0.543 |
kpupil(90 jaar) | 0.416 |
Circadiaanse Stimulus (CS)
De circadiaanse stimulus geeft de mate van beïnvloeding aan dat het licht van deze lamp heeft op het menselijk circadiaanse ritme. Naast het melanopische effect van de Ganglion cellen worden ook de bijdragen van S-kegeltjes en staafjes meegenomen. Een CS-waarde van 0,1 heeft nauwelijks effect en een waarde > 0,3 heeft wel effect (0,7 is de maximale, gesatureerde, waarde). De CS-waarde is afhankelijk van het spectrum van het licht en ook van de hoeveelheid ervan (ontvangen op het oog).
Ev [lux] | CL_A | CS |
---|---|---|
20.0 | 10.9 | 0.01 |
30.0 | 16.4 | 0.02 |
50.0 | 27.3 | 0.04 |
75.0 | 41.1 | 0.06 |
100.0 | 55.0 | 0.08 |
150.0 | 82.9 | 0.12 |
300.0 | 168.2 | 0.21 |
500.0 | 285.6 | 0.31 |
750.0 | 438.1 | 0.39 |
1000.0 | 596.7 | 0.45 |
1500.0 | 931.7 | 0.52 |
2000.0 | 1288.8 | 0.56 |
Blauw Licht Schade
De mate van blauwlicht en de schade die het kan veroorzaken op het netvlies is bepaald. Hierbij de resultaten.
Het niveau van blauw licht van deze lamp tov de blootstellingslimiet en de verschillende classificatiegebieden.
L_lum0 [mm] | 30 | Afmeting helderste gedeelte lamp in C0-C180 richting. |
L_lum90 [mm] | 1000 | Afmeting helderste gedeelte lamp in C90-C270 richting. |
SSD_500lx [mm] | 875 | Berekende afstand waarop 500 lux gemeten zou moeten worden. Dit is geldig wanneer deze zich bevindt in het verre veld van de lamp. Noot: Als deze waarde 200 mm is dan is op grond van de norm IEC 62471:2006 gerekend op 200 mm afstand. |
Begin verre veld [mm] | 5002 | Minimale afstand waarbij de lamp gezien kan worden als puntbron. In dit gebied geldt dat Ev evenredig is met (1/afstand)2. |
300-350 nm waardes ingevuld met 0 | nee | In het geval dat OliNo heeft gemeten met een SpecBos 1211 spectrometer zonder UV optie dan is er geen meetdata van 300-349 nm. Bij lampen die nabij 350 nm geen energieinhoud meer hebben, kan dan het gebied van 300-349 nm eventueel ingevuld worden met 0. |
alphaC0-C180 [rad] | 0.100 | (Schijnbare) voorwerpshoek in C0-C180 richting. |
alphaC90-C270 [rad] | 0.100 | (Schijnbare) voorwerpshoek in C90-C270 richting. |
alphaAVG [rad] | 0.100 | Gemiddelde (schijnbare) voorwerpshoek. Indien >= 0.011 rad dan wordt met radiantie Lb de blootstellingslimiet berekend. Anders met irradiantie Eb. |
Blootstellingswaarde [W/m^2/sr] | 2.54E+0 | Blauwlichtschade waarde voor deze lamp, gemeten recht onder de lamp. Er is gerekend met Lb. Omdat de afstand waarbij Ev=500 lux in het nabije veld van de lamp ligt dan is deze blauwlichtschade waarde te pessimistisch en is in realiteit lager. |
Blauwlichtschade risico groep | 0 | 0=geen, 1=laag, 2 = gemiddeld, 3=hoog risico. |
Extra
Extra foto’s.