Het kabinet wil dat elke auto die vanaf 2030 wordt verkocht volledig elektrisch is. Volgens Olaf de Bruijn, directeur van de RAI-vereniging, is het geen goed idee om te ver vooruit te lopen op Europa. Dit door de duidelijke afspraken die Europa heeft gemaakt over waar we met z’n allen naartoe moeten werken. Elektrisch rijden wordt wel ingevoerd en er wordt hard gewerkt aan de CO2-reductie, maar dat moet volgens hem op Europees tempo gebeuren. Maarten Steinbuch, Hoogleraar Automotive Technology aan TU Eindhoven, denkt daar anders over en zegt dat we nu moeten doorpakken.

Prachtige buitenkans of verschuiving

Sneller reduceren van de CO2-uitstoot in Nederland lijkt een prachtige buitenkans. Toch vindt er, als wij in Nederland minder veroorzaken aan uitstoot, alsnog geen vermindering op internationaal niveau plaats. Europese autofabrikanten hebben normen en kijken naar wat zij op Europees niveau verkopen, de totale uitstoot die auto’s die zij verkopen veroorzaken moet binnen de norm blijven. Als er in Nederland wordt gecompenseerd, dan zal dit ervoor zorgen dat er ergens anders extra uitgestoten kan worden door de extra ruimte die Nederland veroorzaakt. Door veel extra maatregelen bereiken we volgens De Bruijn nationaal wel wat, maar wereldwijd niet zoveel tot niets.

Marktverstoring en import buitenland

Als Nederland voorop wil lopen, dan moeten er maatregelen worden genomen. Dat zouden fiscale maatregelen kunnen zijn, wat betekent dat de overheid stuurt in de markt. Hierdoor ontstaat een marktverstoring. Daarbij zou het zo kunnen zijn dat de consument een toevlucht neemt tot het buitenland, waar zij ook bolides in kunnen kopen. Door parallelimport (import vanuit het buitenland) kunnen er alsnog auto’s binnenkomen die niet elektrisch zijn.

Goed voorbeeld doet goed volgen

Volgens Maarten Steinbuch zullen we de doelen in Parijs niet halen als we de huidige Europese doelstellingen gaan volgen. Ondanks dat de hele sector elektrisch rijden als einddoel heeft, is het de vraag hoe we dat gaan halen en hoe snel. Daarom vindt Steinbuch dat we beter ons best kunnen doen om dat proces te versnellen en de regels in Europa beter te maken. “Goed voorbeeld, doet goed volgen,” zegt hij tegen BNR Nieuwsradio. “Als wij stellen in 2030 willen wij volledig elektrisch nieuw verkochte auto’s hebben, dan zijn we al vijf jaar later dan Noorwegen. En dat zal een voorbeeldfunctie hebben. Dat zie je ook aan Noorwegen, met z’n strenge beleid.”  Daarmee zouden we andere landen mee kunnen krijgen volgens Steinbuch.

Consument beslist uiteindelijk

Uiteindelijk gaat de consument beslissen wat er gaat gebeuren. Al zal de sector in de beginfase wat kunnen stimuleren, maar de consument zal uiteindelijk overstag gaan als elektrisch rijden aantrekkelijker wordt. Zoals wanneer er meer laadpalen zijn, er sprake is van snel laadgemak en er een range van 400 kilometer wordt behaald. In 2025 zou het dan zomaar zo kunnen zijn dat de consument twijfelt over de aanschaf van een nieuwe diesel- of benzineauto omdat men deze in de jaren daarna wel eens moeilijk kwijt kan raken op de tweedehands markt. “Ik denk dat we juist nu gebruik moeten maken van het feit dat we als Nederland voorop lopen, dat we een industrie hebben opgebouwd en dat wij bepalend zijn als gezicht in de wereld op het gebied van kennis en kunnen op het gebied van late infrastructuur.”

Nog veel winst bij consument te behalen

Op dit moment wordt vooral de zakelijke markt gestimuleerd in het elektrisch rijden. Steinbuch verwacht dat er eind 2019 al voor 10% volledig elektrisch wordt gereden. Wat betreft zakelijke rijders wel te verstaan. Vooral in de particuliere markt is volgens de hoogleraar nog veel winst te behalen. Op dit moment zijn veel consumenten al bewust bezig met het terugdringen van CO2-uitstoot en dit is niet alleen op de weg merkbaar.
Steeds meer Nederlands stappen over van hun grijze energieleverancier naar een groene energieleverancier, schaffen zonnepanelen aan of treffen andere duurzame maatregelen in en om het huis. De roep om het sluiten van de kolencentrales wordt steeds luider en meer en meer energieleveranciers bieden enkel nog maar groene-stroomcontracten aan. Wat dat betreft valt er voor het groene rijden ook nog een stap te maken; uit onderzoek van WISE en Groen Licht bleek vorig jaar dat gemeenten wel kiezen voor groene stroom voor laadpalen, maar dat de stroom vaak niet van een echt groen bedrijf komt. Voordat elektrisch rijden dus écht groen is en zo min mogelijk CO2-uitstoot veroorzaakt, moet ook deze hobbel nog worden genomen. Hierbij geldt; hoe meer er wordt gekozen voor energiecontracten met groene stroom, hoe groener de stroommix die iedereen ontvangt en hoe minder CO2-uitstoot er uiteindelijk wordt veroorzaakt. Ook op de weg.  

Luister hier het hele interview.